Ik ben wie ik ben Soms een lach Soms een traan Soms is er hoop Soms ben ik bang Soms voel ik verdriet Soms kan ik genieten Soms ben ik wat stil Soms denk ik te veel Ik geloof in de mens zijn ras en cultuur Ik voel me heel klein bij de pracht van de natuur Ik ben dankbaar voor de liefde en de vriendschap die je me geeft
dadelijk, duurt maar heel even voor jou is dadelijk niet vanzelfsprekend je begrijpt het niet je hoofd met prikkels draaiend in het rond kan het geen plaatsje geven
ik moet voor jou hokjes bouwen hokjes met nu zus en dan weer zo klokjes in de hokjes die je zeggen dadelijk wordt nu , niet straks of dan
soms raak je in paniek als het me niet lukt en dadelijk uit mijn mond komt rollen
Ik probeer het wel maar alles in je hokjes zetten is zo moeilijk en soms vergeet ik het al eens
ze had echt gedacht dat het huis vol belangstelling op haar stond te wachten maar aan de drempel zag ze reeds hoe de deurmat met grote afgeveegde letters geen interesse schreef
meeleven had zich van deur vergist misschien was hij toevallig bij de buren de voegen sprongen uit de vergeten woorden en stilte was zo akelig dichtbij de woning met zijn hart van steen voelde koud en kil zelfs ijskoude klanken deden alsof er niets was geweest
toch was er iemand die haar met een glimlach begroette heel toevallig toen ze in de spiegel naar het zelfvertrouwen keek
ze ontmoette plankenkoorts in het rek tussen de warme spijzen een heet gevoel steeg haar naar het hoofd vuurrood kleurde snel de wangen klam zweet plakte in haar handen bibberend stond ze bijna niet meer op haar benen met fluister stem sprak ze de menigte toe
ze zag het allemaal gebeuren als in een boze droom nog even en de grote deur ging open dan gooide ze zich voor de leeuwen ze had er zelf voor gekozen maar waarom ging het zelfvertrouwen op de loop
of groeide ze nog een beetje een heel klein beetje was reeds genoeg
ze kruipt in de verveling starend naar de blanco beelden van nog te plannen tijd het stille ronken van de dag ademt verwarde klanken en laat het plan ontsporen dat ze in stilte had gesmeed
ze telt de uren van het licht het duurt nog veel te lang voordat ze in het web van de duisternis mag kronkelen als donker dan eindelijk donkert sluit ze het boek van de verloren dag en droomt ze het verhaal van Tristesse
vanochtend ben ik opgestaan met een gevoel van leegte het was alsof er iets ontbrak, kon echt niet zeggen wat ik zocht, ja tot vervelends toe, maar kon het echt niet vinden de dag duurde zo ontzettend lang, en ergens maakte het me wat bang
tot ik plotseling ontdekte hoe het nu verder moest gisteren was gisteren, is voorgoed voorbij gisteren is leegte, daar heb je niets meer aan je kunt beter in het heden leven want voor je het weet is het gedaan
als ik mijn vleugels van de pijn verberg in de mantel van verdriet en mijn jas op een verlaten plaats in een donkere kast laat rusten al is het maar voor een avond
kan ik je dan in de ogen kijken en mijn ergernis vergeten voor enkele uren niet denken aan de troost die ik niet kreeg ik zal mijn feestmasker opzetten en komedie voor je spelen
eens het doek gevallen is stap ik terug in mijn oude rol word ik weer dezelfde vrouw maar nu niet meer hopend op een woord van jou
met een zucht kijkt hij naar het verleden en denkt het is genoeg geweest zo lang heeft hij met tijd gespeeld zijn dagen hier gesleten soms was hij aan vervelen toe dikwijls proefde hij van genieten maar nu ineens wordt hij zo moe nog even en het hoeft niet meer vandaag draagt hij nog zijn kroon morgen is voor hem niet weggelegd
een nieuw begin begroet aarzelend de dag en wordt opnieuw geboren voorzichtig stapt hij in de schoenen van het goed gevoel weet nog niet hoe hij het jaar zal plannen vol goede moed wrijft hij in zijn handen en probeert er het beste van te maken
jongen hoor je niet hoe de merel fluit en je naar buiten lokt
veeg de slaap uit je ogen stop maar met die nare droom de boze man is heus niet echt spring maar uit je bed en rek je nog eens lekker uit
merel staat je op te wachten samen vliegen in de blauwe lucht onder haar vleugels ben je veilig geloof me maar en ken geen angst ze neemt je mee naar de plek van de herinnering
nog heel even
het verleden is ineens zo dichtbij welkom lieve jongen welkom in het land van het licht
mag ik even bij je wonen ik vraag niet veel alleen een beetje tederheid een schouderklopje nu en dan een knuffel mag je ook eens geven misschien een woord van troost als ik het even niet zie zitten een plekje waar ik eens mag huilen een stem die me wat vertrouwen geeft wanneer ik aan mezelf twijfel
gewoon een huisje met geborgenheid waar ik eens mag komen schuilen
nu het jaar zijn einde breit rijgt de winter een snoer van donkere dagen de lucht ademt grijs en miezerig speelt zijn hoogste lied het licht is zo moe gespeeld rust liever in al zijn eenvoud
gelukkig breekt de hemel open met tedere klanken zingen engelenkoren het glorielied voor het mensenkind dat eens in een kribbe werd geboren
vleugels van geborgenheid strooien liefde op de aarde warmte komt weer in de mens
met een licht dat straalt als nooit voorheen brengt een gouden regenboog vriendschap en verdraagzaamheid
het is nog niet te laat om het een plek te geven in deze Heilige Nacht heb ik op de stilte gewacht
in de sterren fonkelend in de duisternis en het kind dat vol verbazing kijkt naar het schouwspel van het licht heb ik de stilte even gevonden
ik zie hoe een mens de tafel dekt en gastvrij de vluchteling laat delen in de open armen van haar huis met respect ben ik even blijven staan hier heb ik in de stilte ook warmte gevonden
voor jou wil ik de stilte plukken en koesteren als een heilig iets met de vriendschap sluit ik een verbond en vraag om dit gevoel te delen vandaag bewaar ik de stilte in mijn hart morgen schenk ik ze jou in overvloed
Je hebt iemand nodig stil en oprecht die als het er op aan komt voor je bidt of voor je vecht pas als je iemand hebt die met je lacht en met je grient dan pas kan je zeggen ik heb een vriend !
Toon Hermans
Een vriend is een parel op de bodem van ze zee
Geen druppel dauw wordt voor zichzelf geboren ook jij moet anderen niet jezelf toebehoren