Ik ben wie ik ben Soms een lach Soms een traan Soms is er hoop Soms ben ik bang Soms voel ik verdriet Soms kan ik genieten Soms ben ik wat stil Soms denk ik te veel Ik geloof in de mens zijn ras en cultuur Ik voel me heel klein bij de pracht van de natuur Ik ben dankbaar voor de liefde en de vriendschap die je me geeft
belofte liet op zich wachten speelde een spel met loze woorden dansend op de lijn van veel te lang argeloos, braaf als altijd, spinde in de wachtzaal van het komt wel goed tot geduld plots zichzelf verloor en protest van zich liet horen
geloof wist niet wat er gebeurde eindelijk klopte gegeven woord aan de deur te lang gewacht was in zijn nopjes vier harde werkers, wie had dat gedacht
vreemd hoe ik soms bevangen word tot het schrijven van de taal van een gedicht het hoeft niet veel te zijn, een woord , een beeld ik voel de drang kan er niet aan weerstaan
een wonder is het hoe een pijnlijk iets kan groeien tot het ontdekken van mijn verborgen-ik
dankbaar ben ik voor de momentjes van warmte diep in mij een warmte waarin ik mezelf voel open bloeien
verder gaan probeer ik te verslinden stil staan heeft geen zin
alleen
ik weet niet hoe ik op moet staan te diep ben ik gevallen in de poel van het verwerken emoties tollen langs me heen bespelen me met steken van de pijn gedachten klotsen als dreigend water laten me verdrinken in te veel gedronken gewoonte
hoe moet ik verder met het weten nu ik verweesd lig te versmachten in het gat van verloren evenwicht
vroeger stond je naast me deelden we dezelfde vreugd ik zag je kijkers stralen als een pijl de lucht in schoot en het vuurwerk voor heel even het donker van de avond veranderde in een kleurenpracht
nu sta ik hier alleen verbeten door de pijn ik voel hoe diep in mij de wonde zich weer openrijt al die kleine beetjes kapot gegaan verleden tijd maken krassen in mijn ik nooit zal ik vergeten hoe het vroeger was
rustig observerend keek ze in het rond zwijgend luisterde ze naar de woorden ook al zei ze niet veel even was ze gelukkig haar last lag geduldig op de grond te wachten
toen ze opstond kwam het verdriet naar haar toe en hielp haar in haar jas
in mijn grabbelton van toegevoegde woorden zoek ik naar het juiste iets in mijn hoofd zit een gedicht stralend van de vreugde de dichter in mij wil het dichten, woorden brengen die je laten proeven van geluk maar ik schrijf zinnen die me niet bekoren telkens weer probeer ik het opnieuw wil zo graag een goed gevoel verwoorden maar steeds springt het droef zijn uit mijn pen
wachten staat op de gang voelt zich ontzettend bang onzekerheid verteert haar zinnen weet niet wat te beginnen hoe lang kan ze dit nog aan het knagen brengt haar van de baan de tijd heeft haar vergeten wanneer laat duidelijkheid iets weten nog even en dan valt ze neer geloof me, ze kan echt niet meer
daar ligt hij ik had hem nochtans weggedacht ik schop en zie hem even verder landen nog een schop, en nog een keer tot ik denk en nu niet meer maar ik struikel en ik val over die verdomde steen
een kreet van pijn
je geloofde me niet, fluistert de steen ik ben en blijf je pijn wat je ook doet ik heb je in mijn greep en laat je nooit meer los
Alle kleuren tegelijk verblinden je oog. Alle tonen tegelijk verdoven je oor. Alle geuren tegelijk bederven je smaak. Aldoor hollen en jachten, daar word je gek van. Weelde brengt je op het verkeerde pad.
Daarom wordt een wijs mens geleid door zijn gevoel en niet door wat hij ziet. Hij kiest voor het innerlijk en niet voor het uiterlijk.
Ken je dat gevoel met blote voeten lopen in het gras ergens hoog in de bergen op een mooie zomerdag jij en je partner, je kunt niet anders dan vertrouwen
met je ogen dicht loop je door het gras alleen een hand op je schouder en de stem die zegt hoe het verder moet naar omhoog of naar omlaag, nu naar links, dan weer rechts luister maar naar wat je hoort een gevoel van koelte in het natte gras daar waar de zon niet is komen wonen plots voel je een totaal ander iets wist je nu maar wat het was
maar je mag niet kijken want er is het vertrouwen je kan alleen maar voelen en ervaren zo heel anders met je ogen dicht
Ze is de vrouw van het verdriet een jarenlange opstapeling van niet geheelde wonden ze lijkt zo moedig in haar dragen steeds weer sterk zijn want op haar wordt gebouwd mensentaal spreekt zijn bewondering maar echt begrijpen doen ze niet
wie voelt hoe last zo op de schouders weegt het hoofd met moeite nog rechtop blijft staan het knagen van de hartenpijn als het schuldgevoel de kop opsteekt de vraag die steeds het spookbeeld blijft hoe de spiegel van de toekomst kleurt
wie denkt dat ze niet kan huilen heeft de stille tranen niet geteld al de nachten van niet slapen de pieker die haar radbraakt van de angst soms lijkt het of ze zit te dromen het is onzekerheid die haar dan kwelt
ze is de vrouw van het verdriet de wonder klinkt uit menigeen ze voelen niet hoe ze bijna breekt na zo veel opgekropte pijn
Je moet verder met vandaag hoe mooi eergisteren ook was het komt niet meer terug gisteren wil je verbergen in je kast vergeten dat het ooit bestond gisteren begon gekrompen wereld
hoe moet ik verder met vandaag ik draag een zak zo barstensvol een zware last van stukgesprongen droom een ruimte die me zo beklemd ik voel nog steeds te veel verdriet weet geen blijf met mijn frustratie hoor je mijn bonken op de muur als nacht mijn grote vijand is en ik niet weet wat ik doe met morgen
een briesje uit het zuiden laat een geruchtje waaien een windje warm en teder dartelt tot bij mij in de stilte hoor ik een gefluister niet te geloven ze praten over mij
stiekem kom ik dichterbij ze zeggen dat ik blij moet zijn nu onzekerheid voor jou verdwijnt en regelmaat zijn vleugels spreidt
ligt mijn gevoel soms in de knoop of heeft hij niets gehoord ik moet blij zijn zo wordt verteld ik vind het vreemd, ontzettend vreemd mijn gevoel vertelt me niets
Je hoort me wel als ik antwoord op je vraag wanneer de zon zal schijnen en duidelijkheid je zal verwarmen je wil klare taal een ketting van letters woorden zwart op wit je hoort het wel maar je luistert niet
je weet ook wel dat tijd zo maar niet kan toveren de regels die ze schrijven steken koppen bij elkaar kosten zweet en veel gepeins je weet het wel maar je begrijpt het niet
doelloos loop je rond dwalend met de vraag wachten is voor jou zo vaag je wil uitleg van het antwoord opnieuw, opnieuw en nog een keer steeds heb ik je geduld gegeven
maar vandaag - zo hebben ze gezegd - komt antwoord het je eindelijk vertellen ik hoop dat je dan verder kunt met de luister en het begrijpen
straks kom je thuis, goedgezind en gooi je chaos en zinloos in de vuilnisbak begin je goedlachs aan je kunnen ik hoop en ik vertrouw er op dat dit vandaag zal zijn en morgen en alle andere dagen
Ze blijven steeds bij je, herinneringen aan de pijn Je littekens, je raakt zo nooit meer kwijt diep van binnen zijn er scheurtjes groot en klein steeds weer voel je het leed het niet weten waarom, al je onmacht en verdriet hoop - geprikt als een ballon - zoveel kwetsuren die je raken alles wat voor goed verdween je stapelt het op, tot één groot litteken
je draagt het met je mee, je hele leven lang het maakt me bang
Je hebt iemand nodig stil en oprecht die als het er op aan komt voor je bidt of voor je vecht pas als je iemand hebt die met je lacht en met je grient dan pas kan je zeggen ik heb een vriend !
Toon Hermans
Een vriend is een parel op de bodem van ze zee
Geen druppel dauw wordt voor zichzelf geboren ook jij moet anderen niet jezelf toebehoren