De volgende weken waren voor Angel en Love de hemel op aarde, ze rende in het weiland en speelde met al de andere jonge diertjes. Wind, als een geboren waakster lag in het zachte groene gras van het weidland neer, keek en was dol gelukkig. Zo verliep week na week.
Acht weken later
..
Angel speelde nog wel met Love, maar minder vaak, meer en meer lag ze naast Wind in het gras. Wind voelde aan dat de dood naderde voor Angel, door die sluipende ziekte.
Ze zag het lijden in Angel haar ogen, het was zeer moeilijk voor Angel om nog al wandelend naar het weiland te komen om haar vriendjes te zien. Op een dag heel vroeg, zo midden september besloot Wind rond het tijdstip dat Angel gewoonlijk zou komen, haar tegemoet te gaan langs het pad tot aan de drukke hoofdweg, samen met Love. Zij was zeer zwak, maar moedig, ze negeerde de pijn in haar benen en rug. Ze had ook scherpe pijnen in het hart met elke stap die ze deed. Het ademen ging steeds moeilijker. Love bleef zo dicht bij haar moeder als ze kon, want ze begreep...dit is een gevaarlijke dag. Love was heel bang, haar hartje klopje zo snel van de schrik en elke spier in haar lichaam was gespannen. Samen stonden aan de rand van het bos, in een bocht bij de grote hoofdweg..........wachtend op Angel........... ...........wordt vervolgd.
|