Ik ben wie ik ben Soms een lach Soms een traan Soms is er hoop Soms ben ik bang Soms voel ik verdriet Soms kan ik genieten Soms ben ik wat stil Soms denk ik te veel Ik geloof in de mens zijn ras en cultuur Ik voel me heel klein bij de pracht van de natuur Ik ben dankbaar voor de liefde en de vriendschap die je me geeft
"Waar ben ik vandaan gekomen? En waar heb je me gevonden" vroeg het kind. De moeder antwoordde "Je was verborgen in mijn hart als mijn verlangen, mijn lieveling. Je was in de poppen van mijn kinderspel. In al mijn hoop en liefde, in mijn leven en het leven van mijn moeder, heb jij geleefd . . . "
o ,ik weet het niet, maar besta, wees mooi. zeg: kijk, een vogel en leer me de vogel zien zeg: het leven is een brood om in te bijten en de appels zien rood van plezier, en nog, en nog, zeg iets. leer me huilen, en als ik huil leer me zeggen: het is niets.
Je gaf iets van jezelf Het was klein maar toch bijzonder Het deed me goed maar jij bleef steeds in je schaduw staan
Weet je wat ik dacht Misschien kan ik een keertje ook eens iets geven Zo maar helemaal uit het niets stuur ik je een knipoog bewaar het maar - het komt van mij
'k Heb Hem gezocht, in 't donker en in 't licht, wanneer ik voelde dat mijn tak was afgebroken. Ik heb gebeden met mijn oogjes dicht en van mijn laatste geld een kaarsje opgestoken. Ik blijf Hem zoeken tot de laatste dag, niet in het lof zozeer, de hoogmis of de zegen. Want juist op plekken waar ik Hem niet had verwacht daar kom ik Hem in volle glorie tegen.
We huilen beiden om ons kind De tranen die ik huil wil ik aan niemand, neen aan niemand geven Ze smaken naar opgegeven strijd kleine stuk gesprongen vaatjes Ik proef alleen maar droefenis, soms nijd en opgekropte woede
Weet je , het is zo moeilijk om het je te vertellen Begrijp me niet verkeerd We mogen, ja we moeten beiden huilen als de traan je zo wil helpen, het gevoel zegt : laat je maar eens gaan
Maar weet je wat ik zo graag zou willen De tranen die jij huilt kon ik die maar huilen om mijn kind
Dag vandaag Het was zo vermoeiend Mijn blokjes pasten niet in je hokjes Mijn plannetjes vielen bijna in het water Mijn hoofdje wist het bijna niet meer Het was steeds vragen en bijna paniek Straks ga ik slapen Gelukkig komt dan morgen Ik weet heel zeker Morgen passen de puzzelstukjes weer bij mekaar
Weet je mijn kereltje, ik heb schrik voel me niet zo goed maar dat vertel ik je niet Ergens weet ik wel hoe jij je voelt die angst die er is maar ook jij vertelt het niet We wachten al zo lang Iedere keer hopen we je weet wel waar eindelijk te kunnen horen
Wat denk je mijn kereltje, het is weer bijna zover Gaan we het nu weten Ik hoop het, maar ik vrees ervoor en daarom mijn kereltje daarom ben ik bang
Mijn klein broertje van weleer Is nu mijn grote broer geworden Met kop en schouder steekt hij boven me uit Ik voel me nu het kleintje. Het was alsof het gisteren was toen mijn ouders het me vertelden Een broertje of zusje zou er komen, maar neen , ik wou alleen een broertje
Nu is mijn broertje een grote man en zo veel is nu anders We zien mekaar zo nu en dan maar een echte band, die is er niet Spijtig dat het zo is moeten gaan we gingen beiden onze eigen weg Hij dacht zus en ik dacht zo we waren twee verkeerde lijnen
Gisteren stond hij plotseling aan de deur Die hele grote broer van mij Had zelfs een geschenkje voor me mee gebracht Ontroerend en ik moest even slikken Ook al zijn we twee zo verschillende personen hij is en blijft mijn klein broertje van weleer Hij meent het goed, al denkt hij soms een beetje anders Ik denk dat ik mijn klein groot broertje wat meer ga bezoeken
Hoewel de wereld vol onenigheid is, zijn er ook zaadjes van vrede die zich verspreiden en op onverwachte plaatsen wortel schieten. Ze groeien zelfs op mijnenvelden. Ze groeien waar het hart zuiver is. De mensen die ze zien, weten dat de wereld een tuin is en geen wildernis
Alleentje voelt het weer gebeuren Haar hoofdje zit zo boordevol Ze hoort de mensen praten, probeert het wel maar kan niet meer Ze voelt zich stilaan kruipen in het duister van haar zijn Angst maakt bokkesprongen bruist borrelend naar omhoog Ze heeft het nog steeds moeilijk Zoekt een plaats waar ze kan vluchten maar de weg zegt steeds terug
Nu MOET je stoppen Ik wil je echt niet meer Ik schop je buiten, Wil je slaan en knijpen zodat je weggaat, heel ver weg Kom NOOIT - neen nooit - terug Je komen was er een van niet begrijpen Je blijven duurt reeds veel te lang Wat je deed is voor eeuwig stuk
Nu is het echt genoeg
Je bent zo plots gekomen Je ging door tot bijna niets Ga nu en laat dat heel klein beetje blijvend wonen voor altijd
Ik mis mijn vriendje zo. Zonder iets te zeggen was hij plots verdwenen Weet niet waar hij is, liet geen briefje achter, geen vaarwel, ik begrijp het niet
Hij deed me al eens lachen, liet de zon weer voor me schijnen. Had ik al eens een slechte bui gaf mijn vriendje me weer moed Tranen kon ik bij hem huilen omdat ik wist wat hij me bracht Altijd waren er van die momentjes dat ik de vreugde plots weer zag
Nu heeft mijn vriendje me verlaten en weet ik niet hoe het verder moet
Misschien kom je mijn vriendje ergens tegen zijn naam is "Het Geluk"
Het licht begon intens te spelen met het duister van de nacht Nacht wist dat ze plaats moest maken toen ochtendgloren naar haar kwam De lach kuste blij de nieuwe dag Het geluid was vol met vogelzang
Mensenkind lag nog te slapen sliep de slaap van dromenland Wat zou vandaag gaan brengen een vreugdelied of treurigheid
Lach was het geluk gaan halen Samen wekten ze het mensenkind
Vannacht lag ik wat te denken Weer een zondag in het verschiet Voor mij is het een baaldag die ik liever snel vergeet Je hoopt eens op een zondag verpakt in geschenkpapier Heel voorzichtig en heel blij Maak je het lintje los Je ziet een dagje van genieten, geen verveling in de zaak
Maar ' avonds is het weer een dag van niets Geef mij maar vlug de maandag Alles is dan weer zo gewoon
Je hebt iemand nodig stil en oprecht die als het er op aan komt voor je bidt of voor je vecht pas als je iemand hebt die met je lacht en met je grient dan pas kan je zeggen ik heb een vriend !
Toon Hermans
Een vriend is een parel op de bodem van ze zee
Geen druppel dauw wordt voor zichzelf geboren ook jij moet anderen niet jezelf toebehoren