Inhoud blog
  • Valentijnsmenu 2017
  • Maandbladen 2017
  • Overleden collega's
  • Maandbladen 2016
  • Samenkomsten
  • Stokkem naar Maaseik
  • Vucht - Stokkem
  • Valentijnsmenu 2016
  • Maasmechelen - Uikhoven
  • ALLO-ALLO clubblad
    Categorieën
  • Foto (3)
  • Ledenblad (4)
  • Maandbladen 2014 (1)
  • Maandbladen 2015 (1)
  • Maandbladen 2016 (1)
  • Maandbladen 2017 (1)
  • Opstap (13)
  • Overleden (1)
  • Samenkomsten (2)
  • Links
  • ALLO - ALLO 2012
  • ALLO - ALLO 2013
  • ALLO - ALLO 2014
  • ALLO - ALLO 2015
  • Aanverwante bolgs
  • Blog Belgacom Club Gent: Kaarten
  • Blog Belgacom Club Gent Bowling
  • Belgacom Club vriendenkring Gent

    11-01-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ALLO-ALLO clubblad

    ALLO-ALLO

    Clubbladen 

    Belgacom Club Gent

    Klik op de onderstaande bijlage om de .pdf te openen.

    Bijlagen:
    Allo 2015 april.pdf (1.5 MB)   
    Allo 2015 augustus.pdf (1.4 MB)   
    Allo 2015 december.pdf (1.1 MB)   
    Allo 2016 april.pdf (1.1 MB)   
    Allo 2016 augustus.pdf (1 MB)   
    Allo 2016 december.pdf (1.2 MB)   


    Categorie:Ledenblad
    14-12-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maand activiteiten 2015

    Maandactiviteiten 2015.

    Bijlagen:
    Maandblad 201 01 30.pdf (259.2 KB)   
    Maandblad 2015 02 27.pdf (258.1 KB)   
    Maandblad 2015 04 27.pdf (382.3 KB)   
    Maandblad 2015 05 29.pdf (566.5 KB)   
    Maandblad 2015 06 26.pdf (368.3 KB)   
    Maandblad 2015 07 01.pdf (178.7 KB)   
    Maandblad 2015 08 28.pdf (229.6 KB)   
    Maandblad 2015 09 25.pdf (243.3 KB)   
    Maandblad 2015 10 30.pdf (219.4 KB)   


    Categorie:Maandbladen 2015
    16-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Berendrecht - Opstal - Heide

    Zaterdag 14 november 2015.

    Geleide natuurtocht van Berendrecht - Opstal naar Heide.

    Een natuurverkenning door Grenspark de Zoom of De Brabantse Wal en de Kalmthoutseheide.

    Deze rijk geschakeerde tocht van ± 4 uur gaat langs de Ruige heide, Stoppelbergen, Pannenhoef, Putseweg, Beukenlaan, Houtduinen, Kraaienberg, Kriekelareduinen en Kriekelaarsven, Mont Noir, Steertse heide, Nolse duinen, Drieling vennen, Stappersven, Keetheuvel, Vossenbergen, Putse Moer, natuurcentrum De Vroente en tenslotte treinstation Heide.

    Trein Gent Sint-Pieters om 08:16 u.

    Antwerpen Rooseveltplaats: om 9 u 54 met De Lijn bus 772 naar Berendrecht, halte Opstal.

    Berendrecht - Opstal, ligt op de grens tussen het heidelandschap en het polderlandschap. De overgang tussen heide- en polderlandschap vormt een steile rand of zoom, ook wel de Brabantse Wal genoemd. Deze steile rand vindt zijn ontstand in de laatste ijstijd (15- tot 10-duizend jaar geleden). Door uitschuring van de Schelde ontstonden westelijk de lagere gelegen Scheldepolders en vormen een overgang van ±20m. met de hogergelegen oostelijke gelegen zandgronden van het Kempisch Plateau.

    De Zoom of Brabantse Wal is hier op deze plaats nog duidelijk te zien, maar de wal wordt steeds minder goed zichtbaar door de bebouwing langs de straat die de doorkijk belemmerd.

    Startplaats: bushalte Opstal te Berendrecht.

    Het Grenspark De Zoom dankt zijn naam aan de landsgrens België-Nederland die dwars door het gebied loopt en het kleine riviertje De Zoom.
    De officiële grens kwam er pas in 1843.
    Het riviertje de Zoom ontspringt aan de noordkant van de Kalmthoutse Heide, in het veengebied De Nol en uitmondt in de haven in Bergen op Zoom. Het riviertje had een belangrijke functie in de West-Brabantse waterlinie (1583-1840) ter bescherming door inundatie tegen Spaanse aanval in de 17e eeuw.
    Het gebied kende eeuwen een gezamenlijke geschiedenis.

    Wij starten de tocht aan de bushalte Opstal.

    Aan de bushalte keren wij enkele meters terug en nemen dan 1ste straat links, Monnikenhofstraat. Op het einde van die straat (260m) gaan wij naar rechts (ook Monnikenhofstraat) en komen na 250m. in de voetgangerstunnel onder de Havensnelweg. Na de tunnel volgt onmiddellijk een haakse bocht naar links en na 750m. bereiken wij de Steenovenstraat die wij naar links volgen over 350m. en nemen dan rechts de Keyzerstraat tot op het einde (200m.).

    Op het einde van de Keyzerstraat vervolgen wij naar rechts en Links bemerken wij de Ruige Heide.

    Na 250m. bereiken wij de Scheiddreef.

    De Ruige heide is een kleine natuurgebied maar toont goed wat een droog heideland inhoudt. Het heeft een grote verscheidenheid aan leven. Dit doordat de heide hier niet overal eenzelfde ontwikkelen doormaakte, het is een patroon van heide, bossen, stuifduinen en vergrassing.

    Aan de Scheiddreef nemen wij links het lange rechte mooie bospad.

    De Scheidreef volgt ongeveer de rand van de Brabantse Wal.

    Op de hoek van de Scheidreef, oude weg Zandvliet - Putte staat GP260
    Deze grenspaal duidt een hoek naar het noorden aan.
    GP260 is ook het grenspunt tussen de Berendrecht en Zandvliet (B), en Putte (NL).

    De grenspalen en grenstenen in de Scheidreef markeren de grens tussen België en Nederland.



    Een bijzondere grenscommissie legde in 1894 de grens nabij GP260 nauwkeuriger vast. Men besloot toen ook om 2 extra grensstenen (GS260a GS260b) te plaatsen om de grens aan te duiden. Op de kop van de grensstenen staan de letters B en N.

    GP261 zien wij staan aan het kleine beekje De Rhijn.
    GP262 staat aan de Asberg is het grenspunt, Zandvliet (B) en Putte en Ossendrecht (NL).
    GP263 staat op de kruising van de wegen Ossendrecht naar Putte en van Zandvliet naar Ossendrecht.
    Aan GP264 maakt de grens een rechte hoek naar het westen toe en loopt langs de Kabeljauwbeek naar de Schelde.
    De meeste bossen in de omgeven werden aangeplant in de 19de eeuw voor de houtproductie. De halfopen structuur is daar een kenmerk van.

    Wij volgen de prachtige Scheidreef tot GP263 dat is ± 2000m.

    Aan GP263 en de Zandvlietseweg gaan wij naar rechts en volgen rechtdoor over ongeveer 300m.

    Aan een meervoudige splitsing Plaatssluis, nemen wij recht het zandpad Plaatssluis.


    Rechts het zandpad Plaatsluis.

    Na 850m. bereiken wij links Het Geleg maar gaan rechtdoor en nemen 400m verdere een haakse bocht naar links, langsheen het bos tot aan een T splitsing en Pannenhoef. Hier vervolgen wij maar rechts en komen na 400m. aan de Politieacademie Ossendrecht.
    Nog eens 600 m. verder komen wij op een hoofdweg, De Putseweg.

    De Putseweg, steken wij over en volgen naar links.


    Deze nogal tamelijk rustige weg volgen wij over ongeveer 350m. en gaan dan rechts de prachtige Beukenlaan in.

    De Beukenlaan met vooraan een kleine parking.

    Wij gaan de Beukenlaan in en komen na 350 m. aan de merktekens van de Kalmthoutse Heide.
    Wij vervolgen nu naar rechts het wandelpad Haas (Roodschild met een Haas).
    Dit wandelpad zigzagt door een bosrijkgebied en wij bereiken na 1800 m. een verbindingswandelpad die wij naar rechts volgen.


    Aan een tijdje bemerken aan onze linkerzijde het Groote Meer.

    De Groote Meer is een stuifzandgebied dat vanaf 1830 beplant werd voor de houtproductie. Het toont een hoogteverschillen van 12 tot 26 meter boven NAP. Het omvat twee vennen, Groote Meer en Kleine Meer.

    De Groote en Kleine Meer zijn reeds in 1623 in een document vernoemd.

    Heide herstel door afgraving. In 2006 werd hier met natuurherstel begonnen, waarbij een deel van het productiebos werd gekapt om stuifzand weer een kans te geven en de heidegebieden aan beide zijden van de grens weer met elkaar te verbinden. Ook wordt getracht de daling van het grondwaterpeil tegen te gaan en de bodemverrijking een halt toe te roepen.

    Aan de merktekens van het wandelpad Mier zijn wij aan de Kraaienberg.

    De uitkijktoren van het Kraaienberg natuurcentrum.

    Wij volgen nu het wandelpad Mier langs de Kriekelareduinen en het Kriekelaarsven.

    Het Kriekelaersven.

    Een stevige regenbui op de Kriekelareduinen geeft het landschap onmiddelijk een ruwer uitzicht.

    Aan het Kriekelaarsven gaan wij links mee met het Mierpad en lopen nu 500m. pal op de grens Nederland – België.


    Wanneer het pad na een 200m. links afslaat, gaan wij rechtdoor. Zo een 200m verder maken een haakse bocht naar recht en komen langs de Mont Noir en ontmoeten wij links het wandelpad Hagedis.


    Hier begint het Hagedispad, en vormt een linker en rechter afslag. wij nemen het rechtse pad en blijven dit volgen over ongeveer 1000m.


    Bij een T vormige splitsing draait Hagedis naar links en recht zien wij de twee zwarte voetjes van een verbindingswandelpad. Dit pad volgen wij nu 1200m. rechtdoor.

    Links van ons: Biezenkuilen en rechts het Drielingenven.


    Aan een T vormige splitsing gaan wij rechts tussen het Drielingvennen en het Stappersven.

    Na 1100m. komen wij aan Keetheuvel en nemen daar het wandelpad Duin naar rechts.


    Wij wandelen langs het Mugge piske en Langven en komen samen met het wandelpad Schaap.


    Vanaf hier gaat het wandelpad Duin bijna in rechte lijn naar het natuur en milieucentrum De Vroente.


    Wij blijven ongeveer 3200m op wandelpad Duin.

    NCE De Vroente aan de Putsesteenweg.

    De bezoeker vindt in de Vroente een tentoonstelling over de Kalmthoutse Heide, boeiende informatie over de verschillende biotopen en het leven in het gebied. Iedereen is er welkom.

    Bij het verlaten van De Vroente gaan wij onmiddellijk recht lang het gebouw heen en komen op een rechtlijnige zandweg die wij rechtuit blijven volgen tot aan het station van Heide.

    Wij dwarsen o.a. de Koningin Astridlaan, de Antoinette Preterlaan en komen in de Guido Gezelle die wij volgen tot aan het treinstation van Heide.

    Station Heide en het oorlogsmonument.


    De twee beelden aan het station van Heide zijn een Canadees militair (links) en Eugene Colson (rechts) die op elkaar toestappen. Eugene ‘Harry’ Colson (Charleroi, 1913-†Antwerpen, 2000), was voor de WO II kapitein ter lange omvaart.


    De haven van Antwerpen was van levensbelang voor geallieerden op het einde van WOII. Dank zij de samenwerking van Canadese troepen en een verzetsbeweging van 600 dokwerkers onder leiding van Kolonel Eugene Colson, bijgenaamd "Harry" konden de haveninstallaties grotendeels gevrijwaard worden.

    Na een mooie tocht, zon in de voormiddag, later wat druilig weer en regen konden wij nog even genieten van een heerlijke appeltaart en een warme chocoladedrankje.

    Bristo cremerie Monida.


    Terugreis met de trein naar Gent Sint - Pieters om 17:47 u.

    En Cicero wist het al lang geleden.


























    Categorie:Opstap
    11-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wandelen te Wintam

    Zaterdag 10 oktober 2015.

    Wandelen.

    De samenvloeiing van Schelde en Rupel, de zeesluis van Wintam, Scheldeschorren, Kragewielen, De Notelaer, Domein D’Ursel.

    Eerder koud en winderig weer en geen regen, dus goed in geduffeld van start tot finish.

    De wandeling start aan de kerk van Wintam deelgemeente van Hingene.
    In de oksel van Schelde en Rupel ligt Wintam, eens een klein vissersdorp met nu nog vele smalle straatjes, steegjes en pittoreske oude vissershuisjes. Op het Sint Margareta plein aan de kerk van Wintam staat een beeld de kunstenaar Peter Kempenaers ter ere van de binnenschippers.

    Het binnenschippersmonument.

    Tegenover het monument ligt de E. De Blockstraat die wij volgen tot aan de dijk van het zeekanaal (Schelde-Brussel). Hier beklimmen wij de dijk en gaan links richting zeesluis.

    De Imposante samenvloeiing van Schelde en Rupel.

    Aanvankelijk was de Rupel de hoofdrivier en de Schelde voegde zich pas na de laatste ijstijd bij de Rupel.

    De samenvloeiing van beide rivieren veroorzaakt een sterke stroming. Daarom beschermt een lange strekdam de ingang van de nieuwe zeesluis van Wintam. Het gebouw achteraan is het Onthaalcentrum van de Zeesluis Wintam. Het grijze gebouw is in gebruikt door Natuurpunt als uitkijkpost. Bovenop het platform heb je een mooi uitzicht op de Schelde en Rupel. Let ook eens op de maquette van het verdwenen Fort Sint-Margriet in Nattenhaasdonk waar de Brigands zich verschanst hielden tijdens de Boerenkrijg

    Eens de sluis over maken wij een lus rond het noordelijkeiland. Enkele jaren geleden was het eiland nog opgespoten woestijn achtig landschap, nu is het een fraai natuurgebied met bloemen en planten, watervogels en trekvogels.

    Terug aan de zeesluis, wandelen wij over de sluis richting Wintam en volgen bovenop de Scheldedijk naar knooppunt 17, 15, 10 en 7.

    Rechts aan de overkant zien wij de bebouwing van Rupelmonde met de Mercatortoren en het lichtschip De Westhinder. Links van ons ligt de Oudbroekpolder. Voorbij het veer van Wintam-Rupelmonde hebben wij links de Schellandpolder en rechts tussen de dijk en de Schelde de Scheldeschorren. Deze gebieden zijn ingericht als overstromingsgebied.

    Zicht op Rupelmonde en op de voorgrond de benedendijkse rietvelden.

    De 33 ha zoetwaterschorren met rietvelden worden normaal gezien om de driejaar gemaaid. De rietvelden herbergen tijdens de lente: blauwborstjes, bosrietzangers en kleine karekieten, zwartkoppen en tuinfluiters.

    Rechts zien nu de bebouwing van Steendorp.Vooral bij wandelaars en natuurliefhebbers geliefd om natuurgebied van het voormalig fort van Steendorp.

    Aan knooppunt 7 gaan even links de dijk af naar een de picknickplaats toe en nemen daar rechts een smalle dreef geflankeerde notenbomen. Hier was het walnoten rapen à vollenté.

    Op het einde van deze dreef komen wij aan het neoclassicistisch ‘Paviljoen de Notelaer’ dat in opdracht van hertog Wolfgang d’Ursel werd gebouwd. Boven de ramen van de gevel aan de Scheldedijk prijken reliëfwerk van de Schelde.

    In deze lage drassig gronden (broeken) gedijen wilgen zeer goed. Een aanplant van wilg werd niet alleen gebruikt voor hakhout, maar werd goed verzorgd, zodat de takken konden worden gebruikt in de mandenmakerij. Deze takken noemt men wissen of wijmen. Zij werden vooral gekapt in het late najaar of begin winter. Indien de wilgen te nat stonden, werden er gekapt wanneer het ijs sterk genoeg was om ze droogvoet te bereiken. Na het kappen werden zij ontschorst en gebleekt. In deze streek zaten er veel mandenvlechters.

    De Wilg schors bevat salicylzuur, een koortswerende stof dat de basis is van de “aspirine” van Dr. Felix Hofmann. Wereldwijd worden honderd miljard tabletten per jaar verbruikt.

    Na een verpozing keren wij terug naar de picknickplaats en gaan nu richting knooppunt 6.

    Paviljoen de Notelaer.

    Op de Scheldedijk treffen wij het beeld "De dijkgravin".


    Dit beeld stelt het hoofdpersonage voor uit de roman De Dijkgravin van Marie Gevers (1883-1975) een roman uit 1931 en vertelt het verhaal van een temperamentvol meisje dat na de dood van haar vader diens positie als dijkgraaf overneemt. Het was onder invloed van Emile Verhaeren Maria schreef  voornamelijk poëzie maar ook verhalend werk in de franse taal.

    De Dijkgravin, maar onze Francis heeft meer oog voor de camera.

    De Dijkgravin van kunstenares Mariette Coppens wil een hulde brengen aan schrijfster Marie Gevers en haar vriendin Jeanne Thielemans.

    In het boek moet een meisje kiezen tussen een jongen van lagere afkomst en een jongeman van haar eigen stand, of haar ware geliefde de Schelde…
    De dijkgravin is een lofzang aan de Schelde ..

    Enkele honderden meters verder bemerken wij aan de linkerzijde het Groot Schoor, met een hoefijzervormig bedijking die de achterliggende Spierbroek- en Hingenebroekpolder beschermen tegen overstromingen. Zware overstromingen in de 16e eeuw lagen aan de basis van het ontstaan van de broeken en kwelders in dit laaggelegen gebied aan de Schelde.

    Hier verlaten wij de Scheldedijk en slaan linksaf richting knooppunt 8

    Nu komen wij al vlug aan enkele mooie plekjes met rust- en picknickplaatsen: het Kleine Kragewiel en iets verderop treffen wij het Grote Kragewiel.



    Het Kleine Kragewiel.



    Het Hingenewiel.

    Wielen: De Rupelmonding wordt ook “Wiel ” genoemd. De stroming is hier vrij sterk. Het vormt zelfs een soort draaikolk, wat het opvaren van de Rupel soms hachelijk kan maken. Van daar de naam Wielen. Wielen ontstaan ook in het Rivierenland vaker door dijkbreuken. Velen van deze kragen of wielen dreigen echter te verzanden.

    Ook het Kleine- en grote Kragewiel zijn een gevolg van overstromingen en of dijkbreuken door de eeuwenheen in dit gebied.

    Voorbij een slagboom volgen wij een brede zandweg naar rechts en wandelen langs elzenbossen, zomereiken en populieren.


    Aan de Wielstraat nemen wij links naar knooppunt 8, en komen aan het Hingenewiel, het grootste wiel in Klein-Brabant en bijna 4 ha groot.

    Aan knooppunt 8 nemen wij richting knooppunt 12, en gaan naar Hingendorp toe. Vlak voor wij het park van het domein Ursel inwandelt nemen wij een drankpauze in d’ Oude Poort.

    De Oude Poort was vroeger een echt ouderwetse bruine kroeg maar is nu opgewaardeerd tot een restaurant. Deze voormalige gekende afspanning zou opklimmend tot de 17de eeuw. Het was er in elk geval aangenaam even te vertoeven.

    Na een hapje en een drankje steken wij de straat over en gaan naar de ingang van het park en het kasteeldomein van Hingene. De Imposante dreef straalt echt de grandeur uit van een groots adelijk domein.

    Het Kasteeldomein d’Ursel, ook bekend als het Kasteel van Hingene, was ooit de zomerresidentie van de eeuwenoude adellijke familie d’Ursel. Het domein met zijn monumentale bomen, vijvers en slotgrachten straalt een bovenmaatse rust en schoonheid uit.





    Het kasteel kwam in 1608 in het bezit van Conrad Schetz van Grobbendonk, later Conrad van Ursel genoemd. Hij was de 5e zoon van Gaspar Schetz en Catharina van Ursel. Zijn vader was bankier in Antwerpen die handel dreef met Rusland en Brazilië en financierde ondermeer de oorlogshandelingen van koning Filips II van Spanje. Vandaar zijn leidende rol in Antwerpen. In 1617 erfde Conrad het landgoed van zijn tante, Barbara van Ursel. Een adoptieregeling waardoor Conrad en zijn erfgenamen de naam Van Ursel moesten voortzetten. Conrad liet het domein uitbouwen tot een prachtig zomerverblijf. In 1761-1765 liet zijn achterkleinzoon, hertog Karel van Ursel, het kasteel verbouwen door Giovanni Niccolò Servandoni tot zijn huidige vorm.

    Het kasteel was gedurende meer dan 350 jaar het buitenverblijf van de hertog van Ursel en zijn familie. Vanaf 1973 was het kasteel onbewoond en werd in 1994 aangekocht door de provincie Antwerpen. Het heeft ook een jachtpaviljoen aan de Schelde, u weet nog wel "Paviljoen de Notelaer". Het domein staat open voor het publiek.

    Wij Wandelen voorbij het kasteel en door de haagbeuktunnels en houden de vijver en het kasteel steeds aan je linkerzijde. Juist voor de hoofdingan van het domein, aan de kasteelmuur gaan wij via een parkwegje en komen wij in de Kleine Hinckstraat, hier gaan wij linksaf richting knooppunt 14.

    Via kleine paadjes en weilanden gaat het richting knooppunt 16 en verder naar knooppunt 19.


    Wij bereik de Havesdonckhoeve, het eertijds omwalde "Hof van Nattenhaesdonck", en zou teruggaan tot een feodale motte. Een oorkonde van 1662 getuigt van verscheidene onderhoudswerken. Verwijzingen naar de oude kern zijn o.m. de lange muurankers, de zware keldermuren (1.80 m. dik) en de sporen van de vroegere, in 1953 gedempte, omwalling.

    De Havesdonckhoeve.

    Aan de ingang van de Havesdonckhoeve staat Donatus Kwik, de boeren jongen van Nattenhaasdonck. Donatus Kwik speelt de hoofdrol in ‘Goudland’, de roman van Hendrik Conscience. In deze roman reist Donatus Kwik naar Amerika, om al vlug vol heimwee terug te keren naar zijn geliefde Nattenhaasdonck.

    Donatus Kwik, hoofdrolspeler in ‘Goudland’


    Deze hoeve is een verzamelplaats van oud landbouwalaam en volkshuisraad. Hier kan men een heropgerichte afwateringssluis van de Spierbroekpolder bekijken.

    Aan knooppunt 19 nemen wij gaan wij naar ons laatste knooppunt 50 en belanden wij terug op onze startplaats, de kerk van Wintam.

    Na een deugddoend warm drankje in Café Sint Margaretha keerden wij tevreden terug naar Gent. De wandeltocht voldeed ruimschoots aan de verwachtingen en was voor iedereen geslaagd.

    Het Hingenewiel


    Categorie:Opstap
    20-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Blankenberge Scute

    Uitstap naar Blankenberge 19 juni 2015

    Deel 2 namiddag

    De Scute en het maritiemerfgoed van Blankenberge.

    De vzw "De Scute" is opgericht in 1992. De eerste opgave van de vzw De Scute was om een replica te bouwen van de legendarische Blankenbergse schuit en in tweede instantie het maritieme erfgoed te koesteren en ons te herinneren aan het rijke vissersverleden van Blankenberge.

    De Blankenberse schuit of scute.

    De Blankenbergse vissers verdienen hun brood op schuiten of in het kustdialect Scutten (boten met een platte bodem) die ze huren waardoor het grootste deel van de opbrengst de reders toekomt. Bovendien zijn de vissers verplicht al het nodige materiaal (touwen, garen, zeilen, teer, enz.) bij de reders aan te kopen. De leefomstandigheden waren dan ook voor de visserbevolking armtierig.

    De visserswijk van Blankenberge.

    Oud vissershuisje met aangepaste woonkomer.

    Blankenberge beschikte niet over een schuilhaven en de platbodemschuiten lagen dus gewoon onbeschermd op het strand. Als er wat branding stond, kwamen deze schuiten bonkend aan op het strand. Daarom waren deze schuiten bijzonder stevig gebouwd. Ze waren ruim 11 meter lang, een kleine 5 meter breed en ze hadden een diepte van 3 meter. De platte bodem stak maar een halve meter onder de waterspiegel. De schuit had geen kielbalk maar wel een stevige eiken kielplank. Dwars op die kielplank stonden zware eiken spanten waarop de brede olmenhouten planken van de buitenhuid vastgespijkerd werden. De vrij ronde voorsteven bepaalde sterk het beeld van de Blankenbergse schuit.

    Lang ijverden de maritieme kringen om een schuilhaven te bekomen. Dit werd nog belangrijker toen grotere vaartuigen te zich opdrong.

    In 1861 wordt eindelijk de aanleg van de Blankenbergse schuilhaven goedgekeurd. De werken starten in 1863 en zijn pas in 1871 klaar. Maar door de slechte orientatie van de haven, overheersende westenwinden, is het gemakkelijk om binnen te varen maar zeer moeilijk om buiten te varen.

    Een eeuw nadat de laatste Blankenbergse schuit uit de vaart werd gehaald, bouwde een groep enthousiaste mensen van uit uiteenlopende kringen een replica van een Blankenbergse schuit:

    de B1 Sint-Pieter.

    De Blankenbergse schuit had twee strijkbare masten: een grote mast van zo’n 13 meter en een kleine mast of fokkenmast van 6 à 7 meter. Op de spitse top van de grote mast stond een ijzeren spil, waarrond de windvaan met rode wimpel waaide.

    De nagenoeg vierkante zeilen waren aan een ra opgehangen. Doordat deze ra’s op een derde van hun lengte vastgebonden waren aan de mast, hingen ze wat schuin. De natte katoenen zeilen en vooral de ra’s waren vrij zwaar en werden daarom met katrollen opgetakeld.

    Omdat de Blankenbergse schuit geen kiel had, dreef het schip bij het zeilen sterk af. Om dat driften tegen te gaan, had het schip over beide zijboorden een zwaard hangen. Het zwaard aan de lijzijde werd telkens  neergelaten. De vissers maakten het zwaard met touwen aan drie bolders op de scheepsboord vast. Als de schuit van koers veranderde en de wind van de andere kant kreeg, moest de bemanning tegelijk de zeilen strijken en aan de andere kant weer optrekken én het zwaard optrekken en dat van de andere kant neerlaten. Neen, gemakkelijk zeilen was het niet met zo’n Blankenbergse schuit.

    De Blankenbergse schuit was voor een groot deel een open schip zonder dek. Wel was aan de voorkant een overdekte roef getimmerd als verblijf voor de bemanning. Er stond een kacheltje met kolenbak om zich te warmen, koffie te zetten en vis te bakken. Tegen de achtersteven was een verhoog getimmerd van waarop de stuurman zijn roer kon bedienen. Het roer was een zogenaamd vissend roer, dat gedeeltelijk onder de bodem uitsteekt, maar opgehaald kon worden in ondiep water. De bemanning van een schuit bestond meestal uit 5 man: de stuurman, drie maats en de laver.

    Op 10 september van 1999 werd de B1 Sint-Pieter onder massale belangstelling te watergelaten. Momenteel staat de Sint-Pieter voor restauratie op het droge in de Scuteloods.

    De garnaalboot B72 Jacqueline-Denise

    Deze prachtig gerestaureerde garnaalboot, de B72 (oorspronkelijk 072) is een houten tweemaster, gebouwd op de Oostendse werf Borrey. De kiellegging had plaats vlak voor de Tweede Wereldoorlog, en in 1942 werd het schip in de vaart genomen. Het vaartuig was eigendom van reder Charles Lenaers en behoorde tot 1951 tot de Oostendse vissersvloot. Daarna werd het verkocht aan dhr. Klaas uit Terneuzen en maakte het schip als plezierboot heel wat omzwervingen in Zeeuws-Vlaanderen.

    De B72 Jacqueline-Denise ligt in de oude vissershaven op de hoek van de Franchommelaan en de Havenstraat. halte 57 "Park" voor de ligplaats (B72 Jacqueline-Denise).

    De Watson een reddingsboot.

    De Belgische reddingsdienst werd in 1840 opgericht. met oprichten van reddingsstations door de Belgische staat in Oostende, Nieuwpoort, Blankenberge en Heist of Knokke.

    Aanvankelijk waren de reddingsboten geroeid en/of gezeild en werden ze vanop het strand te water gelaten. In 1926 werden de eerste door een motor aangedreven reddingsboten ingelegd: de Minister Anseele (Oostende) en de Minister Baels (Zeebrugge). Het waren twee reddingsboten van het Watson-type die toen reeds een reputatie hadden vanwege hun zeewaardigheid, zelfoprichtend vermogen en onzinkbaarheid door de luchtdichte compartimenten.

    De Watson 1

    Onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog reorganiseerde de Belgische overheid de reddingsdiensten en bestelde zij drie exemplaren van een verbeterd Watson-type. De bestelling werd in 1946 in Engeland geplaatst bij de werf Samuel White op het eiland Wight. De drie schepen werden vanaf 1948 geleverd.

    De reddingsboot Watson 3 (nu in het Nationaal Visserijmuseum van Oostduinkerke NAVIGO) werd in Oostende gestationeerd. De Watson 2 in Nieuwpoort (nu in botencollectie van het Nationaal Scheepvaartmuseum (het huidige Museum aan de Stroom) en de Watson 1 in Zeebrugge ingezet. De Watson 3 Oostende werd als eerste uit de vaart genomen. De Watson 1 Zeebrugge werd eind 1985-begin 1986 uit de vaart genomen nadat de boot beschadigd geraakte bij het neerkomen van één van de 3,5 ton zware davits op de boot. De Watson 1 Zeebrugge kwam na enige omzwervingen terecht in de collectie van het Jan Lels museum in Hoek van Holland.

    Nu heeft de vzw De Scute de zwaart beschadigde Watson 1 in haar collectie. Een iets wat vergiftigd geschenk gezien de zeer zware restauratiekosten. Subsidies zijn aangevraagd en het is voorlopig wachten op verdere actie.

    De Scuteloods en de werf.

    De Scuteloods vindt u aan het Bevrijdingsplein 15 (de westelijke toegang tot de havengeul) aan de jachthaven van Blankenberge. Wie met de trein komt, neemt aan het station best de tram naar halte 56 "Harendijke" voor de loods en de werf, 

    De vereniging heeft ervaring met het bouwen en herstellen van houten boten en schepen en beschikt sinds 2008 over een eigen museum: het Maritiem Scutemuseum, met voorwerpen, tekeningen, foto’s en dvd’s over de Blankenbergse visserij, en een schaalmodel van de legendarische Blankenbergse schuit. Het museum gaat over de Blankenbergse visserij uit vorige eeuwen en het herbouwen van de Blankenbergse schuit. Verder bevat het museum ook de collectie Bayot (van Cyriaque Bayot, een industrieel uit Ecaussines met veel belangstelling voor erfgoed uit de scheepvaart, delen van zijn collectie verkocht hij o.a. aan Blankenberge)

    De vzw De Scute beschikt over een bescheiden museum .

    Mooie knoppen en vlechtwerk.

    De werf en de loods.


    Bootjes in opbouw.



    De garnaalboot B72 Jacqueline-Denise in de haven van Blankenberge.

    Het afscheidsmoment aan de B1 Sint Pieters na een prachtige namiddag.


    Met dank aan de mensen van de VZW De Scute


    Categorie:Opstap
    19-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Blankenberge Belle Epque

    Uitstap naar Blankenberge

    en het Belle Epoquecentrum.

    19 juni 2015

    Deel 1 voormiddag

    De periode tussen 1870 tot 1914 wordt omschreven als de

    'mooie eeuw 'of de ‘belle époque'.

    In de Belle Epoque periode ontwikkelde Blankenberge zich van een eenvoudig vissersdorp tot een mondaine badplaats en werd na Oostende, the place to be voor de beau monde.

    De Blankenbergse belle epoquewoningen zijn vaak vrij goed bewaard gebleven en het is de enige Belgische badplaats waar men nog zoveel tegeltableaus in de gevels aantreft.

    Het waren de plaatselijke architecten, geen Horta of Van de Velde, die eigen creaties bedachten om de bouwheren te plezieren en Blankenberge een florissant uitzicht te geven.

    Fleurig en elegant maar ook ietwat naïef en een wonder van diversiteit en techniek. Meer dan 1 eeuw later bekoort het wandtegelerfgoed nog altijd de menig bezoeker van deze badstad.

    Met de industriële revolutie ontstond voornamelijk bij de burgerij een groeiende welstand. Deze wilde maar al te graag met haar welstand pronken maar er ook van genieten. Ze ontvluchtten de ongezonde en deprimerende industriële stadskernen en zochten te Blankenberge verpozing .

    Het spoorwegennetten was toen het ideale middel om zicht snel en comfortabel ter verplaatsen. De aanlokkelijkheid van de zee en amusement in de badplaatsen maakten algauw furore.

    Van de badcultuur kwam de bad architectuur. Luxueuze hotels en mooie villa’s werden een tendens voor de welgestelden. Voor de lokale bevolking, de vissers en arbeider, was dit een schril contrast met hun leefwereld.

    In het Belle Epoquetijdperk ontplooiden zicht elektriciteit en andere energiebronnen. Staalconstructie, legeringen, non-ferrometalen en chemische ontwikkelingen zorgden voor tal van nieuwigheden: luchtvaart, auto, rad

    io en film..

    Het economiesbestel vervormde van kapitaal naar consumptie met toename van productie en met daling van de prijzen en

    een verhoogde welvaart voor het merendeel van de bevolking. Bovendien schonken de kolonies het Europese bedrijfsleven goedkope grondstoffen.

    De industrialisatie trekt de plattelandsbevolking naar de stedelijke industriecentrums op zoek naar een beter leven. Met een overbevolking en een stedenexplosie als uitvloeisel. Antwoord hier op waren grote urbanisatieprojecten in de industriesteden om de mensonwaardige leefomstandigheden te verbeteren.


    De vissersbuurt te Blankenberge omstreeks 1900 een schril contrast

    met de flamboyante Belle Epoquegebouwen.

    Tegen de bedrieglijkheid van de burgerlijke maatschappij en de wantoestanden ageren arbeiders en kunstenaars en verzet zich tegen de euforische schijnwereld van mateloos materialisme. De wantoestanden verdwijnen slechts langzaam.


    De art nouveaux/jugendstil is de stijl ontstaan rond 1875. In deze stijl zijn twee richtingen te onderscheiden.

    1. Er is een florale organische stijl die de naam art nouveaux meekrijgt en die vooral in de Romaanse landen voorkomt.
    2. En er is de jugendstil, een eenvoudige lineaire en geometrische stijl, die vooral in de Germaanse landen te vinden is.

    Het was de Waalse ingenieur Léon Malécot die poogde het toerisme te commercialiseren.
    Onder zijn impuls en leiding wordt het kursaal gebouwd en op 21 augustus 1859 opengesteld.

    Het Belle Epoque casino op de dijk van Blankenberge.

    Het casino komt op het stuk duin waar voordien het Blankenbergs fort Napoleon stond. Het stadsbestuur verwerft de duin in 1873. De realisatie loopt niet echt vlot en het bouwwerk is pas in 1886 klaar.

    Het Blankenbergs kursaal verwerft een sleutelpositie als ontmoetingsplaats en trefpunt van de ‘bonne société’. Het gebouw bestaat uit twee bouwlagen en heeft een voorgevel in Moorse stijl. Ze beschikken er over een grote feestzaal, restaurant, leeszaal, muziekzaal, biljartzaal en ‘salon de conversation’. Het accent ligt duidelijk op de vermaaksfunctie gecombineerd met een logeeraccommodatie van 120 kamers.

    In 1930 beslist men een nieuw casino te bouwen. Het wordt een volwaardig voorbeeld van modernistische architectuur.

    Een kursaal is in oorsprong een gemeenschapsgebouw voor badgasten maar ontwikkelt zich langs de Belgische kust tot een typisch vermaaksgebouw.


    In het laatste kwart van de 19de eeuw worden nog belangrijke werken uitgevoerd in functie van het toerisme waaronder in 1886 de aanleg van de tramlijn Oostende-Blankenberge en in 1894 de bouw van de gietijzeren pier.

    De gietijzeren pier in Blankenberge wordt in 1894 gemonteerd en opengesteld voor het publiek. Het achthoekig platform is bekroond met een sierlijk paviljoen in art-nouveaustijl waarbij gietijzer en glas domineren.

    In 1914 steken de Duitsers de pier in brand. Er blijft enkel een verwrongen skelet over.

    In 1931-1933 bouwt het stadsbestuur op eigen kosten een nieuwe betonnen pier bestaande uit een wandelbrug met feestpaviljoen.

    Het Belle Epoquecentrum.

    Het Belle Epoque Centrum laat ons kennis maken met de tijd die we in de 19de en 20ste eeuw kenden: de belle époque. Deze periode kent zijn gloriejaren tussen 1870 en 1914, waarin de Europese burgerij een opvallende welvaart kende.

    Het Belle Epoquecentrum

    Drie belle-époquevilla's, daterend van 1894, werden gerestaureerd en verbouwd tot een bezoekerscentrum. Wij werden er ondergedompeld in de zorgeloze en feestelijke sfeer die Blankenberge uitstraalde ten tijde van de belle époque. Een interactieve tentoonstelling met affiches, postkaarten, spelletjes, kledingsstukken, foto's en filmmateriaal  vertelt een nostalgisch verhaal. Opvallend goed bewaard zijn enkele prachtige exemplaren van de wandtegeldecoratie. Een ontdekking wat de art nouveau betekende in Blankenberge.


    Het dakterras

    Op de eerste verdieping.

    Een Bele Epoquekamer.


    Categorie:Opstap
    07-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mortsel, deel 1

    Daguitstap naar Mortsel

    Kasteel Cantecroy en Fort IV
    Gent 9:07 u. – Mortsel–God 10:14 U.

    Gent: Betrokken tot zwaar bewolkt
    Mortsel - God: Zwaarbewolkt en buien.

    Het kasteeldomein Cantecroy zorgt samen met Fort 4  voor een groene verademing
    binnen het dichte bebouwde weefsel van Mortsel.

    Voormiddag Kasteel Cantecroy.

    De bestaande gebouwen (kasteel, hoeve en poortgebouw) op de site hebben een vrij gesloten typologie met specifieke raampartijen. Er is een weinig directe relatie tussen gebouwtoegangen en het park.
    Het kasteel en de kapel hebben samen een bebouwde oppervlakte van 1.700 m². Het hoeve heeft een oppervlakte
    van 300 m². Het poortgebouw heeft een oppervlakte van 400 m². De gezamenlijke bebouwde oppervlakte is 2.400 m². De gezamenlijke bovengrondse vloeroppervlakte is 7.829 m². Onder het kasteelgebouw bevindt zich een kelder van 1.809 m².

    Het kasteel Cantecroy is een van de oudste burchten uit Antwerpen, en ontstond waarschijnlijk uit een Frankische nederzetting. De geschiedenis van dit kasteel gaat terug tot ver voor de Middeleeuwen.
    Cantecroy speelde een belangrijke rol zowel in de Antwerpse als in de Belgische geschiedenis.
    In de vroege middeleeuwen beheerste de burcht Cantincrode één van de belangrijkste toegangswegen naar Antwerpen. Volgens een keure uit 1289 hoorde de heerlijkheid Cantecroy toe aan Ridder Wouter Volckaert. Hij was één van de invloedrijkste en welstellende lieden van die tijd.

    Voormalige eigenaars zijn o.m.: Volcaert (13de e), Berthout (13de e. tot 14de e.), Van Ranst (14 de e. - 16 de e.).
    In de 16de e. verbouwde Kardinaal Antoine Perrenot de Granvelle, (minister van Karel V, raadgever van landvoogdes Margaretha van Parma en de eerste aartsbisschop van Mechelen) het middeleeuwse slot tot een weelderig prinselijk buitenverblijf en vergrootte het landgoed die in 1570 door Filips II tot het graafschap Cantecroy verheven werd.

    Het werd een trefpunt voor diplomaten, geleerden en kunstenaars. Willem de Zwijger was een regelmatige bezoeker. Kardinaal Granvelle en later de hertog van Alva brachten ook de nodige versterkingen aan. Cantecroy was immers zeer strategisch belangrijk als versterking voor Antwerpen en als controlepunt voor de wegen van Antwerpen naar Lier en Mechelen.

    Cantecroy in de 17de eeuw met de brede grachten en versterkingen.

    Voor de aardenwal werd een zware ringmuur gebouwd met bastions op de hoeken en aan de noordzijde een verhoogd artilleriestukkenterras. Zo werd Cantecroy in die tijd de voornaamste uitvalsbasis van de Spanjaarden in onze streken.

    Na de plundering van de Spaanse soldaten, de Spaanse Furie genoemd, op 4 november 1576 te Antwerpen om hun achterstallige soldij te recupereren, ontstond een zeer sterk anti-Spaanse stemming in de Lage Landen. Dit leidde tot het aaneen sluiten van de gewesten van de Nederlanden en zich verenigden in een Generale Unie die ondertekend werd op 8 november 1576, of ook de Pacificatie van Gent. Ze werd ondertekend in de pacificatiezaal van het Stadhuis van Gent. Dit politieke enorm succes voor Willem van Oranje.

    Na de Pacificatie van Gent werden de Spanjaarden aangevallen door de verenigde Nederlanden en teruggedreven. Cantincrode hield lang stand maar moest zich in 1577 overgeven. In 1577 werd het slot ingenomen door de troepen van Willem van Oranje. Twee jaar later werd Cantecroy door Alexander Farnese, hertog van Parma, heroverd. Hij vestigde er zijn hoofdkwartier tijdens het beleg van Antwerpen van 3 juli 1584 tot de val van Antwerpen op 17 augustus 1585.

    U vormgeplaatste gebouwen, de vierkante donjon (behoort tot het oudste deel), ronde toren en polygonale hoektoren. Op de foto rechts: de donjontoren en op het voorhof een schandpaal.

    Met het Twaalfjarig bestand (1609 – 1621), een periode van wapenstilstand tijdens de Tachtigjarige oorlog waarin niet of nauwelijks door de Verenigde Republiek der Nederlanden met de Spanjaarden werd gevochten, kwam er voor Cantecroy een tijdperk van afbraak van quasi heel het centrale gedeelte. De door schulden overlaadden eigenaar Jan Maes riep hulp in van de stad Antwerpen, die hun kans schoonzagen om definitief met Canteroy af te rekenen en Maes verplichtte de meestertoren en bijna alle centrale gebouwen af te breken.
    In 1618 kocht de stad Antwerpen de donjon en verscheidene andere gebouwen op, om de burcht haar versterkt karakter te ontnemen, het kasteel werd ontmanteld (muren, bastions en toren) en leverde op die manier bouwmaterialen voor restauraties in de omgeving.

    Het kasteelgebouw

    In de 17de eeuw verbrokkelde het landgoed en was o.m. in handen van de Fiennes (17de e. – 18de e.).
    Ook in de 19de en de 20ste e. kende Cantecroy meerdere eigenaars.

    In 1945 kocht een juffrouw Rosalie Van Dale (Antwerpen, 21 februari 1909 - Mortsel, 20 maart 2002) het totaal verwaarloosde kasteel Cantecroy. Juffrouw Van Dale was eigenares was van de alom gekende winkelketen “De Wolmolen”. Deze textielwinkels van Roslie van Dale hadden boven op de pui een gevelsteen met een molen en haar initialen.



    Links: een reclameplaat van winkelketen De Wolmolen. Rechts: een gevelsteen van de winkelketen De Wolmolen. RVD of Rosalie Van Dale.

    Jufvrouw Rosalie Van Dale liet het kasteel restaureren volgens oude tekeningen uit de 16de eeuw. Er werden evenwel wat gebouwen toegevoegd en het uiterlijk wat aangepast aan volgens de creatieve en dynamische wensen van de eigenares.


    Links de kleine kapel en rechts een mooi gerestaureerd salon.

    Na het overlijden van Rosalie werd het beheer overgenomen door de Zilver Avenue Participatiemaatschappij die senioren de mogelijkheid bood te participeren in luxe serviceflats. Toen dit dreigde te mislukken is de Kasteel Cantecroy NV opgericht. De luxe serviceflats werden behouden. Daarnaast bevat het kasteel tegenwoordig een voor publiek toegankelijke foyer, verschillende vergaderzalen, een wellness-centrum en een grand café.

    Na een boeiende voormiddag sloten wij ons bezoek aan Cantecroy af met een heerlijke lunch in het Grand Cafe van het domein Cantecroy.

    Onze gids Mevr. Kristel Van Doorslaer gaf ons een bijzonder geslaagde rondleiding en vertelt voluit over de rijke geschiedenis van dit prachtige domein.

    In de namiddag stond een bezoek aan Fort Vi op het programma.

    Hierover in een volgende blogpagina.


    Categorie:Opstap
    06-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Mortsel, deel 2

    Mortsel - Fort IV

    Dinsdag 9 juni 2015



    Even wachten op de gids aan de hoofdingang van het Fort IV.

    Onze gids Dhr. Francis Wijnen.

    Start van de rondleiden: 14.00 uur .

     

    De hoofdingang van het fort met bomvrije gang/tunnel.
    Links het bezoekerscentrum.Op het einde van de tunnel de toegangspoort tot het reduit.

    In het bezoekerscentrum kregen wij informatieve over het ontstaan van de Brialmontforten. In het kleine tentoonstellingsruime staat een 3D-maquette van het Fort IV en een aantal oude legeruniformen van 1914.

    Plattegrond van het fort.

    De rondleiding verliep gedeeltelijk in open lucht, vaak ook deels ondergronds en voor de onwennige bezoeker langs een wirwar van gangenstelsel, tunnels, caponnières en halve caponnières, glacis en bedekte wegen tot een met de kanonkelder.

    De opbouw van het fort met zijn verdedigingstellingen.

    Alle constructies werd tegen bominslag beschermd door een meters dikke grondlaag boven op het dak van het bouwwerk.

    Het hoofdfrontgebouw, met de verblijven, opslagplaats artillerie: affuiten, materiaal en paarden.


    Het hoofdfrontgebouw werd vooral gebruikt door de artillerie. Men bracht er verblijven onder voor de soldaten en onderofficieren. Ook de paardenstallen en verblijven van de paardenknechten bevonden zich daar. In de talrijke andere ruimtes waren de vele logistieke benodigdheden van de fortartillerie ondergebracht . De onderscheidene lokalen zijn met elkaar verbonden door een galerij, een lange halfcirkelvormige gang , opslagplaats van de affuiten. Een centrale gang leidt naar de caponnière.



    Toegang tot de ondergrondse ruimtes en caponnières.


    Aan beide zijden van het hoofdfront, op de hoeken liggen de halve caponnières, bestaande uit een gang en batterijen. Halve caponnières zijn verdedigingsruimtes om de hoofd caponnières tegen zijdelings aanvallen te beschermen.

    De Kanonnen 15,0 cm moesten het opnemen tegen de 30,5 cm Motor-Mðrser M1, van Skoda uit Oostenrijk.

    De caponnière, een naar de vijand gericht eilandje, beschermd het front van het fort. Het is bestaande uit twee bomvrije flanken en een driehoek waarin een centrale gang verbonden is met de batterijen, opslagplaatsen enzovoort. De caponnière was oorspronkelijk met het hoofdfront verbonden door een houtenbrug. Deze is nu vervangen door een bakstenen brug.
    Hier had men een wijds zicht op de brede omgeving rond het fort en het glacis, de fortgracht en de bedekte weg.
    Dit onderdeel van het fort moest met vuurkracht beletten dat men het fort zou benaderen of het glacis en de fortgracht zou oversteken.
    Nu is het fort dichtbegroeid met bomen en struikgewas uitzicht op de omgeving is er nog moeilijks .

    Het meest indrukwekkende onderdeel van het fort is het Reduit, gevormd door twee halve cirkels met een centrale binnenkoer. Op de gelijkvloerse en eerste verdieping waren onder meer opslagplaatsen en troepenkamers ondergebracht.
    Rond het reduit loopt een droge gracht, beschermd door de contrescarp (een van de vesting afgekeerde grachtboord) met bakstenen muur en muuropeningen aan de zijde van het reduit. Na een tunnel kwamen wij in een indrukwekkende ringvormige gang die het reduit binnenin omzeggens volledig omcirkeld.
    In dit gedeelte van het fort bevonden zich alle kazerne voorzieningen.
    Op de verdiep is de verpleegpost, de wasplaatsen, slaapruimtes en refter voor de soldaten, de mess officieren en nog veelmeer aanwezig van het voormalige kazerneleven aanwezig.



    De gang met de soldatenkamer in het reduit.

    De indrukwekkende rechthoekige binnenkoer, vroege verzamelplaats van de gekazerneerde militairen, wordt nu als evenementenruimte gebruikt. De koepelzeilen geven aan het geheel een extra facet.

    De binnenkoer van het reduit met zeil overdekking.

    Langs een aantal gangen en trappen bereikten wij het bovendeel van het reduit. Het uitzicht over het te verdedigende landschap zit nu verscholen achter een groene gordel van bomen en struikgewas. De stille omgeving is een schril contrast met het doel van het bouwwerk.
    Tijdens de 1ste wereldoorlog was gebleken dat de Forten van Antwerpen niet opgewassen waren om Antwerpen te beschermen voor een bombardement.
    In 1924 werden de verdedigingsgordel en de Veiligheidsomwallingen als vestingwerken geschrapt en verdween de zo verafschuwde krijgsdienstbaarheden. Tot dan toe mochten er enkel houten huizen gebouwd worden binnen een straal van 585 meter rond de militaire bouwsel en schansen.
    Mortsel kon zich nu eindelijk naar het zuiden uitbreiden. Twee houten huizen herinneren nog aan de tijd van de krijgsdienstbaarheden, je kan ze zien in de Lindelei te Mortsel.
    Fort IV bleef echter in dienst als kazerne.
    Korte geschiedenis van het fort.

    De betonconstructies, noch de pantserkoepels waren in 1914 bestand tegen de artillerie van het Duitse leger. Op 8 oktober 1914, begon op het middaguur het bombardement op de Forten 3, 4 en 5 en op de schansen tussen de forten. Tijdens dit bombardement kreeg de fortbatterij een voltreffer met catastrofale gevolgen. Er ontstond paniek in het Fort en het garnizoen moest zich noodgedwongen (veiliger) achter het Fort op te stellen. De verdediging van Fort IV werd tijdelijk overgenomen door de Britten.
    Op 8 oktober ‘s namiddag gaf de commandant van Vesting Antwerpen het bevel de rechter Schedeoever tijdens de nacht van 8 op 9 oktober te verlaten en de Schelde over te steken richting Waasland. Op 10 oktober capitulerende Antwerpen. Een roemloos einde van ons Nationaal Reduit !
    Daar gebleken was dat de Brialmontforten Antwerpen niet beschermden tegen een bombardement werden deze definitief als vestingwerken geschrapt. De krijgsdienstbaarheden werden eveneens afgeschaft en kon Mortsel zich eindelijk ook uitbreiden. Voorheen mochten enkel houten huizen gebouwd worden binnen een straal van 585 meter rond het Fort en moesten aan allerlei militaire voorschriften nageleefd worden. Fort IV deed evenwel nog steeds dienst als kazerne.
    Tijdens wereldoorlog II gebruikten de bezetters het Fort als depot van o.a. opslag van vliegtuigbommen en Flak-munitie.

    Bij het bombardement op Mortsel van 5 april 1943 vielen er ook enkele bommen op Fort IV. Na de bevrijding van Antwerpen Fort IV 2 keer getroffen door een V-bom.
    In september 1947 werd fort 4 als opslagruimte in gebruik genomen en vormde samen met het Fort V, Edegem, het "Basis Ordonnance depot".

    Op 30 augustus 2000 werd fort IV door het leger definitief verlaten. Stad Mortsel werd de nieuwe eigenaar van fort 4.
    Het volledige bezoek duurde ongeveer 4 uren.

    Praktische aanbevelingen:
    - draag goede wandelschoenen.
    - hele wat trappen en hellingen.
    - in de onderaardse ruimtes is de temperatuur 11 °C .


    Categorie:Opstap
    20-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vroenhoven - Lanaye

    OPSTAP

    Vrijdag 8 mei 2015

    Vroenhovenbrug, Apostelberg, Jekervallei, Sint-Pietersberg, Kanne, Eben-Emael , "reserve naturelle de la Montagne, Thier de Lanaye en eindigen in Lanaye (Ternaaien).

    De tocht begint aan de brug over het Albertkanaal te Vroenhoven, de plek waar, wat België betreft, de II wereldoorlog begon. In het brugcomplex kan men meer vernemen over de aanvallen in mei 1940 op de bruggen van Vroenhoven en veldwezel.

    De brug van Vroenhoven, met museum, amfibietheater, cafetaria, klimmuur...

    Net over de brug in de richting Maastricht nemen wij rechts langs het Albertkanaal. Na 700 m. links de Bieslanderweg in, voorbij de grenspalen 78 en 77. Weldra ligt links Wolders, een wijk van Maastricht.

    Wolder heeft een lange geschiedenis die teruggaat tot de Romeinse tijd. Eertijds behoorde het gebied rondom Wolder tot het graafschap van de Vroenhof, een Brabants leen.

    In 1920 werd Wolders het ingelijfd bij Maastricht.

    Nu rechts de Dalingweg en vervolgens Susserweg en wij komen aan het wijngoed Apostelhoeve.

    De holleweg naast de Apostelhoeve. De bebouwing op de achtergrond is de de Nekumhoeve.

    De Apostelhoeve ligt op de Louwberg en is het verlengde in NO. richting van de Cannerberg en een overbuur van de Sint-Pietersberg en is gelegen ten NW. van het Jekerdal.

    Opvallend zijn de wijngaarden van de Apostelhoeve en Hoeve Nekum.

    Wij dalen via de holleweg naast de Apostelhoeve af en dwarsen de N619, (Maastricht – Kanne) de Nekumweg in. Voorbij de Nekumhoeve komen wij aan de Jeker en de Nekummolen.

    De Nekummolen aan de Jeker, een ideaal rustpunt.

    In de molen werd glazuur gemalen voor de Maastrichtse aardewerkindustrie. Dit glazuur is een melkachtige pap die op aardewerk wordt aangebracht, voor ze in de oven worden gebrand om  het waterdicht te maken. Vandaar de Maastrichtse naam Vernismolen.

    Op de Jeker waren veel watermolens bedrijvig.

    Wij dwarsen de Jeker en vervolgens de Mergelweg en beklimmen de Sint-Pietersberg. Boven aan de kiezelweg nemen wij rechts. Aan de linkerzijden staat de GR. - LAW wegwijzer van het Pieterpad. Het oudste lange afstandspad van Nederland van Pieterburen naar Sint-Pietersberg.

    Onder deze mergelberg zijn wel 240 km. gangen. die in woelige tijden vaak dienen als schuilplaats voor de plaatselijke bevolking.

    Wij volgen de kiezelweg, aan een viersprong gaan wij schuin links licht berg op. Voorbij het poortje hebben wij een prachtig zicht op het kasteel van Neercanne.

    Het kasteel dateert uit 1698

    Maar de markante hoektorens en enkele bijgebouwen in Maaslands renaissance dateren uit 1611. De baroktuin is deels gereconstrueerd. Bijna alle gebouwen zijn opgetrokken uit mergelsteen.
    Wij gaan nog even rechtdoor, met rechts in de weiden enkele grenspalen.

    Beneden in de vallei zien wij het dorpje Kanne liggen.

    Aan een smal grazig pad rechts dalen wij af naar de dorpskern van Kanne. Wij gaan voorbij de kerk en de brug over de Jeker en dalen af naar de het Albertkanaal en gaan de brug over aan de rechtszijde .

    De ophangbrug van Kanne.

    Vervolgens dalen wij de trappen af en nemen beneden schuin rechts het Avergat. Een 100 m. verder, aan een mergelgrot, nemen wij links. Op de weg Kanne – Eben-Emael nemen wij links een veldweg, gaan voorbij de Moulin de Frangéle en steken de Jeker over en iets verder komen wij aan het de ingang van het Fort van Eben-Emael.

    De molen nabij het fort van Eben-Emael

    Dit onneembaar gewaande fort beslaat een oppervlakte van 75 Ha. Deze versterking moest elke poging om het Albertkanaal over te steken verhinderen. Op 10 mei werd het fort op amper 15 minuten tijd overrompeld door slechts 80 soldaten die met zweefvliegtuigen op de boven terreinen van het fort landden.

    De ingang van het fort van Eben-Emael.

    Links naast de ingang van het fort nemen wij de trappen en beklimmen de heuvel tot wij bovenop het fort staan.

    Over het terrein staan de geschuts- en observatiebunker verspreid. Wij dwarsen het boven terrein van het fort en gaan in ZO. richting een pad die hoog boven en parallel aan het Albertkanaal loopt. Aan een wandelpoortje aan de linkerzijde nemen wij een nogal steile afdaling naar het Albertkanaal toe of de Thier de Lanaye. 

    De Thier de Lanaye is een van de steile hellingen aan de oostkant van het Belgische deel van de Sint-Pietersberg. Thier is het lokale woord voor de steile hellingen van de Sint-Pietersberg.

    Het gebied bestaat eigenlijk uit twee delen, een deel bovenaan de helling met zijn kalkgraslanden en een met de ingangen van de ondergrondse kalksteengroeves.

    We komen voorbij ondiepe mergelgroten aan de rechterzijde met mooie horizontale 30 cm. dikke silex (vuursteen) lagen.

    De Thier de Lanaye leidt ons langs vele prachtige panorama’s, enorm mooie vergezichten, en een unieke natuur.

    Een blik op de sluizen van Ternaaien, gekend als de stop van Ternaaien.

    Aan de Maas kant zien wij de enorme mergelafgravingen door de cementreus ENCI, die tegen het protest in van de milieuorganisaties in de berg verpulverd.

    Een maal aan het Albertkanaal, volgen wij deze even naar rechts tot aan de brug van Lanaye.

    Wij gaan de brug over het Albertkanaal over en komen in het dorp, Lanaye

    Lanaye werd in de jarendertig van de twintigste eeuw bij het graven van het Albertkanaal gescheiden van de Sint-Pietersberg en alzo kwam het dorp als een eiland tussen kanaal en Maas te liggen.


    Aan de kerk zit onze wandeltocht er op.

    Als toemaatje bezochten wij er het kleine maar interessante streekmuseum Maison de la Montagne Saint-Pierre.

    Deze interactieve permanente tentoonstelling ‘Sint-Pietersberg, juweeltje van de natuur in een eeuwenoude schatkist’ gidst de bezoeker door de geschiedenis van de streek.

    Het geeft ook op boeiende wijze een inleiding in de rijke en unieke fauna en flora en het ontstaan van het gebied.

    Om 16.29 u vatten wij met TEC. Bus 78 (Lanaye – Visé). de terugreis naar Gent aan.


    Categorie:Opstap
    01-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Opstap in mei en juni 2015

    Op 19 mei gaan wij naar Mortsel

    en bezoeken er

    Kasteel Cantecroy


    en Fort IV



    Categorie:Opstap
    04-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Valentijnsmenu 2015

      

    Nieuwjaars - Valentijnsmenu

    Vrijdag 20 februari 2015

    “Hotel de Lourdes”

    Onze-Lieve-Vrouwdreef 6, 9041 Oostakker om 12:00 u

    Menu

    Kirr - Royal of fruitsap + hapjes

    ***

    Zeebrugse aardappel gevuld met grijze garnalen

    ***

    Groenten roomsoepje

    ***

    Varkenscarré ‘Grand-Mère’ met winterse garnituur en kroketten

    ***

    IJstaart met frambozencoulis.

    ***

    Koffie met versnaperingen

    - verse cake

    - verse wafel

    - ………….

    Wijnen en water inbegrepen. 

    Dit menu bieden wij onze leden aan voor de prijs van 45,00 euro/persoon.

    Niet-leden betalen 50,00 euro per persoon.

    Inschrijven bij Emmanuël

    Betalen vóór 28 januari 2015op reknr. BE59 0001 6890 8726

    Gemakkelijk bereikbaar met hetopenbaar vervoer,

    ruime autoparking op enkele meters van het restaurant.

    Wil je samen zitten met enkele vrienden laat het ons tijdig weten.


    Categorie:Samenkomsten
    14-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoge Venen 2015
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Natuurtocht Hoge Venen.

    Zaterdag 10 januari 2014

    Van Sourbrodt naar Kuchelscheid.

    Lichte regen, hevige windstoten, 14 graden C.

    Startplaats: Kerk Sourbrodt, provincie Luik.

    Aan het kerkje van Sourbrodt namen wij de Rue de Bosfagne. Na 750 m. rechts Rue du Coin Du Bois en 60m. verder de weg links op. Volg de weg 400m. en gaat hier rechtdoor de grindweg op.

    Na 250m. kwamen wij aan het plaatsje gekend als Cwène do Bwès.

    Monument Halifax.

    Volgens het plaatje zou hier op 4 juli 1943 een bemanning zijn omgekomen. Voor de bemanning staat echter ook een monument in Loncin, het herdenkt de crew van de Halifax II HR734 (NP-P) van 158 Sqn, slachtoffer van Ofw Reinhard Kollack van 7./NJG4. Welke crash hier bij het monument in het gehucht Sourbrodt wordt herdacht is niet duidelijk.

    Misschien zou het kunnen gaat het om de Halifax DT784 (10 Sqn RAF) die in Sourbrodt op dezelfde datum neerstortte.

    De bemanningsleden Morley en Sadler liggen begraven in Hotton.

    Op naar het Russischkruis in de nabijheid van Rue du Rur.

    Het Russisch kruis en het Kamp van de Russen te Bösfagne

    Hier stond tijdens W.O. II een krijgsgevangenkamp.

    Toen Duitsland in juni 1941 Rusland binnenviel hadden zij honderdduizenden gevangenen. Vanuit het verdelingskamp in Düren belanden er begin maart 1943 een vijftigtal krijgsgevangenen in Sourbrodt. In het kamp van Elsenborn zaten al meer dan 200 krijgsgevangenen. Zij vonden onderdak in barakken die opgetrokken waren door boswachters.

    Het achtarmige Russisch kruis is een variant op het Latijnse kruis.
    De verticale balk symboliseert de stamboom van de mensheid vanaf Adam tot aan het einde der tijden. De kleine horizontale balk is de onzichtbare wereld, de wereld der engelen. De grote balk is de bekende wereld, de Aarde, en daarmee ook de mensheid. De onderste balk verwijst naar de twee veroordeelden die aan de rechter- en linkerzijde van Christus gekruisigd waren. De ene bespot Christus, de ander vroeg hem vergiffenis. Symbolisch: de mens vrij is om gered te worden.
    De Russische gevangen konden op heel wat affectie rekenen van de plaatselijke bevolking. Velen leggen het verband met hun gedeporteerde kennissen die waarschijnlijk een zelfde lot ondergaan. De krijgsgevangen moesten immers uitgerekend die arbeidskrachten in het bos- en veldwerk vervangen.

    Het kamp was een carré van 45 m. met een dubbele rijprikkeldraad omheind. Noordelijk buiten het kamp stond een opslagplaats van 25 m. die dienstig was als materiaal en nachtverblijf voor de wachter. 2 Duitse soldaten (oorlogsgekwetsten) de ene uit Düren, de andere uit Aken en één Belgische boswachter.

    De gevangenen hadden twee tegenover mekaar staande barakken van 30 meter. De ene barak bestond uit 3 slaapzalen, de andere was opgedeeld in 4 ruimtes: eetzaal, keuken, voorraad- en linnenkamer.

    De voornaamste taak van de gevangenen was houthakken en klusjes in het kamp. In de winter werden ze ingezet om de wegen vrij te maken en in de zomer hielpen ze bij het hooien. Een put gegraven buiten het kamp verschaft drinkwater.

    Ernstige incidenten waren er niet. Een vluchtpoging strandde reeds te Küchelscheid en de vluchteling werd op water en brood gezet.

    Er waren in het kamp slechts twee overlijdens, een door giftige paddenstoelen en een andere door het eten bedorven vlees. Zij werden eerst in een steengroeve nabij het Nidrum begraven, waar de gestorven gevangenen van het kamp van Elsenborn begraven werden. Later werden die overgebracht naar het kerkhof van Nidrum. De 28 graven van gevangenen zijn afkomstig van Bös-fagne en Elsenborn.

    Op de grafsteen staat een gele ster op een rode achtergrond met het opschrift:

    Onbekend

    Sovjetische krijgsgevangenen

    Oorlog 1941-45

    Onbekend

    Sovjetische krijgsgevangenen

    Oorlog 1941-45

    Bij de opmars van de geallieerden in september 1944, werden de gevangenen overgebracht naar het kamp van Elsenborn, en vervolgens naar Duitsland. Hun verder lotsbestemming is niet gekend.
    In “1963” plantten de “vrienden van het veen” ter nagedachtenis van deze gevangenen het Russischkruis.

    Het Rurbusch.

    Het Rurbusch, is een overblijfsel van een uitgestrekt beukenbosgebied dat van Küchelscheid tot aan de van het Fagne Wallonne liep. De gemiddelde hoogte is 600 meter. De Waalse naam is “lu Rôbrû” of groot bos. Rond 1794 was het bij het Hertogdom Luxemburg. In 1815 kwam het Pruisen toe en is sinds 1920 is het Belgisch grondgebied.
    Het oostelijke deel, Küchelscheider Wald, is nu een sparrenbos. Van het oorspronkelijke beukenbos is in het westelijke deel nog slechts een derde deel over. Het beukenhout werd eeuwenlang gebruikt voor het stoken van houtskool. Afnemers waren de messingmakerijen in de regio van Achen. Vanaf de 16e eeuw was het hout verbruik zo immens dat het bosbestand ernstig dreigt werd. Overheidsmaatregelen werden ingevoerd om verdere schade aan het bos te voorkomen. Het houtskooltransport verliep voornamelijk langs de Kupferstraße in het oostelijk deel van het Rurbusch.
    Daar in een beukenbos slechts heel weinig licht de bosbodem bereikt, kunnen de meeste planten er niet gedijen en de bodem er eerder arm en zuur. De witte veldbies bloeit er in mei en juni met witachtige bloemen. In het voorjaar bloeit er de gekende Wilde narcis.

    Op naar het Kreuz im Venn.


    De Richelsley is een fameus rotsblok (400 miljoen jaar oud) dat vlakbij Reichenstein ligt. Wijl het omliggende gesteente helemaal is weg geërodeerd, is de Richelsley als een vrijstaand rotsblok overgebleven.
    De pastoor van Kalterherberg liet in 1890 bovenop de Richelsley een stenen kruis neerzetten. Dit ter aandenken aan monnik Stephan Horrichem, Prior van het klooster Reichenstein, en de monniken die in eenzaamheid aan de rand van het veen leefden en voor de zielzorg in het Land van Monschau zorgden.

    Clara Viebig beschrijft in haar boek "Kreuz im Venn" de tegenstellingen tussen de verlichte stedelijke elite en de arme diepgelovige bevolking in het veen en de strafgevangenen die in een barak aan de rand van het veen woonden.
    Het rotsblok refereert aan Richwin, de stichter van de burcht Richwinstein, en het huidige klooster Reichenstein. De belangrijke handelsweg tussen de Ürdingen a.d. Rijn en Trier was tevens ook een pelgrimsroute.

    Bij Herzogenrath kon men de Worm over en gingen verder naar Aken. Daarna trok men door de Hoge Venen naar Prüm en vandaaruit naar Trier. Deze handelsroute werd de Kupferstraße genoemd. De messingproducten uit Aken en Stolberg werden erover getransporteerd. In de omgeving van de Richelsley is er nog een stuk van de Kupferstraße dat naar Ruitzhof leidde. Op de eens zo drukke Kupferstraße is er nu stilte en puur natuur.

    De Veenbaan en de Ravel 48.

    Van Reichenstein volgen wij de veenbaan in zuidelijke richting over een drietal kilometer over een licht golvende rustig fietspad.

    Kuchelscheid, een klein gehucht van Kalterhertberg, bereiken wij omstreeks 15:30 u.

    Na een druilige dag maar in een buitengewoon prachtig landschap hebben wij nog ruim de tijd om calorien bij te tanken.

    De Tec bus en vervolgens met de trein brengen ons tegen 20:30 u. terug in Gent.


    Categorie:Opstap
    17-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ALLO - ALLO 2014

       Clubbladen 2014  

    Klik op de onderstaande bijlage om de .pdf te openen.

    Bijlagen:
    Allo 2014 april .pdf (757.9 KB)   
    Allo 2014 Aug.pdf (1.6 MB)   
    Allo 2014 dec.pdf (1.4 MB)   


    Categorie:Ledenblad
    28-10-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Activiteiten 2014

          Activiteiten 2014

    Bijlagen:
    Maandblad 2014 01 30.pdf (116.1 KB)   
    Maandblad 2014 02 27.pdf (150 KB)   
    Maandblad 2014 03 28.pdf (315.9 KB)   
    Maandblad 2014 04 25.pdf (333.1 KB)   
    Maandblad 2014 05 28.pdf (352.8 KB)   
    Maandblad 2014 06 25.pdf (213.3 KB)   
    Maandblad 2014 08 29.pdf (245.5 KB)   
    Maandblad 2014 09 26.pdf (282.5 KB)   
    Maandblad 2014 10 28.pdf (205.3 KB)   
    Maandblad 2014 11 28.pdf (263.1 KB)   


    Categorie:Maandbladen 2014
    19-09-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4 daagse v.d. IJzer 2014
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Slotparade 4 daagse van de IJzer 2014


    Categorie:Opstap
    25-08-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Slot parade 4 daagse v.d. IJzer 2014.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Slot parade 4 daagse van de IJzer op zaterdag 23 augustus 2014.

    De Menenpoort te Ieper

    Bijlagen:
    Menpoort Ieper.JPG (1.9 MB)   


    Categorie:Foto
    08-12-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ALLO - ALLO 2013

      Clubbladen 2013  

    Klik op de onderstaande bijlage om de .pdf te openen.

    Bijlagen:
    Allo 2013 april.pdf (663.3 KB)   
    Allo 2013 augustus.pdf (731.9 KB)   
    Allo 2013 dec.pdf (758.8 KB)   


    Categorie:Ledenblad
    02-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ALLO - ALLO 2012

      Clubbladen 2012  

    lik op de onderstaande bijlage om de .pdf te openen.

    Bijlagen:
    Allo 2012 april.pdf (1.2 MB)   
    Allo 2012 augustus.pdf (436.6 KB)   
    Allo 2012 december.pdf (869.9 KB)   


    Categorie:Ledenblad

    Komende activiteiten

    Vrijdag 30 okterber 2015 Maandelijkse samenkomst. 14:00 u. - 17:00 u. Kasteel A. Claeys Bouuaert, Mariakerk


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Archief per week
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 11/04-17/04 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 14/12-20/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 15/12-21/12 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 02/12-08/12 2013
  • 26/11-02/12 2012

    Blog als favoriet !

    Archief per maand
  • 02-2017
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 12-2013
  • 12-2012

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!