Ik las dit zelfgeschreven gedicht in mijn lijfblad, en wilde het U niet onthouden
In een rolstoel naar de Markt `sMorgens word ik zingend wakker Dat geeft me zo`n fijn gevoel Ik ga me wassen, scheren, kleden En duik dan in mijn stoel Ja, ik zit hier alle dagen In m`n rolstoel, lopen wil niet meer Een paar stappen kan ik slecht verdragen Het doet me pijn, telkens weer Maar ik rijd vaak naar de markt toe Pleintje over, straatje door Ik rijd kaarsrecht als in een taptoe En verder sta ik er precies recht voor
Alle eerbied aan de dames Maar op de markt heb ik er niets aan Want hoe ik het wend of probeer te keren Ze gaan altijd voor mijn rolstoel staan En dan vlak voor me, al die billen Dikke, dunne, groot of plat Het maakt niet uit wat ik zou willen Mijn neus priemt bijna in hun gat Dames blijf bescheiden Toon gerust uw ware aard Maar voor iemand in een rolstoel is ook zijn gulden op de markt een daalder waard.
Er zat een wollen kindje in de trem met wollen voetjes op de bank te spelen. Hij had een prentenboek, met drie kamelen Kamelen in de sneeuw. Het was van hem.
Grijze gedachten hingen om ons heen, van al die mensen die er zaten; men kon ze horen zonder dat ze praatten. Armzalige gedachten in lijn 1.
Die van de boer. Uit Koog, of Krommenie? Die van de juffrouw met de rode handen en van de heer met veel te witte tanden en van die dame met de petit-gris.
Er is geen geld. Z`n jas moet opgeperst, Nou moet het uit zijn met die verhuurder. Konijn is nog te doen. Kalkoen is duurder. En waar moet opa blijven met de kerst?
En iedere gedachte werd een ding, Er is geen geld. Amerika. De Russen Ook mijn gedachte kringelde daartussen... Kamelen in de sneeuw? Wat zonderling.
Er kwam een halte op een schemerplein. Het kind werd aan z,n handje meegenomen; ik zag hem buiten gaan. Onder de bomen ik zag hem lopen, dapper, wit en klein.
Ik ben een meisje van negen jaar Ik draag altijd twèè staarten in m,n haar Ik ben een heel erg vrolijk kind Ik lach al om een goede wind Valt m,n zusje zich soms een breuk Lig ik onmiddellijk in een deuk Helaas heb ik een groot gebrek Dat ik nogal eens lek
Ze noemen me; Annelies van der Pies Ik moet al piesen als ik nies Vertel mij nooit een goei grap Want m,n sluitspier is te slap
Ook zijn we laatst een keer uit eten gegaan Lakschoentjes en een nieuwe jurk had ik aan De ober komt met jus en spruitjes Vlak voor ons gaat-ie onderuit (dus) Wij zatten allen onder d`appelmoes De carbonaden zaten in m,n moeders bloes En bovendien door mijn gebrek Zat in m,n jurk nog een vlek
Ze noemen me; Annelies van der Pies Ik moet al piesen als ik nies Vertel mij nooit een goei grap Want m,n sluitspier is te slap
Ook zijn we laatst een keer op schoolreisje geweest Dat was natuurlijk een enorm feest De speeltuin Kindervleugel zat vol D,r was een wip en een schommel Ellie bleef haken op de glijbaan aan een schroef Peter kwam onder de paardenhoef Jan sloeg Erik een groot blauw oog M,n broekje bleef dus niet lang droog
Ze noemen me; Annelies van der pies Ik moet al piesen als ik nies Vertel mij nooit een goeie grap Want m,n sluitspier is te slap.
Ze keek met humor in de spiegel, wèer een paar rimpels rond haar mond, haar ogen helderblauw en vrolijk haar oudere wangen bollig rond. Ze had geen moeite met haar rimpels, ze lieten wijs haar leeftijd zien, ze wist naarmate jaren rijpen, komen er zichtbaar meer misschien....
Ze zag haar hals met smalle plooien, ze deed er vaak een shawltje om, die dichte lijnen camoufleren, ze was bij lange na niet dom. Haar armen trilden als ze zwaaide, haar huid werd slap onelegant, toch had ze 'jong-belegen'vrolijk haar levenslust fier in de hand........
Ze keek op straat in d`etalage, ze liep sportief met flinke pas, alsof ze lekker jong en pienter, een fraaie - jonge tiener was. Haar echte leeftijd zat van binnen, haar lach, haar humor en haar pit, het leven leert je onbevangen dat dààr je levenskunst in zit........
Ze streelt voorzichtig langs haar wangen, ze waren niet meer gaaf en glad, omdat er rond haar heldere ogen, een nieuwgeboren rimpel zat.
Het leven leerde haar te leven, met wat je hebt, niet wat je mist, humor en inzicht zit van binnen, daar had ze zich nooit in vergist
Ze keek met humor in de spiegel, ze danste rank op de muziek, ze voelde zich gezond, blijmnoedig, haar levensvisie blijft uniek. Ze heeft van `t leven veel begrepen, `t gaat om een lach, begrip, houvast, want mensen zijn op deze aarde, `rimpel`of `rimpelloos`te gast.........
Hallo allemaal,even nog een klein stukje over de kat. Kan een kat zich aan mensen hechten?
Katten hechten zich wel degelijk aan mensen en missen hen als ze van huis zijn. Jullie kat vermaakt zich opperbest maar zoekt jullie gezelschap op zo gauw jullie thuis zijn. Ik durf te wedden dat jullie spinnend worden begroet waarbij de kat rondjes draait langs jullie benen, de snorharen gekruld van tevredenheid. Katten kunnen hele gesprekken houden met hun eigenaar(s) en als er echt een goede relatie is, begrijpt zo.n eigenaar precies wat de kat zegt. Katten luisteren ook naar hun naam en reageren vlot op een hoge stem. Katten houden van aanraking, zachtjes aaien, soms stevig aaien. Ze kunnen daar echt om bedelen door kopjes te geven en zich vlak naast je of op je schoot te nestelen. De ene kat is omstuimiger in zijn aanhankelijkheidsbetuigingen dan de ander. Ik ben in ieder geval dol op katten, en ik vind ze allemaal even lief........ groetjes van Maaike
Het sneeuwde. Twee vlokken vielen langzaam naast elkaar naar de aarde.Ze vielen eigelijk al een poosje naast elkaar toe ze elkaar opmerkten..... Òok naar de aarde? vroeg de ene vlok. Uiteraard' zei de ander vlok. Het klonk een beetje kort,maar zo was het niet bedoeld,want ook de tweede vlok was blij te worden aangesproken tijdens die lange,lange tuimeldans naar omlaag. Hoe dichter de zwerm sneeuwvlokken is hoe eenzamer de vlokken kunnen zijn. `Mag ik een beetje bij je in de buurt blijven? vroeg de eerste vlok. ò ja, dat mag, zei de tweede vlok grettig. En ze begonnen een goed gesprek en dat maakte de reis heel wat behaaglijker. Mijlen en mijlen dansten ze naast elkaar naar de verre lage aarde toe. Eindelijk was het zover. Ze hadden elkaar van alles en nog wat verteld. Nog een meter of dertig, `zei de eerste vlok. `ja, we zijn er zo, zei de tweede. `Jammer eigelijk, het was niet ongezellig. `Nog tien meter....`zei de eerste weer...`nog 6...nog vier... `Hoe je! ``Het allerbeste. `Het was een fijne reis... floep..... daar lagen ze en ze werden onmiddelijk deel van het dikke wiite sneeuwtapijt dat er al lag. Nu konden ze niet meer zeggen.... Ze waren geen afzonderlijke vlok meer en bleven liggen op de aarde. Dat duurde zo een poosje. Toen dooide het. De sneeuw verwaterde... en stroomde in lange stromen naar de zee....daar verdampte het water en de damp steeg weer op naar de hemel... en werd weer water en het water werd weer sneeuw. Ik weet het,een beetje onwaarschijnlijk, maar bij de eerste sneeuwbui kwamen ze elkaar weer tegen, wederom tuimelend in diezelfde witte cadans. `Hee heb ik jou niet eerder gezien? vroeg de ene vlok. `ja, zei de andere `Wat goed je weer te zien! `Val je mee? Èn ze sneeuwden nog lang en gelukkig........
hier lig ik in `t gras dicht bij een zacht gepiep ik voel weer hoe het was toen Hij de aarde schiep
wat hebben wij gedaan met al wat Hij ons gaf we bouwden torens naar de maan en groeven `t eigen graf.
Moeder
haar ogen waren blauw,haar haren grijs ze zei dat ze maar weinig dingen wist maar wàt ze zei,was zo gerijpt...zò wijs wel duizendmaal heb ik gedacht: dàt is 't!
de hoog`re dingen speelden bij haar mee zij zag het leven in een ander licht zo stond ze ook te kijken naar de zee `n glimlach op haar nobele gezicht
zo kunnen bomen in het landschap staan in volle rust en helemaal compleet zo is ze ook die avond doodgegaan en nooit vergeet ik wat zij voor me deed.
De zee
als ik de zee zie,zo soepel en flexibel in elke rimpel,elke golfslag,elk wiebel hoe zij zich vrij en blij ontspant in elke druppel dan ben ik potverdorie toch maar een stijve knuppel
De stervende zwaan
ik heb nog nooit een zwaan zien sterven het hoeft van mij ook niet persè nou ja,een keer- die ballerina die ik zag dansen in Carre
ja zàg haar sterven, 't lieve zwaantje, tot aan de laatste harteklop toen viel het doek-ik droogde `n traantje en `t dooie zwaantje stond weer op
Ik ben marja, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Maaike.
Ik ben een vrouw en woon in Hoorn--nh. (Nederland) en mijn beroep is Interierverzorgster.
Ik ben geboren op 25/02/1944 en ben nu dus 80 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: ik maak graag 3D kaarten-- ik lees graag--- mijn Computer vindt ik helemaal het einde.