Ik ben wie ik ben Soms een lach Soms een traan Soms is er hoop Soms ben ik bang Soms voel ik verdriet Soms kan ik genieten Soms ben ik wat stil Soms denk ik te veel Ik geloof in de mens zijn ras en cultuur Ik voel me heel klein bij de pracht van de natuur Ik ben dankbaar voor de liefde en de vriendschap die je me geeft
Morgen smaakt naar bitterheid Naar ingehouden tranen Morgen komt het duister Een stapje dichterbij Morgen is er weer die stem Ik wil niet horen wat ze zegt Morgen komt zo heel dichtbij De nacht duurt eens zo lang Morgen, ik wil er niet aan denken Zit nu reeds boordevol met angst
Kon vandaag voor een keer morgen zijn Dan was morgen een dag die niet bestond
Denk aan de fijne nerven die uitwaaieren vanuit de steel van een blad ; een mooi beeld voor de verschillende wegen waarlangs een leven kan lopen. Gebruik dit beeld om na te denken over je eigen leven, en volg het terug naar je kern. Zie hoe elke keuze uit het verleden je een duwtje in de richting heeft gegeven naar waar je nu bent. Dit helpt je te accepteren dat elke ervaring je iets nieuws heeft geleerd en je verder heeft gebracht op je reis
Moederen Iedere moeder kent wel dat gevoel Je merkt het reeds bij het prille begin Zwangeren en het voelen moederen Zo heerlijk en zo intiem Je bent zo intens gelukkig die allereerste keer met je kindje in je armen Zonder dat je het echt beseft komt ook het eerste loslaten aangevlogen De navelstreng wordt doorgeknipt een nieuw uniek mensje is geboren Het loslaten houdt niet op Telkens weer een heel klein beetje De eerste keer bij oma of de onthaalmoeder Voor het eerst naar school Nieuwe vriendjes waar je kind geheimpjes mee deelt De eerste vakantie met de jeugdbeweging . . . Te veel om op te noemen
Maar kleine kindjes worden groot Zo ineens gaat je kind op ontdekkingsreis Alle kleine beetjes loslaten ging nog wel Nu sta je plots voor een grote uitdaging Je trots, je kameraadje Het is als een vogeltje zo dikwijls reeds uit het nest gevlogen Nu ineens gaat je vogeltje de vleugels strekken en vliegen, ver weg van het zo vertrouwde nest
Je moederhart ligt overhoop Je gunt je vogeltje de grote droom Maar je voelt pijn en het knaagt zo naar gemis Moedertje, kom huil nu niet Ik weet heel zeker dat je vogeltje je zo ontzettend dankbaar is voor de kansen die je het geeft Je hebt het zo fantastisch goed gedaan Laat haar nu maar los, ze komt wel terug Het duurt alleen vreselijk lang Ik weet heel zeker dat je vogeltje trots op je is De levenswijsheid die je haar hebt bijgebracht De jaren van liefde en geluk Het veilige zo vertrouwde nest Je vogeltje zal het niet vergeten Het zal haar sterken en ik weet heel zeker ze zal het uitstralen waar ze ook gaat Vol trots zal ze vertellen over dat heel bijzonder moedertje dat haar de vleugels geeft om verder te gaan
Dankzeggen is stilstaan en het licht van de morgen proeven gekleed in de dag van gisteren is neerzien op de open handen waarin vruchten wegen en de ogen sluiten om morgen nog te weten jij was er toen voor mij en zo was het goed
Augustus wist niet wat hij hoorde Juli had te veel gegeven Veel te heet en veel te droog Augustus hoorde mensen klagen We houden het hier niet meer uit Wacht maar, dacht hij, Ik zal je helpen Liet de regen water gieten en de zon verstoppertje spelen Stilaan kwam hij aan het einde van zijn dagen Hoorde mensen mopperen : Augustus, laten we die maar vlug vergeten
Paniek kwam in hem gevlogen, Verdorie toch, ik meende het zo goed Stilaan zag hij september naderen Ineens wist hij wat hij moest doen Fluisterend maakten ze reuze plannen September zou gaan zomeren zoals nooit voorheen Mensen zouden blijven praten over die nazomer, niet te geloven
Augustus voelde zich reeds wat beter omdat hij in september geloofde
Laat je me niet alleen nu ik even niet meer kan Ik voel een angst in mij en dat maakt me bang Vol spanning wachten op die ene dag, wetende dat de hoop al lang in een diepe kuil begraven ligt Het is een weg van niet meer kunnen Het voelt als springen uit mijn vel.
Ik moet verder . . . Voel me zo alleen, alleen met al die angst Kom je me halen als mijn ik naar je vraagt Misschien, ja heel misschien kruipt de angst dan uit mij Maar laat me niet alleen, want dan lukt het zeker niet
De horizon die ik ken zal ik nooit meer met je kunnen delen Voor mij is kijken zo gewoon het lijkt vanzelfsprekend Maar plots, gebeurt het weer voel ik een steek van pijn alsof een mes diep in mij snijdt Ik kan het niet beseffen, zo moeilijk voor te stellen hoe jij je wereld nu nog ziet Het mooie van heel ver is voor jou een groot mysterie Zelfs het dichte van vlakbij is voor jou een grijze wereld
Ik begrijp het niet, zal het nooit begrijpen waarom, waarom mijn God waarom liet je dit gebeuren
Hallo mama, Je was een beetje bang Ik hoorde trilling in je stem Je liet me niet graag gaan Nu ben ik terug en zie je wel Alles is zo goed geweest Ik was nooit echt alleen Er was iemand dicht bij mij Niemand liet me in de steek En mijn weg, die vond ik wel.
Je ziet wel mama Ik ben misschien een beetje anders Maar ik kan het leven ook wel aan Je moet je zo geen zorgen maken Het lukt wel, zeker weten Maar mama, ik begrijp je wel Mama's zijn toch zo bijzonder Ook al ben je groot en zo verstandig Je bent en blijft een stukje van je mama
Ik droom een toonladder vriendschap, waarop noten tederheid zich strengelen tot een melodie van vreugde, en ik ben de mens die dat lied mag zingen, aan de voet van een lindeboom waarin vogels "vrijheid" fluiten. En mijn hart wordt zingend meegedragen, op sluiers bloesemgeur en vleugels windzang over alle drempels heen, naar een onzichtbaar genieten van wie ik de hand reeds warm vertrouwd om mijn schouder voel
Laat me nog even naar je kijken Je blik in die van mij Ik wil je horen praten Je stem die bij me blijft Zo maar even bij je zijn Proeven van je lach Mag ik even aan je ruiken Nog heel even jij en ik Mag ik even . . . ik wil nog zo veel
Nog even dan gaat het deurtje open Dan blijft alleen die leegte Straks maar nu nog even niet
Wat zou het fijn zijn om iedere dag een pareltje van geluk te kunnen schrijven Het leven zou zo veel mooier zijn Mensen die plots beseffen dat het geluk vlakbij is.
Mijn grote parels schitteren niet meer Daarom probeer ik stil te blijven staan bij de kleine dingen, dingen die geluk uitstralen als je er even de tijd voor neemt Als je al die straaltjes diep in je hart laat komen ga je parels van geluk met anderen delen
En
Als ik anderen gelukkig maak kan ik niet anders dan ook gelukkig zijn
"Waar ben ik vandaan gekomen? En waar heb je me gevonden" vroeg het kind. De moeder antwoordde "Je was verborgen in mijn hart als mijn verlangen, mijn lieveling. Je was in de poppen van mijn kinderspel. In al mijn hoop en liefde, in mijn leven en het leven van mijn moeder, heb jij geleefd . . . "
o ,ik weet het niet, maar besta, wees mooi. zeg: kijk, een vogel en leer me de vogel zien zeg: het leven is een brood om in te bijten en de appels zien rood van plezier, en nog, en nog, zeg iets. leer me huilen, en als ik huil leer me zeggen: het is niets.
Je gaf iets van jezelf Het was klein maar toch bijzonder Het deed me goed maar jij bleef steeds in je schaduw staan
Weet je wat ik dacht Misschien kan ik een keertje ook eens iets geven Zo maar helemaal uit het niets stuur ik je een knipoog bewaar het maar - het komt van mij
'k Heb Hem gezocht, in 't donker en in 't licht, wanneer ik voelde dat mijn tak was afgebroken. Ik heb gebeden met mijn oogjes dicht en van mijn laatste geld een kaarsje opgestoken. Ik blijf Hem zoeken tot de laatste dag, niet in het lof zozeer, de hoogmis of de zegen. Want juist op plekken waar ik Hem niet had verwacht daar kom ik Hem in volle glorie tegen.
We huilen beiden om ons kind De tranen die ik huil wil ik aan niemand, neen aan niemand geven Ze smaken naar opgegeven strijd kleine stuk gesprongen vaatjes Ik proef alleen maar droefenis, soms nijd en opgekropte woede
Weet je , het is zo moeilijk om het je te vertellen Begrijp me niet verkeerd We mogen, ja we moeten beiden huilen als de traan je zo wil helpen, het gevoel zegt : laat je maar eens gaan
Maar weet je wat ik zo graag zou willen De tranen die jij huilt kon ik die maar huilen om mijn kind
Dag vandaag Het was zo vermoeiend Mijn blokjes pasten niet in je hokjes Mijn plannetjes vielen bijna in het water Mijn hoofdje wist het bijna niet meer Het was steeds vragen en bijna paniek Straks ga ik slapen Gelukkig komt dan morgen Ik weet heel zeker Morgen passen de puzzelstukjes weer bij mekaar
Je hebt iemand nodig stil en oprecht die als het er op aan komt voor je bidt of voor je vecht pas als je iemand hebt die met je lacht en met je grient dan pas kan je zeggen ik heb een vriend !
Toon Hermans
Een vriend is een parel op de bodem van ze zee
Geen druppel dauw wordt voor zichzelf geboren ook jij moet anderen niet jezelf toebehoren