25 April 1942.Om een regelmatige visbedeling te verzekeren.
25 April 1942
Om een regelmatige visbedeling te verzekeren.
Het is een feit dat nog maar al te veel aangebrachte vis aan de regelmatige verdeling wordt onttrokken en de weg naar de sluikhandel vindt.Daarvan zijn de talrijke processen verbaal die opgemaakt worden ten last van de personen die met >>smokkelvis>>vanuit de kusthavens naar het binnenland trekken om ze daar te verkopen met meer dan 100t.h; winst. Zo,in het algemeen onze vissers,hun plicht verstaan en goed doen,zijn er nog een paar elementen die bezield zijn op een grote winstbejag ten koste van de eenvoudige mensen. Er zal een grondige herstructurering komen aan onze vissershavens ,een grondige controle op de verkoop en aankoop;vban vis; Zo ook zal voortaan alle grondstoffen,zoals Mazout,kolen,textielwaren en metaalhoudende producten zullen de reders die niet ten volle hun medewerking geven,daarbij is ieder reeds verantwoordelijk voor zijn aangeworven personeel en kan niet inroepen dat hij niet op de hoogte is hetgeen zij verrichten;Het grldt hier ernstige waarschuwing en hopen dat onze visses hun plichten doen,zoals altijd en niet te laten vangen door enkele winstmakers.
24 April 1942. Bevoorrading van boter,peulvruchten,havergort en margarine
24 April 1942.
Bevoorrading van boter;peulvruchten,havermout en margarine.
Gezien de vertraging welk zich heeft voorgedaan bij de bevoorrading der kleinhandelaars in boter,peulvruchten,haverderivaten en margarine zullen de verbruikers die hun gans rantsoen niet bekomen hebben voor het verstrijken van de geldigheidsduur hunner rantsoenzegels.,het ontbrekende rantsoen boter, peulerwten, haverderivaten en margarine ontvangen ze tijdfens de volgend tijdperk.
Ten dien einde,en in navolging van hetgeen reeds voorzien gedurende vroegere periode in gelijknamige gevallen,zijn de kleinhandelaars er uitzonderlijk toe gemachtigd voor de levering van de overeenstemmendewaar.,denog door hun ingeschreven klanten niet benuttigde zegels in te zamelen en ze binnen den gestelde tijrmijn,in te dienen bij de gemeente dienst voor ravitaillerring en rantsoenering met het oog op hun zegrlafrekening. De ontvangst van de waar, mogen zijn,zonder andere formaliteiten,overgaan tot de verdeling van de nog aan hun ingedschreven klanten verschuldigden rantsoenen.
De volksweerkunde uit het begin van de negentiende eeuw was een curieus mengsel van gezond verstand en bijgeloof. Het bestond uit een samen raapsel van duizenden weerregels,spreuken en gezegden.Een deel van deze spreuken hoort men ook nu nog wel.
In vele weerspreuken wordt een verband gelegd tussen de maan en de bewolking. Dit zijn redelijk betrouwbare spreuken. Een koude heldere nacht leidt dikwijls tot vorst of mist in de ochtend en het is vooral tijdens zulke nachten dat de maan goed te zien is. Vandaar komt het gezegde dat na een heldere nacht vorst komt.
In de volksweerkunde komen vele gezegden voor die zouden moeten wijzen op het voor- spellende gedrag van dieren en planten.Zo werd wel eens beweerd dat koeien gaan liggen als er regen komt en dat bijen voor een storm terugkeren naar hun korf. De meeste van deze gezegden weerspiegelen echter slechts de gevoeligheid van dieren en planten voor ver- anderingen in atmosferische omstandigheden,met name de vochtigheid.