wanhopig bladert God in zijn boek vertwijfeld zoekt hij de verleden tijd stond het geprogrammeerd ergens in een lentemaand had Hij dit werkelijk gewild of werd Hij oud draaide Hij toevallig aan de verkeerde knop
Hij zoekt naar een schakelaar die licht brengt in de gekwetste ogen denkt aan een mirakel maar is vergeten hoe genezen ook weer gaat
Hij roept de engelenraad bij elkaar samen kneden ze een wonder maar de engel van de tijd schudt krampachtig neen en beweert dat voorbije tijd nooit terugkomt
onthutst kijkt God naar wat niet mocht zijn weent gouden tranen in de vallei die hij de aarde noemt
Merel @
|