De Kwêk (Ku-le Kuu)
Hielke Zweed had als bijnaam 'De Kwêk'. Hielke zelf was niet trots op deze bijnaam. Hij ervaarde het min of meer als een scheldnaam.
Dus in het bijzijn van Hielke werd de bijnaam doorgaans vermeden. Als Hielke niet aanwezig was werd hij algemeen 'De Kwêk' genoemd.
Waar hij deze bijnaam aan te danken had is niet geheel duidelijk.
Niet zo zeer een bijnaam was “Ku le Kuu” (of andere kraaigeluiden) die hoorden bij Hielke.
Ku-le-ku werd gebruikt om Hielke op stang te jagen. Volgens de overlevering moest Hielke Zweed zich op een avond tijdens de Tweede wereldoorlog zich eens hals over de kop in veiligheid brengen voor de bezetter toen hij zich niet aan de regels van de “Sperrzeit” hield. Hij verstopte zich op het erf van boer Ykema in een kippenhok. En om de kippen niet te veel af te schrikken maakte hij kraaigeluiden.
Hielke was van oorsprong, zoals velen vroeger in Hindeloopen, vishandelaar. Later deed hij ook wel aan antiekhandel. In de jaren 50 van de vorige eeuw was hij voorzitter van de ijsclub. Dit was nu niet de periode waar de ijsclub met trots op kon terug zien. Er was veel ruzie en onenigheid binnen het bestuur. Uiteindelijk, na een aantal rumoerige vergaderingen, werd Hielke gedegradeerd tot baancommissaris. Na deze degradatie hield Hielke de eer aan zich zelf en trad hij af als bestuurslid.
Uit jubileumboek van de ijsclub een gedicht van Hielke wat gaat over die roerige tijd. Oorspronkelijke bron: De Friso.
IJsclub
Als een stuurloos schip, met onverstand bevaren,
Drijft Hielpens ijsclub op de baren.
De kas is leeg, de leden weg,
Wij hebben hier ook altijd pech.
De kruik kan lang te water gaan,
Maar als ie breekt, dan heeft de ijsclub afgedaan.
|