vreemd hoe met de eerste zomerdagen een herfststorm vernieling oogst in de tuin van haar pas gezaaide gevoelens
onthutst bekijkt ze de vernielde emoties haar voetstappen gaan tergend traag vooruit nu ze krakend de scherven aanraken
hij die zijn ellende niet weet af te leggen tegendraads de zomer in de vernieling schopt en als een razende zijn woorden niet kan temmen bonkt harde slagen tegen de appelboom en laat haar proeven van de gekwetste vrucht
ze zwijgt de klanken die angstvallig aan haar lippen hangen raapt een vergeten emotie op en laat bang bezit nemen van haar hart haar blik spreekt boekdelen woorden laten zich niet kennen blijven eenzaam plakken op de mond die gisteren nog speelse kussen stal
|