Het lot had Suzanne geen betere dag kunnen schenken om na een pijnlijke breuk, Maarten, haar ex te ontmoeten. En geen beter uur of omstandigheid.
Van een triestige en vermoeide plant was ze getransformeerd in een bloeiende vrouw die er best mocht zijn. En…ze stapte juist uit het kapsalon met een geweldig leuk nieuw kapsel en een opgefriste teint. Haar outfit was elegant naar de laatste mode en de sjieke handtas en schoenen met een hoge hak maakten het plaatje af.
Deze transformatie had ze grotendeels te danken aan haar nieuwe liefde. De liefde van haar leven die haar letterlijk uit de goot had geraapt. Haar ridder op het witte paard. In werkelijkheid was het witte paard een witte cadillac die haar zoon de opmerking had ontlokt van: ‘Mam, je aanbidder staat voor de deur en hij vult de hele straat.’
Maarten staarde haar vol verbazing aan. Was deze sprankelende vrouw zijn echtgenote geweest? Hoe was het mogelijk dat hij haar had laten staan voor de vrouw waarmee hij nu leefde? Al vlug had hij ondervonden dat het gras niet groener aan de overkant is,
maar ja, gedane zaken hebben geen keer. Hij had zich erbij neergelegd.
Suzanne keek naar hem en besefte verwonderd dat ze niet kon begrijpen hoe ze ooit zoveel van deze man gehouden had. Hem door dik en dun had gesteund in moeilijke financiële situaties waar hij zich altijd inwerkte en hem vreselijk had gemist.
Samen hadden ze in goede en slechte tijden hun kinderen grootgebracht en toen het kroost op eigen benen kon staan, en ze als echtpaar op een andere manier van het leven konden genieten, werd hij verliefd op een ander.
Sprakeloos stonden ze enige tijd tegenover elkaar. Wat viel er te zeggen?
Beiden hadden geleerd dat ‘liefde’ niet lijkt op wat het is.