Woorden leert men van kleinsaf, om begrijpend door `t leven te gaan, ze helpen ons anderen te beduiden, hoe we onze gevoelens wìllen uiten.
Woorden vormen zinnen zo onstaat een boek, op het toneel vertolkt bij een open doek, een mooie verwoording heeft slechts een doel, elkaar blijvend ontmoeten met een goed gevoel.
Soms zijn woorden als op het lijf geschreven, maar worden te dikwijls verkeerd begrepen, ze brengen niet altijd vreugde maar ook pijn, anders zouden zij de perfectionering zijn.
Ludiek met woorden spelen, ontlokt een schatterlach uit vèle kelen, met een spontane speelsheid en jolijt, meestal tot spijt van wie het benijd.
Woorden, een gevaarlijk wapen in verkeerde handen, soms ook in vernietigers van menselijke banden, mensmisleidend, eenvoudig weg gebruikt als list, later onschuldig kijkend, alsof men het niet wist.
Met woorden kunnen we ook beduiden, niet steeds alles negetief af te sluiten. eender welk leed ons of anderen aangedaan, ooit wordt voor iedereen aan rechtspraak gedaan.
Woorden ontglippen ons soms veel te snel, denk hier even over na dan begrijp je het wel, door deze waarheid in gedachten te nemen, houden op elkaar afgestemde woorden mensen samen...
Vroeger was ik stout en wild Langzaam word ik oud en mild. Toon Hermans...
Vandaag is het geluk je deel en morgen vallen klappen oh er gebeurt zo veel zo veel waar wij geen barst van snappen. Toon Hermans...
Eis veel van jezelf, verwacht weinig van anderen, dat bespaart je veel ergenis. Confucius
Als men mij zou verzoeken het mooiste gedicht uit de Nederlandse poezìe te kiezen, zou ik net zo ontsteld kijken als wannneer men mij zou vragen de mooiste bloem uit een overdadig bloeiende bloemweide te plukken. Jan Wolkers.
Begeerte verarmt de mens, want alle schatten ter wereld kunnen hem niet rijk maken. Want gelukkig is ieder die gezond is en rijk is ieder die geen schulden heeft.
Ik las dit zelfgeschreven gedicht in mijn lijfblad, en wilde het U niet onthouden
In een rolstoel naar de Markt `sMorgens word ik zingend wakker Dat geeft me zo`n fijn gevoel Ik ga me wassen, scheren, kleden En duik dan in mijn stoel Ja, ik zit hier alle dagen In m`n rolstoel, lopen wil niet meer Een paar stappen kan ik slecht verdragen Het doet me pijn, telkens weer Maar ik rijd vaak naar de markt toe Pleintje over, straatje door Ik rijd kaarsrecht als in een taptoe En verder sta ik er precies recht voor
Alle eerbied aan de dames Maar op de markt heb ik er niets aan Want hoe ik het wend of probeer te keren Ze gaan altijd voor mijn rolstoel staan En dan vlak voor me, al die billen Dikke, dunne, groot of plat Het maakt niet uit wat ik zou willen Mijn neus priemt bijna in hun gat Dames blijf bescheiden Toon gerust uw ware aard Maar voor iemand in een rolstoel is ook zijn gulden op de markt een daalder waard.
Er zat een wollen kindje in de trem met wollen voetjes op de bank te spelen. Hij had een prentenboek, met drie kamelen Kamelen in de sneeuw. Het was van hem.
Grijze gedachten hingen om ons heen, van al die mensen die er zaten; men kon ze horen zonder dat ze praatten. Armzalige gedachten in lijn 1.
Die van de boer. Uit Koog, of Krommenie? Die van de juffrouw met de rode handen en van de heer met veel te witte tanden en van die dame met de petit-gris.
Er is geen geld. Z`n jas moet opgeperst, Nou moet het uit zijn met die verhuurder. Konijn is nog te doen. Kalkoen is duurder. En waar moet opa blijven met de kerst?
En iedere gedachte werd een ding, Er is geen geld. Amerika. De Russen Ook mijn gedachte kringelde daartussen... Kamelen in de sneeuw? Wat zonderling.
Er kwam een halte op een schemerplein. Het kind werd aan z,n handje meegenomen; ik zag hem buiten gaan. Onder de bomen ik zag hem lopen, dapper, wit en klein.
Ik ben een meisje van negen jaar Ik draag altijd twèè staarten in m,n haar Ik ben een heel erg vrolijk kind Ik lach al om een goede wind Valt m,n zusje zich soms een breuk Lig ik onmiddellijk in een deuk Helaas heb ik een groot gebrek Dat ik nogal eens lek
Ze noemen me; Annelies van der Pies Ik moet al piesen als ik nies Vertel mij nooit een goei grap Want m,n sluitspier is te slap
Ook zijn we laatst een keer uit eten gegaan Lakschoentjes en een nieuwe jurk had ik aan De ober komt met jus en spruitjes Vlak voor ons gaat-ie onderuit (dus) Wij zatten allen onder d`appelmoes De carbonaden zaten in m,n moeders bloes En bovendien door mijn gebrek Zat in m,n jurk nog een vlek
Ze noemen me; Annelies van der Pies Ik moet al piesen als ik nies Vertel mij nooit een goei grap Want m,n sluitspier is te slap
Ook zijn we laatst een keer op schoolreisje geweest Dat was natuurlijk een enorm feest De speeltuin Kindervleugel zat vol D,r was een wip en een schommel Ellie bleef haken op de glijbaan aan een schroef Peter kwam onder de paardenhoef Jan sloeg Erik een groot blauw oog M,n broekje bleef dus niet lang droog
Ze noemen me; Annelies van der pies Ik moet al piesen als ik nies Vertel mij nooit een goeie grap Want m,n sluitspier is te slap.
Ik ben marja, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Maaike.
Ik ben een vrouw en woon in Hoorn--nh. (Nederland) en mijn beroep is Interierverzorgster.
Ik ben geboren op 25/02/1944 en ben nu dus 80 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: ik maak graag 3D kaarten-- ik lees graag--- mijn Computer vindt ik helemaal het einde.