Een fietsreis
----- Original Message -----
From:J.F.W.BleichrodtTo:bleichrodt-6c4e359c2a8a@blog.seniorennet.beSent: Wednesday, November 24, 2010 1:35 PM
Subject: Een fietsreis
Een fietsreis.
Op aandringen van Netty heb ik getracht mijn ervaringen
tijdens deze fietsreis op papier te zetten. Ik had daartoe een
reisdagboek aangeschaft waarin ik dan dagelijks de etappe zou beschrijven. Dat
nu is maar zeer ten dele gelukt. Allereerst omdat ik
wat gemakzuchtig van aard ben en
bovendien een koud glas bier na de doorstane ontberingen op aanmerkelijk
hogere prijs stel dan het beleefde nogmaals op papier vast te
leggen. Bovendien wordt mijn handschrift niet duidelijker na het genot
van, ja ik geef het toe, enige zoniet vele vloeibare versnaperingen welke over
het algemeen een zeker percentage alcohol bevatten. Dus is het nu volgende
verslag verre van volledig. Het culinaire heeft de overhand en het leed. De
spijzen en dranken houden je op de been en het tellen
natuurlijk . Een mooi uitzicht op helling van 8 procent zie je niet want je telt
en kijkt naar de grond. Niet vooruitkijken want dan zie je die helling en de
bocht. Die bocht is je doel en als het doel bereikt is dan blijkt die helling
gewoon door te gaan tot de volgende bocht en na die bocht nog steiler ook. Wat een ellende.
Leest U maar.
21/04/10
Maandag 19/4 volgens plan naar Pien en Dick in Leusden gereden. De route naar Amsterdam via Spijkerboor
en Den
Ilp heel leuk en verrassend mooi. In Amsterdam Noord
volledig de weg kwijtgeraakt maar dankzij een paar vriendelijke havenheren weer
op koers gezet en met de pont naar het CS gevaren. Daar begon de route van Reitsma Fietsen Naar Rome Deel I.
De Route van Amsterdam naar Leusden, dat overigens gewoon op de route lag, gaat door
verrassende gebieden. Ankeveense plassen, bos en hei en duinen in het Gooi
enz.
Ik kwam aan bij P+D rond een uur of vijf nadat ik eerst
bij de plaatselijke supermercator (Italiaans) een verfrissing voor mijn gastheer
en vrouw had gekocht. Gezellig geborreld. Familie doorgenomen. Maarten studeert af van een HBO opleiding. Wat een kanjer!! Dik had gekookt. Pasta en nog zelf gemaakt ook. Heel
lekker alhoewel ik geen groot pastaliefhebber ben. Maar
een ieder weet als je fietst moet je pasta eten. Dus had Wieke ook Pasta willen maken, maar
dat kondigde zij voor vertrek al aan, want zij had in de Volkskrant een stuk
over fietsen gelezen en ja hoor, de auteur, riep ook al pasta eten. Ik
heb Wieke toen gezegd dat al dat die pastanonsens voor
idioten is die het liefst in de Alpen 200 km fietsen en als het kan alleen
bergopwaarts en haar verteld dat ik naar Wenen gefietst was op een dieet van
asperges in alle voorkomende recepten. U raadt het al. Wieke had asperges met zalm. Heerlijk. Ruim wijn. Een
Bourgondische belevenis!
Na het ontbijt van Mook naar
Gennep gereden, waar ik de route weer oppakte. Toen ik na Gennep door een
verlaten bosachtig natuurgebied reed hoorde ik ineens een stem achter
mij.
Een soort brandend braambos ervaring. God bleek echter
Dimitri, slager te Naaldwijk te zijn. Ook op de
fiets.
Ook naar Rome? vroeg hij
vriendelijk. Ik wat nurks, omdat hij mij zo gauw uitgevonden had, moest dat
natuurlijk toegeven, althans de richting. Hij mocht een paar dagen fietsen van
zijn vrouw. Aardige jongen, poëtisch veranlagt. Wil
ruimte in het hoofd voelen, geniet van de stilte en stapt daar ook voor af.
Ergens langs de Maas nam hij weer afscheid, want hij wilde alleen fietsen
(stilte, nadenken enzo). Ik dacht, die zie ik zo
weer terug. En ja hoor, 10 minuten later zag ik hem op een terrasje zitten
(helemaal alleen overigens). Ik zwaaide en reed door, want ik meende diepe
denkrimpels waar te nemen. Niet storen dacht ik.
10 Minuten later kwam hij ,
toen ik op het veer over de Maas naar Blitterswijck
stond te wachten, weer aanfietsen.
Hij is niet meer weggegaan en slaapt nu hier in
hetzelfde hotel als ik Effelder Bürgerstube.
(1)
23/04/10?
Ik weet niet welke dag het is. Ik vermoed Vrijdag.. Gisteren erge lange tocht.
s Ochtends bij 4gr C vertrokken. IJskoud!! Mijn
reisgenoot moest afstappen vanwege bevriezingsverschijnselen aan de handen. Hij
had geen handschoenen . Ik wel, want ik moest immers de Alpen nog over. Ik had
hem bijna mijn handschoenen gegeven, maar dat is ook zo wat. Dus suggereerde ik
hem om sokken om zijn handen te doen, of een washandje. Ik vond hem wel wat voor
washandjes. Een beetje een softy, hoewel hij wel erg
hard kon fietsen.
Ik kan me van de tocht niet veel meer herinneren,
behalve dat Dimitri, toen zijn handen weer warm waren,
weer alleen moest fietsen om na te denken, vermoed ik. Alvorens afscheid te
nemen vroeg hij of hij het adres mocht hebben van de Gasthof waar ik die nacht zou gaan
overnachten. Dat heb ik hem gegeven. En daar ging hij met het hoofd in de
wolken. Toen ik s avonds de Alte Dorfschänke in Kleinbüllesheim
binnenstapte werd ik door de waardin en haar kleinzoon begroet met, Ja wir wusten schon das Sie kommen würden Ik dacht van
die verdomde slager natuurlijk. En ja hoor. Daar was hij. Hij de mooiste kamer
natuurlijk en ik met mijn rotsooi naar boven. Ik had eigenlijk wel een beetje
genoeg van Dimitri. Maar ja, hij was er nu eenmaal. Ik
kon hem niet met de nek aankijken en bovendien had hij ook weer hulp nodig. Zijn
handen waren weer warm, maar zijn Duits was, laten wij zeggen rudimentair, en
hij kwam dus niet uit de Speisekarte, terwijl die toch
uiterst simpel was: Wurst in zijn meest voorkomende
gedaanten Bock und Curry en een zeer uitgebreid Schnitzelprogramma. Wij zijn er uitgekomen. Ik
worst vooraf en Schnitzel toe. Hij ook zo iets maar minder, geen worst geloof
ik. Ik
bestelde rode wijn bij het eten. Zij hadden maar een soort dus die heb ik genomen.
Fout, bleek een soort mierzoete stroop uit een reeds
aangebroken fles die ergens uit een gootsteenkastje werd getoverd, niet te
zuipen. Op het aanbieden van zulke drank zou de doodstraf of indien niet mogelijk
volgens de plaatselijke grondwet minimaal levenslang. Ik had gelukkig honger, want
anders was niet alleen het glas vol
gebleven. Ik dacht met heimwee een de Effelder Bürgerstube. Wat een
*****tent! Maar ja , het kostte het dubbele van de
Alte Dorfschänke, waar ik
vijftig euro moest betalen voor kamer diner en ontbijt. Alle waar naar zijn
geld!
Vandaag bij schitterend weer bij Remagen aan de Rijn gekomen, de bekende brug voorbij
gereden, want die had ik bij de Limestocht al
uitgebreid met mijn Aldicamera vastgelegd, en
uiteindelijk in Koblenz een hotel gezocht en gevonden.
Ik zit nu in Koblenz op het terras van Wirtshaus Sankt Florin te schrijven met een grote koele blonde jongen voor
mij op tafel. Wat een leuke stad. Het leukste moet nog komen natuurlijk. Daar
zal ik morgen verslag van doen. Het leven is mooi, maar fietsen bij mooi weer is
paradijselijk.
Wat ik vergeten ben te vertellen is, dat ik vandaag onderweg
, in een klein plaatsje, toen ik mijn routeboekje raadpleegde bij een
huis in aanbouw, werd aangesproken door de aannemer.
Ich weiss
wie alt Sie sind en waar U naar toe gaat. O, zei ik gemaakt verbaasd,
maar ik dacht, van mijn persoonlijke heraut Dimitri,
de slager te Naaldwijk natuurlijk weer. Sie sind 70 und Sie fahren nach Florence. Ik vertel iedereen dat ik 70 ben. Dat maakt
meer indruk dan de scabreuze leeftijd soixanteneuf en tenslotte ben ik over 4 maanden toch zover
dus het is maar voor 1/3 een leugen. Moet kunnen.
PS ik kom er net achter dat het pas 23/4 is. Mijn
horloge zei 26/4 en ik dacht dan moet ik wel opschieten om op 30/4 in Bregenz te zijn. Dat valt dus mee,
gelukkig.
(2)
24/04/10
Gau-Algesheim. Na ca.
75 km ben
ik hier afgestapt. Ik had geen zin meer. Ik zit nu in een Ferienappartement op het Weingut
Kronenhof. Picobello voorelkaar. Er staat op de gang een wijnkast waar ik flessen
uit mag pakken en ik moet de prijs betalen, welke
mensen die langskomen om wijn te kopen ook moeten betalen. Een fles Spätburgunder kost 4,40 en dat is vergeleken met de prijs
die een criminele toeristenuitbuitende bakker mij vroeg voor 3 kleine flesjes
water ohne Sprudel (5,25)
een prikkie over sprudel gesproken Het is echter pas kwart over vier, dus
ik laat die flessen maar even met rust. Komt nog
wel.
Gisteren gedurende de Koblenzer Happy Hour
voortreffelijk gegeten op een terras in de binnenstad. 10 loempiatjes (Frühlingsrollen)
vooraf, daarna Bauernsülze mit Bratkartoffeln und Salat, als Nachspeise Rote Grütze mit Eis, ruim Dornfelder Spätburgunder en dat
alles voor dertien euro. Kijk dat doen die Duitsers goed. Vriendelijk, beleefd,
peilsnelle bediening, ondanks de drukte komen ze bij herhaling vragen of het
smaakt en of er nog Wünschen zijn.
Vandaag langs de Rijn (mis)gereden. Die heb ik nu achter
me. Ik lig wel achter op schema, maar dat loop ik in de
komende dagen wel in, hoop ik. Het weer is nog steeds fantastisch maar langs de
Rijn wel zeer straffe bries tegen, kortom niet al te veel te klagen, hoewel die
wind met de zelfde moeite mij in de rug zou kunnen blazen. Het zij zo. Wind heb
je op de fiets voor 90% tegen en indien niet, dan zat de Heere zeker even ergens anders met zijn gedachten of zat er
iets in zijn neus wat er subiet uit moest. Jammer genoeg is Hij snel weer bij de
les met het bekende gevolg. Kom, ik ga eens bij die wijn
kijken.
Overigens dit appartement, met eetkeuken, badkamer en
slaapkamer inclusief ontbijt kost 50. En die fles wijn die ik uit die kast op
de gang gehaald had, kreeg ik gratis voor niks!
Gisteren in Koblenz had ik een
Einzelzimmer, zo noemden zij het, hoewel het sprekend
leek op een bezemkast met bed voor 38 incl. ontbijt.
Nu moet ik alweer een restaurant gaan zoeken en dat is,
in dit gat, niet zon eenvoudige opgave vermoed ik.
Anders pak ik de fiets naar Ingelheim, maar liever
niet want volgens de Heer Reitsma zit daar op de
terugweg een behoorlijke klim in, en dat s avonds na de niet te omzeilen
versnaperingen wordt een bijna onoverkomelijke hindernis, vrees
ik.
25/04/10
Ik ben in Lorsch afgestapt. Ik
had er genoeg van en ik denk dat ik wederom niet de geplande 100km heb afgelegd.
De jaren beginnen toch te tellen zeker!?
Even terug naar gisteren. Ik op zoek naar een
restaurant. Ik zie er een. Ga naar binnen. Heel netjes.
Geen mens en geen bediening. Volgende restaurant.
Zelfde laken en pak. Ik had het al opgegeven en dacht dan toch maar naar Ingelheim, toen ik een zijstraatje inkeek en daar een
uithangbord zag. Had ik al eerder gezien eigenlijk, maar omdat alle luiken
gesloten waren, vreesde ik dat het wel Ruhetag zou
zijn, op zaterdag .? Ik toch maar dat straatje ingelopen en zie tot mijn grote
blijdschap dat de deur openstaat. Niks te Ruhetag ..,
Ik loop naar binnen en begreep onmiddellijk waarom die andere tenten zo leeg
waren. De gehele mannelijke bevolking van deze metropool zat hier aan de borrel
in het halfduister omdat er voetbal gekeken moest worden. Er werden in hoog
tempo halve liters met daarnaast kleine glaasjes weggedrukt en de ambiance was
er dan ook naar. Uiterst gezellig. Iedereen zeer mededeelzaam en zingen
natuurlijk. Kortom feest. Ik zet mij op het laatste plaatsje aan de bar naast
Axel. Komt uit Bremen en heeft zich zon 20 à 25 jaar geleden hier begraven, waaronder
hij duidelijk niet te zeer lijdt. Ik vraag hem of je hier ook kunt eten.
(3)
Hij kijkt mij even verbaasd aan, dan zie ik mededogen in
zijn ogen en hij verklaart: . Dass können Sie ja auch nicht wissen, dumme Holländer, du bist ja im besten Gasthof Deutschlands angelangt.
Es gibt überhaupt nicht besser und dazu noch sehr preiswert!!! Sie
fallen ja mit der Nase im Butter of zo iets. Es ist heute Schlachtfest. Ussi blijkt de kok te zijn. Niet een echt mooie vrouw, maar
ze heeft haar kwaliteiten. Voor welgeteld 6 tovert zij een gigantisch bord op
de bar met daarop bloedworst, leverworst, bauch (whatever) en nog iets ondefinieerbaars als- mede Sauerkraut und selbstgemachte Kartoffelpuree en
Senf en Meerrettich. Verrukkelijk Paradijselijk. Ik
had nog wel zon bord gelust, maar dat konden ze
letterlijk niet geloven dus kreeg ik het ook niet. Ik ben niettemin veel te lang
gebleven, want ik raakte natuurlijk nauw
bevriend met de waard, die er uit
zag als de muziekhelden uit Texas van de jongens. ACDC
denk ik of zoiets. Die mannen met lange haren en cowboyhoeden en alras kwam de muziek er ook nog bij met DVD opnamen op het
immense televisiescherm. Blues Blues en nog blues Het
voetballen was al af gelopen. Ik had nog wel gezongen met een clubje oudere
Herren.
Door de zeer zware handicap, die ik had opgedaan tijdens
dit late avondje (11 uur), was dit een zware etappe . Ik
ben in Nierstein weer bij de Rijn gekomen en toen
eroverheen naar de andere oever met een Fähre. Blijft leuk maar prijzig. 2. Het duurste veer tot nu toe
terwijl de Rijn hier toch veel smaller is dan in Nederland en daar kost het maar
60 cent of zo.
Prachtig weer, Waardeloos hotel, Heerlijk gegeten. Überbackene Balkankäse (Kuh) en daarna Schweinsmedallions
(3) mit Pilzen und de
onvolprezen Bratkartoffeln. Nu ga ik terug naar het
hotel en slapen . Tot morgen
26/04/10
Wat ik nog vergeten was ; op
zondag in Duitsland rukt iedereen uit op de fiets (Rad) Alles is abgestimmt auf Radler. Je hebt zelfs Radlerbier,
kost wat meer maar dan heb je ook wat! Iedereen is in Radlertenue gestoken met helm natuurlijk. Niet alleen de
jonge sporthelden maar opas omas Kleinkinder, Vati und Mutis, Babies (in aanhangers)
Hunden ook in aanhangers iedereen. Een soort
gigantische wielerklassieker of Volksverhuizing waar iedereen aan mee doet.
Voor doorgewinterde professionals een hel want het is slalom
rijden met zeer grote kans op bloedige aanrijdingen maar dat lijkt maar zo.
Alles gaat uiterst dizipliniert en er wordt
ruimschoots geklingelt
Lorsch zag er net zo uit als die
kroeg van gisteren. Op eerste gezicht niks te doen, alle luiken dicht Ruhetag bij uitstek, denk je. Je komt op de marktplatz in het Zentrum en daar
zit dus de voltallige bevolking bij drie Italienische
Eissalons zich ongans te eten aan astronomische Eisbergen mit Sahne und Erdberen und Schokolade und so fort und so weiter. Ik vroeg om een Biertje. Dat kon en of ik er ook Eis
bij wenste. Nog even maar niet zei ik in mijn vloeiende Duits. De terrassen
zaten stampvol, maar ook de publieke bankjes, muurtjes,
plantenbakken. Overal zaten mensen. Invaliden , Rollators. Een gigantische Eismarathon. Een verpletterende
aanval op de totale Eisvorrat der Italiener.
(4)
26/04/10
Weer zon tocht met alles
verkeerd, d.w.z. of ik begrijp de heer Reitsma niet of
hij is slordig.
Weer een paar maal volledig fout gereden. Ik ben nu in
Weingarten in Hotel Zum
Kärcher. Ontzettend aardige mensen, sfeerloos hotel,
maar keurig, en een meer dan uitstekend restaurant. De eigenaar rent wiel en is
dan ook uitermate geïnteresseerd in wat ik allemaal uitvoer, maar
zeker niet opdringerig. Goed volk fietsers (Duitsers ook hoor) Ik hou er even mee op.
29/04/10
Gisteren was het erg zwaar. Van Weingarten naar Tübingen, ik schat
zo´n 100
km. Toen eindelijk Hotel Meteor
gevonden . Eerst onvriendelijk maar dat viel later mee. Nette kamer maar niet
voor niks. Meer dan 50 euri.
Het eten kon er net mee door. Maar ja, het waren Grieken
en die kunnen zelfs in Duitsland niet koken. Ten aanzien van Grieken heb ik
gewoon gelijk. Het zijn per definitie oplichters ze kunnen niet koken, zijn wel
vriendelijk, maar je moet steeds je vingers natellen. Vraag maar aan Angela Merkel en het IMF en de Wereldbank. U ziet ik ben in goed gezelschap.
Bij het eten had ik een vriendelijke 80 jaar ogende
Duitse metgezel. Een Techniker die uit Oost-Duitsland kwam maar nu voor een Oostenrijkse firma
werkte. Hij bleek slechts 59 te zijn. Ik wou dat Net hem gezien had! Dan zou ze
zich pas realiseren wat een jonge god zij het leven deelt. Alles is relatief dat
wel , maar toch! Hij at niet elke avond , vertrouwde hij mij toe. Dat was ja niet notwendig, want zijn diner was vloeibaar nl. bier. Toen ik op het terras kwam had hij er eentje voor
zich staan en daarna heb ik hem nog zeker 4 à 5 halve liters of waren het liters
zien bestellen en o p d r i n k e n!
Toen op 28/4 van Tübingen naar
Sigmaringen. Zwaar, zwaar, zwaar, zeer zwaar. Afzien, er door heen zitten, en
alle andere termen die daarvoor staan. Leed, klimmen, klimmen en nog eens
klimmen en tussen die klimmen bleek achteraf ook de Tübinger Alb te zitten, volgens de
heer Reitsma het ergste stukje van deel 1. Alb schrijf je hier met een B aan het eind en die B staat
volgens mij voor Berezwaar of misschien besonders schwer. Toen ik hem deed
(want ik reed niet) 70% te voet, wist ik niet dat dit nu de de ALB was. Er was zelfs een treinalternatief geweest en die
had ik genomen als ik alles van te voren geweten had. Ja inderdaad het boekje niet gelezen. Zoiets als een IKEA
kast in elkaar zetten zonder de handleiding te lezen. Heldendom is gewoon een
vergissing of het resultaat van onwetendheid of onnozelheid of ronduit
stom!
Maar eindelijk was ik dan in Sigmaringen. In één woord
schitterend. Die Stadt der Hohenzollern wordt je van alle kanten toegeschreeuwd. Ik
sliep in Gasthof Traube. Midden in de stad aan de voet
van het
Hohenzollern Schloss. Traube was wunderschön, mooi Fachwerkgebäude. Kleine kamer (Einzelzimmer) met uitzicht op voornoemd kasteel als je ten minste je hoofd haaks op de romp (achterover dus) kon
krijgen. Wat ik niet wist maar spoedig achter kwam, was, dat de klok van het
Schloss der Hohenzollern
genau jeder Stunde luidkeels aangaf. Dus goed geslapen van uur tot uur.
(5)
Maakte niks uit want ik was kapot na die Alb. Heerlijk gegeten en vroeg de koffer in. s Ochtends kon
ik bijna niet het bed uitkomen, maar toen dat eenmaal lukte, en ik het ontbijt
achter de knopen had, voelde ik mij fit. Bij het ontbijt kwam een wat sjofele
man binnen met een korte broek. Een fietser dus. Hij keek naar mij en sprak mij
aan in een accentrijk grammaticaal correct Nederlands. Ook aan het fietsen??
Uiteindelijk stapten we samen op en het gesprek werd
voortgezet. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt. Bent U
Hollander of spreekt U gewoon uitstekend Nederlands, vroeg ik. Ja zei hij, ik ben Nederlander. Neemt U mij niet kwalijk,
maar u heeft toch een behoorlijk accent zei ik
vriendelijk. Hij nam er geen aanstoot aan en verklaarde dat hij met een
Zwitserse getrouwd was geweest en al meer dan 25 jaar in de buurt van Zürich woonde. Ik wist nu alles. Zijn sjofele uitrusting was
terug te voeren op de alimentatie en 25 jaar in Zwitserland wonen gaat je ook niet in de koude kleren zitten. Hij ging
langs de Donau naar Passau
en ik gelukkig niet. Hij zette er de benen in en ik heb hem nooit meer
gezien
De etappe vandaag ging van Sigmaringen richting Bodensee. Veel korte klimmetjes maar met met Nettys telsysteem haalde ik
ze allemaal en dan een afdaling van meer dan 10 km . Prachtig weer, mooi landschap,
stille wegen. Duitsland is fantastisch. Leuker dan Frankrijk zou ik bijna
zeggen. Veel welvarender dan het toch vaak wat armoedige Frankrijk.
Ook het Duitse eten kan mijns inziens gemakkelijk met
het culinaire paradijs concurreren.
Het is nu 7 uur en nog steeds warm. Ik zit buiten te
eten op het terras van Seeperle aan de Bodensee onder een strak blauwe hemel. Schwäbische Zwiebelrostbraten, een
delicatesse,
und dazu een heerlijk Weissweintje
aus der
Gegend . Chardonnay
vom Bodensee
Morgen begin ik in Bregenz (nog circa 20 km van hier) aan deel 2 van Reitmas route naar Rome.
Ik geniet , ondanks de
pijnlijke knieën. Ik heb nu ook zonnebrandspul gekocht, moet van Net. Een klein
tubetje (heel fantastisch volgens de apotheker) zonder bril kan ik het niet
vinden, maar kost toch nog 9,90. Wat een waanzin!
Ik hou nu op
7/5/10
Ik ben nu in Montagnana.
Tussen de 29ste april en nu ligt een lijdensweg. Klimmen , veel klimmen , maar ook vlak, veel vlak en natuurlijk de
afdalingen maar die duren uit de aard der zaak veel te kort.
Ik zal eerst proberen te reconstrueren waar ik geslapen
heb. Zeker in Bludenz (Oostenrijk) in hotel Herzog. Vergane glorie. Aardige mensen. Zij Duitssprekend en
hij Italiaans. Hij woonde al 7 jaar in Oostenrijk maar er kwam geen woord Duits
uit. Wel een beetje Engels en Frans en welsprekend handen en voetenwerk en dan
natuurlijk mijn geweldige Italiaans. Heel leuk met deze Signore en Signora zitten praten.
Het restaurant was gesloten, want zij kon niet meer koken, Te oud, te moe, te
gebrekkig. Hij liep zich uit de naad en zij voerde het
management.
Toen met de trein naar Landeck. Hotel Enzian of zoiets.
Mooi hotel gespecialiseerd in motorrijders en het was
BMW-weekend. De heren rijden met motoren welke menig
een niet in zijn auto heeft. 1750 CC bijvoorbeeld. Gigantische monsters, Het
hele hotel zat er vol mee, met bijbehorende poezen etc. s Avonds was het zo
druk in het restaurant, dat ik aan een tafeltje werd geperst met 3 Motorhelden
uit Duitsland. Kwamen scheuren op de passen. Wisten
precies waar ze in moesten houden vanwege flitspalen. Heb ik geen last van,
zelfs niet in de afdalingen. Het
weer werd slecht.
(6)
Er zou zelfs sneeuw liggen op de Reschenpass. Toch de fietsbus op het station van Landeck genomen naar Nauders.
Onderweg moesten wij even stoppen omdat er een volksoploop was. De menigte was
in feestelijke klederdracht gestoken.
De buschauffeur, die onderweg iedereen kende en groette
met luid getoeter, draaide het raampje open, sprak met enige feestvierders in
het plaatselijke dialect en deelde mij vervolgens mede dat het heute Traktorweihe was. Fanfare en
biertap waren prominent aanwezig. De geestelijke uitgerust met WCborstel besproeide de landbouwwerktuigen geestdriftig met
water sloeg vele kruisen en weidde
zich vervolgens met de andere aanwezigen aan het nuttigen van minder heilig vocht. Ze zegenen hier alles.
Koeien, paarden, brommers, autos en dus traktors.
Hier is het geloof een excuus om feest te vieren . Laat Calvijn het niet horen
Gelukkig geen sneeuw. Nauders
was uitgestorven en er stond een ijskoude wind uit het
zuiden, dus tegen. Eerst nog even flink klimmen en toen de Italiaanse grens en
de top van de pas. Handschoenen aan en afdalen naar de Reschensee. Het meer was volledig leeggepompt, dus werd het
een tocht langs een woestijn in plaats van een See of
Lago. Geen zon, dreigende wolken en harde koude wind.
Niet echt leuk.
Uiteindelijk beland in Ladun.
Hotel Zum Schwarzen Adler (daar zijn er miljarden van in Duitsland en Oostenrijk
en dus eveneens in het Italiaanse Zuid-Tirol), waar ik
om een kamer vroeg. Ja die hadden ze voor mij maar ik
moest wel even wachten, daar ik midden in het feest van de plaatselijke
vrijwillige Feuerwehr was beland. Die mannen waren extreem dorstig, dus
stonden 2 dames aan een stuk door te tappen. Bier, Ferna Branca, Jägermeister, Obstler enz.
enz. Gelukkig werd hun assistentie
niet ingeroepen, daar mijns inziens de gehele Feuerwehr inclusief de officieren, overigens de enigen die
hun uniform nog aan hadden, in verschillende stadia van delirium verkeerde. De
manschappen waren allen in meer of mindere mate van ontkleding. Scheve
stropdassen, schuine petten, overhemden open tot aan de navel welke zich in veel
gevallen boven op een indrukwekkende berg bevond. Ik raakte al gauw bevriend met
de Erecommandant . Te oud en te dik om te blussen, maar stond
zijn mannetje aan de Bar. Kreeg zijn oorkonde te zien Tweetalig Italiaans en Duits maar hij
legde zijn hand over het Italiaanse deel, want dat was van geen enkel belang , verklaarde hij. Een der manschappen wilde ruzie
maken en begon anti-semitische uitlatingen te doen,
welke aan mij gericht waren. Man was vrij sterk beneveld.
Ik zei dat ik hem niet verstond en dat ik aan Nazis een
hekel had. Maar dat was hij niet, volgens eigen inschatting. Nou reken maar, wat
een gluupdoos. Gelukkig kwamen zijn collegas te hulp,
die hem tussen zich in namen en hun excuses aanboden.
Volgende dag in lichte drup aan de nieuwe etappe
begonnen. Die drup werd echter al ras een stortbui die niet ophield en na 40/45
km was ik meer dan doorweekt en ik besloot ermee kappen. Ik was inmiddels in Mazzarello en vond
daar na enig zoeken Hotel Karinhall, dat door een
geslepen Zuid-tiroolse Weinbauer gerund werd. Ik mocht niet binnenkomen want ik was
veel te nat, maar hij had wel een kamer voor me. Uitkleden op de mat in de
ingang, Mijn zeiknatte waterdichte Fleecejack werd in
looppas geëvacueerd naar de Heizkammer, zo ook mijn
schoenen. Mijn broek moest eigenlijk ook uit, maar dat wist
ik te voorkomen door uit te leggen wat zich daaronder bevond. Romeo, zo bleek mijn gastheer te heten, die gelukkig
vloeiend Hoog Duits sprak ontpopte zich als een vrij opdringerige verkoper. Ik
moest eten wat hij mij voorschreef. Protesten mijnerzijds werden van de hand
gewezen. Of weggeredeneerd. Wein? Bitte, meteen een halve liter huiswijn op tafel. Niet
slecht; 6 euro.
(7)
Hij was bij berekenen niet helemaal eerlijk, denk ik,
maar de rekeningen waren sowieso oncontroleesbaar.
De volgende dag hoosde het nog steeds. Ik besloot bij
Romeo te blijven (tot zijn genoegen). Hij moest naar
de tandarts om zijn gehele bovenkaak leeg te laten maken. Hij keerde terug met een pijnlijk
vertrokken gezicht en een voorlopig gebit, met nadruk op voorlopig. Hij heeft
dat bij herhaling onderstreept want uiteindelijk kwamen er voor 16000 euro inplants in. Ik heb hem die dag niet meer gezien nadat hij
met een lijdend gezicht had aangekondigd dat hij even ging rusten, omdat hij
zulke Schmerzen had.. Hij heeft mij omstandig verslag
gedaan van deze niet geringe ingreep. Ik zal het u besparen.
Zijn verkoopdrang
was dus niet puur winstbejag maar sterk beïnvloed door
overlevingsdrift, want zonder bijtertjes kan je niet en hij zeker niet gezien
zijn immense omvang. Die omvang kwam door eten gaf hij toe, maar hij fietste ook
veel, zei hij. Daar was deze winter door het weer niets van
gekomen en dus was hij explosief toegenomen. Hij kon er dus niets aan
doen. Ik ken dat tenslotte uit ervaring, dus alle
begrip voor het dubbele lijden van deze dictatoriale, nu wat zielige
dikzak.
Hij was ook nog gek op Berlusconi. Eindelijk een stabiele regering! Dat had Italië
nodig. Ik heb het maar zo gelaten want van deze ongeduldige, in de reden
vallende, maar toch charmante Mussolini, kon ik het
toch niet winnen. Twee dagen in de gelagkamer gezeten en een groot gat in Het
Woud der Verwachting geslagen. Wat een schrijfster/historica is
die Hella Haasse toch!
De volgende dag, dus terugrekenend 6 mei ben ik weer
vertrokken. Via Rovereto en Mori en Terbole, Malcesine en Assenza en Garda, langs het Gardameer naar
Bardolino gereden. Dit op aanraden van mijn gastheer
Romeo, die mij nadrukkelijk beval deze route te kiezen.
Mijn tegenwerping dat daar wel veel verkeer zou zijn, werd van tafel geveegd Dus
wel veel verkeer en nog onverlichte tunnels ook. Het weer was mooi, maar
windkracht 6 tegenwind uiteraard. In Italië draait de wind altijd zo dat je hem
tegen hebt. Dat is ook de gehele verdere reis zo gebleven zelfs tot in Frankrijk
toe. In Bardolino had ik geen zin meer om verder te
gaan. Geslapen in hotel Santa Maria. In de stad
gegeten Bardolino is mooi maar het is wel Volendam. Veel Duitsers en niet te vergeten landgenoten met
ijsetende kinderen. De restaurants zijn duur de Italianen onaardig, bij het
hufterige af. Hier (Montagnana) in de Povlakte daarentegen zijn ze heel aardig en behulpzaam. Toerisme
corrumpeert de autochtonen en dat niet alleen in Bardolino. Ik moet wel toegeven dat je na een poosje naar
toeristen kijken, wel meer van de houding der autochtonen gaat
begrijpen.
Ik zit nu op het kleinste terrasje ter wereld, schat ik.
1 meter
breed, twee tafels en vier stoelen en de autos rijden over mijn tenen. Het
hotel heeft de wijdse naam Maxims. De kamer (50) geeft uitzicht op de regenpijp, het
licht doet het nog niet, maar dat zal verholpen worden. Wat een takkezooi! Wel aardig meisje (receptioniste voor de
verkeerde verstaander)
Mijn fiets staat op de met opkrullend kunstgras beklede
binnenplaats tussen driewielers, een barbecue, wat oud roest, een fonkelende
Jaguar, nepzuiltjes, een gipsen blote juffrouw ,die
eigenlijk water spuiten moest en meer losse rotzooi. Wat een
bende.
(8)
Montagnana daarentegen is een sprookje. Toen ik aan kwam rijden zag ik,
dacht ik: een kasteel, prachtige poort met torens enz. Ik dacht daar mag ik
natuurlijk niet zomaar in. Eerst hotel zoeken. Nou dat is gelukt, zoals U weet.
Ik vraag het voornoemde vriendelijke meisje, waar ik ergens geld kan trekken en
zij wijst tot mijn verbazing op het vermeende kasteel.
Het was helemaal geen kasteel, maar een complete
ommuurde stad. Met opengewerkte kantelen , torens, 4
volledig intacte stadspoorten met bruggen en zware deuren. Nog nooit zoiets
gezien. Tot zover, ik ga kijken of
ik nog wat te eten kan krijgen. Ik had beloofd in het hotel te eten, wat ik nu
betreur uiteraard. Maar ja,
beloven en niet doen
is gelijk een mager hoen,
dat wel kakelt op de stok,
maar geen ei legt in het hok,
zou mijn schoonvader gezegd hebben.
Hij had gelijk natuurlijk, maar ik heb het geweten.
Morgen verder.
11/05/10
Vier dagen geleden zat ik nog in Montagnana. Die avond inderdaad in het hotel gegeten. Het
eten smaakte zoals de binnenplaats en de kamer eruitzagen. Het smerigste diner
in jaren. De kok en eigenaar kwam vragen of ik het
lekker vond. Bene? vroeg hij. Ik, lafaard die ik ben
antwoordde bene. en later nog een keer. Eer de haan
heeft gekraaid, zult gij mij drie maal verloochend
hebben, dacht ik. Niet geheel toepasselijk, maar het
drukt vrij nauwkeurig mijn gevoel uit toen ik de derde maal bevestigend Bene
zei. Ik had een vis carpaccio besteld. Die kwam. De visflappen waren van een
onbestemde naar grijs neigende vuil witgele kleur en
totaal verzopen in waarschijnlijk chemisch vervaardigd zuur dat voor citroensap moest doorgaan, naar ik
aanneem. Op zichzelf een kunst om zoiets smerigs te maken. Daarna een vis, die
ik zelf op
een tafel midden in het restaurant had uitgezocht. Uno
of duo wilde de maffiose kok/baas weten. Voorlopig
Uno, zei ik. Gelukkig maar. Hij had de vis in een
soort stokvis omgetoverd. Hard droog, geen smaak, kortom een totale ramp. Wat ik
er bij kreeg ben ik vergeten. Kan niks geweest zijn.
Zelfs de witte huiswijn smaakte naar kattenzeik. Hartelijk dank, goeden avond, wat een
catastrofe. Het ontbijt was trouwens bijna onzichtbaar. Men wees mij een tafel
aan en ik wachten. Er stond wel iets op tafel. Een mandje met een papieren
servetje erin en 2 pakjes met elk 2 melba toastjes
erin en 1 plastic miniscuul bakje jam. Alles wat er
kwam was een kopje koffie. Maxims ten voeten uit.
Totale miserere. s Nachts om een uur of één had ik ook
nog van een echtelijke Italiaanse dialoog mogen meegenieten.
Eigenlijk een monoloog door die maffiose proleet van een
keukenprins , zo nu en dan onderbroken door hysterisch vrouwelijk gekrijs , geween en gesnik. Ik moest terug denken aan ons
verblijf in Verdun (Hotel du Commerce) op onze
huwelijksreis toen een heerschap een lid van het zwakke geslacht nazat met een
mes, en wij in allerijl de deur van onze kamer barricadeerden met stoel en
kast.
Van Montagnana naar Dubrio iets noordelijk van Bologna
gereden. In de verte zag ik de Appenijnen opdoemen .
In Dubrio zou volgens mijn gegevens een Hotel moeten
zijn. Ik kon het echter met geen mogelijkheid vinden. Tenslotte een Italiaans echtpaar aangesproken. Excuse Signore Hotel?? Vroeg ik, in mijn vloeiende Italiaans.
(9)
Na enig nadenken en overleg, zei hij, dat ik de volgende
weg links (sinistre) in moest slaan en daar zou het
hotel zijn. Niks hotel. Wel een Kerk.
Ik stap af. Kijk hopeloos om mij heen . Ik zie op eens
een bordje aan een muur met Hotel erop. Die muur omgaf iets wat bij de kerk
hoorde (bleek later de parkeerplaats) . Ik zag echter geen ingang. Ik zet mijn
fiets neer. Loop naar de kerk en wat zie ik een bescheiden bordje receptie boven
een zijdeur van de kerk. En een bel waarbij weer receptione stond. Ik druk. Niets. Druk nogmaals en uit het luidsprekertje klinkt een holle stem met
nagalm: Pronto. Ik denk Onze lieve Heer zelve spreekt mij toe. Eerbiedig zeg ik in het Engels, want
ik denk Hij zal toch wel Engels spreken.: Would you have a room for me. Of course antwoord de
Here. Push the door!
Ik push en ja hoor hij gaat open. Ik sta in een hoge
donkere gewelfde gang met prachtige houten lambrizeringen en vele deuren. Ik loop iets door en krijg
een sterke sigarettengeur in mijn neus. Ik denk zou de Almachtige roken? En
ineens schiet uit een nis Jehova zijn broek ophalend tevoorschijn. De Mystieke ervaring
eindigt hier. De Hemelse Vader bleek een Radioloog uit Bologna die in zijn vrije tijd het leegstaande Capucijner Klooster inclusief kerk en hotel bleek te runnen.
Alvorens mij naar mijn kamer te begeleiden toonde hij mij het hele klooster en
de relikwieën alsmede de keuken en de eetzaal en toen
naar de receptie waar de sleutel werd opgehaald. Vervolgens door een andere
zijdeur naar buiten naar een gebouw waarin de kamers bleken te zijn. De Bici (fiets in het Italiaans ) mocht weer in een andere
eetzaal staan naast twee andere zeer Hollands uitziende fietsen. Van die lullige
Gazelles met hoge vleugelsturen.
Mijn verbaasde gezicht ziende, zei de radioloog dat er
nog twee fietshelden uit Olanda in het hotel
logeerden. De fietsenstalling verlatend zag ik in de tuin hun wasje, onmiskenbaar hun wasje
hangen. Zeemleren bilbeschermers en andere parafernalia van de doorgewinterde
wereldfietser.
De dottore wees mij hun kamer en drong er op aan dat ik aan zou
kloppen kennelijk ervan uitgaande dat ik niet langer zonder landgenoten kon. Ik
wimpelde vriendelijk af en mompelde iets over privacy. Mijn kamer was luxe,
zeker vergeleken met het hol waar ik in Hotel Maxims
had verkeerd. Mooie badkamer. Kortom perfect. Ik douchen en omkleden eindelijk
klaar om de interne mens te gaan versterken in het door de receptionist
aangeraden restaurant. Ik stap naar buiten en op dat moment komt ook een der
collega fietsers uit Olanda zijn deur uit. Ik stel
de vraag;
ook aan het fietsen? Wat een stupide opmerking!! Dat
vond hij blijkbaar ook want hij snauwde Nee hoor aan het lopen. Goed dacht ik,
niet echt aanspreekbaar die eikel. Laat maar zitten. Nooit meer gezien dat
vervelende onooglijke mannetje. Ze zaten al twee dagen met zijn tweeën op dat
kamertje en gingen de volgende dag ook niet weg, voor zover ik kon vaststellen.
Zullen wel geestelijken zijn geweest die het celibaat op een andere wijze dan
pedofilie opvingen. Schandalig eigenlijk wat er allemaal in een rancuneuze bui
in je opkomt. Heerlijk gegeten in een soort eerste hulp kliniek. Stralend wit
betegeld, geheel gesteriliseerd. Maar ja het was ook
aangeraden door een medicus, tenslotte.
Volgende dag, na het typische vrijwel onzichtbare
Italiaanse ontbijt in de grote eetzaal, waar ik moederziel alleen zat, weer op
de fiets gestapt. Richting Firenze en die bergen die
ik gisteren al in de verte zag opdoemen. Ik voelde mij uitstekend. Eerste stuk
was een fluitje van een cent. Toen reed ik de Appenijnen in. Ik had uit zuinigheidsoverwegingen de zware
variant rechtstreeks naar Firenze gekozen. Dat heb ik
geweten. De eerste klim ging naar het dorpje Barbarolo. Steil en nog steiler. Tellen hielp niet. Afstappen, Rusten, opstappen, afstappen, lopen,
weer fietsen
, weer tellen! Het dorpje heb ik uit eindelijk nooit gezien. Boven
hoorde ik geloei van honderden motoren. Die gierend en onzichtbaar ergens langs
de wolken joegen. Onzin want het was stralend weer.
(10)
Ik kwam uiteindelijk boven, vraag niet hoe, en reed
door. Beetje klimmen beetje dalen, dan weer steiler en maar stijgen en klimmen.
Pietramala en uiteindelijk de Passo di Raticosa (+/- 1000 m). Bovenop was een uitspanning
welke bezet was door honderden motorhelden. Ik mijn fiets tussen al die
indrukwekkende machines (BMW, Motoguzzi, Kawasaki, Honda en weet ik wat met enorme hoeveelhede CCs) Mijn fiets was
de enige fiets en ik werd met medelijden maar ook bewondering gadegeslagen. In
mijn korte broekje tussen al die zware motorpakken Het was bovendien ijskoud met
een harde wind (tegen uiteraard). Toen afdalen. Zo, dat had ik gehad. Maar nee,
daar kwam de Passo della
Futa en weer afdalen om daarna te
klimmen naar de Monte di
Fo af dalen en toen weer klimmen naar Panna. Afzien lijden er door heen zitten, afvragen wat ik eigenlijk
aan het doen was, het moest toch leuk blijven. Dat was het niet. Steeds wilde ik
weer afstappen maar de hotels bleken dicht. Geen seizoen. Doorrijden maar weer.
Ik zag een bank, maar ik zat in een afdaling en dacht bij het volgende hotel
stap ik af en betaal met creditkaart.
En ja hoor eindelijk zie ik een hotel. Zij hadden ook een kamer voor me
maar accepteerden geen creditkaart. Wat een ellende. Geen bank in het dorp,
vroeg ik. Nee 10 km terug was een
bank.
Ja, dat wist ik maar 10 km terugklimmen van zijn levensdagen niet. Weer door. Geen
hotels meer en evenmin banken. Doordouwen en afdalen en gelukkig nog meer
afdalen. Na ca 130
km kwam ik dan eindelijk aan in de Hof van Eden althans zo
zag ik het. De Hof heette eigenlijk San Piero a Sieve. En het hotel heette Feliciana. Zij hadden een kamer. En er was een Osteria vlakbij waar je prima kon eten.
Heel leuk. Lekker eten en alle gasten Hollandse
analfabeten, die geen woord over de grens konden praten, dus paps samen met de
osteriabaas aan het uitleggen wat er op het menu stond. Ik heb
lekker gegeten (Aringa) haring dus. Verrukkelijk! En
Chianti classico. Fantastisch.
San Piero ligt volgens mijn
route 27km noordelijk van Firenze. In lichte regen op
de fiets gestapt. Op naar Florence. Wel weer eerst een passo Vettal e Croce en toen
afdalen naar Firenze. De uitleg in het boekje om bij
het station te komen was laten we zeggen mij niet duidelijk. Dus de hele stad
rondgereden maar uiteindelijk met hulp van diverse Firenzers het statione Novella Santa Maria gevonden en
een kaartje gekocht naar Livorno. In Livorno reed ik uit mijn hoofd, ik had thuis op Googlemaps gekeken en op kompas rechtstreeks naar de haven
een om een kaartje te bestellen voor de boot naar Bastia. Na enig zoeken gevonden en kaartje gekocht . Omdat
de boot eerst de volgende dag vroeg om 08.15 uur zou afvaren, een hotel gaan
zoeken dat niet te duur was en op de route naar de afvaartkade lag. De gehele
route eerst verkend. Want van treinen en boten word ik
zenuwachtig en ik wil er ruim voor vertrek zijn. Ik moest er uiterlijk om 7 uur al zijn.
Het hotel vond ik vrij snel en toen de middag doden met wandelen door de stad.
Toeristisch restaurant gevonden, waar ik alleen zat. De meeste Restaurants waren
dicht. De volgende ochtend stond ik
natuurlijk al om 6 uur op de kade. Dit was het eind van de heenreis . Ik was er
eigenlijk niet zo rouwig om Italië te verlaten. Charmant land ook veel aardige
mensen maar ook veel Maffiosi met streekjes. Ik moet
tot de slotsom komen dat daar waar de Olijfbomen beginnen te groeien het aantal
scrupules afneemt. Het begon al in Getsemane (Olijfberg) met de beruchte kus. De oplichterige Grieken. Ik hoor onze reisleider nog zeggen.
Rechts ziet U een zee van olijfgaarden. Wij kregen er
in het restaurant dat op een kilometer van die olijfzee lag er ieder één. In Italië is het niet veel beter. Ik
moest bijvoorbeeld vanochtend voor mijn kamer 50 betalen.
(11)
Toen ik daarna mijn fiets stond op te laden viel mijn
oog toevallig op een tarief dat in een geniepig hoekje van het raam naast de
deur was geplakt. 40, dus 10 voor de receptionist. In de trein naar Livorno vergat ik alvorens in te stappen mijn kaartje te
stempelen. Eigenlijk niet vergeten maar ik kon zo n stempelautomaat niet vinden
en dus dacht ik, dat hebben ze in Italie nog niet,
zeker?! Had je gedacht. Signore de controleur komt, bekijkt aandachtig mijn kaartje
en zegt met een glimlach dat mijn kaartje niet gestempeld is. O, moet dat dan??
Ja, kijk maar. Hij haalt een beduimelde fotocopie van
een in het engels gesteld reglement met foto van de op een uiteraard obscuur
plekje opgestelde stempelautomaat voor de dag en wijst met zijn vinger naar een
bedrag van 40. Boete dus. Ik probeer omstandig uit te leggen dat ik voor het
eerst in een Italiaanse trein reis en dat ik niet wist dat het ook in Italie moest ondat ik de
stempelautomaat niet had kunnen vinden. Very sorry,
betalen zal je , kreng!
Dan de restaurants. Stelt U voor U komt bij de
fietsenmaker en wilt een fiets kopen. Wat gaat mij dat kosten? Dat hangt ervan af, zegt
de verkoper. Wilt U een frame, Maar natuurlijk zegt U.
500. wilt U een voorwiel. U kijkt verbaasd en zegt
uiteraard. 100 euro. En een achterwiel
150 euro en een ketting. 75 euro enz enz. U kijkt de man aan en zegt :
Hartelijk dank ik koop mijn rijwiel wel elders. Nu dit
speelt zich af in elk Italiaans restaurant in de grote stad. Eerst je bestek
betalen. Hoofdschotel 12,50. Wilt u er aardappelen bij. Ja graag 5,
Groente Si 5 enz enz. Sla is een zelfbouw pakket. U krijgt alles apart, bak
sla olie apart azijn apart zout enz. Brood bij de maaltijd. Kijk uit. De broodjes zijn geteld en elk broodje betaalt U
apart.
s Lands wijs s lands eer! Maar
het heeft iets te maken met die Olijfbomen.
In San Piero moest ik ook 50
betalen voor mijn kamer en het onzichtbare mij nu welbekende Italiaanse
ontbijt. Ik sta buiten mijn fiets
op te pakken en daar komt de vriendelijke Heer van de receptie weer aan. Excuse , of hij het ontbijt à 6 even mocht afrekenen, was hij vergeten.
Wat staat er in de tuin van het hotel? Juist een
olijfboom!!
In Saumur groeien geen
Olijfbomen, gelukkig, want ook daar vergeet ik te stempelen in mijn zenuwen het
goede perron te vinden (geen liften, alles de trap afzeulen en dan weer opzeulen) Ik ga naar de conducteur en biecht mijn zonde op.
Alors quel horreur. Je le ferai pour vous. Hij krabbelt wat op
mijn kaartje et voilà. Geen boete, geen fotocopieën, niks en geen
olijfbomen.
Terug naar de boot naar Bastia. Ik zit inmiddels op de boot
mijn ontbijt te eten. Het is nu kwart voor acht. Wat een schip en wat een
ontbijt. Eindelijk Eieren met spek, worst croissants brood, koffie, jus, noem
maar op: 8 euri. In Italië betaal je voor dat
onzichtbare ontbijt 6 Ik krijg zin een sigaretje te roken maar
dat mag niet denk ik. Ik zie echter aan een belendende tafel een man een shaggie rollen. Ik vraag hem vriendelijk of je hier mag
roken. De man snauwt mij toe of ik soms dacht dat hij niet wist dat je hier niet
roken mag. Of hij helemaal stupido was? Gelukkig,
kan ik hem uitleggen dat ik ook roken wil en waar dat
dan zou mogen. Hij is nu mijn vriend
Eindelijk niet fietsen. Rust, benen strekken. Wat mij
bezield is mij een raadsel. Ik fiets en fiets maar
door. Bekijk niets, neem nauwelijks of geen tijd om fotos te nemen. De plicht
roept Doorfietsen. Een heilig moeten Een taak die geklaard moet worden. Tellen
op die eindeloze hellingen. Ik begrijp Net helemaal. Eén, twee drie vier,
Net telt tot tien of nog meer, maar die is intellectueel. Ik kom tot vier.
Hijgend en steunend. Maar het helpt. 1 minuut afstappen
helpt ook. De helling na die ene minuut lijkt minder steil. Het gaat 5 minuten
gemakkelijker. Dan sla je de ogen op en ziet weer die helling. Weer afstappen 1
minuut., en weer verder.
Leuk fietsen, maar gelopen heb ik
ook en veel. Nu zit het erop. De boot beweegt.
(12)
Op weg naar Bastia. Het schip
is een heel flatgebouw. Mijn fiets staat op slot en vastgeklonken op de begane
grond bij de autos en vrachtwagens. Er waren nog twee fietsers. Mediterraan
ogende atleten op uitgeklede mountainbikes met een soort verhoogd plateau
achterop waarop hun minuscule bagage. Zij keken wat minachtend naar mijn
volgepakte pakezel. Ik was als heer verkleed en reisde in lange broek. Zij
echter in nauwsluitende professionele fietspakjes met mooie bruine ingevette en
onthaarde, vanwege de weerstand natuurlijk, benen en modieus meticuleus ongeschoren gezichten.
Ik zit nu op de zevende etage en dan zijn er nog één of
twee etages. De overtocht is probleemloos en ik ben rond het middaguur in Bastia. Mooie vriendelijk uitziende en welvarende stad. Het
parkeerterrein over en je staat in de stad. Nu op zoek naar het boekingskantoor
voor de boot naar Marseille. Eindelijk kan ik iedereen
weer verstaan.
Na enig zoeken en navragen vind ik het kantoor. Wij zijn
op Corsica en dat is Frankrijk dus is het kantoor tot 2 uur gesloten. Er moet
gegeten worden, want anders schudt de maatschappij op haar grondvesten. Ik denk
dat het in de Franse grondwet staat. Eten zult gij. De
economie ligt plat. Frankrijk eet. Ik ook dus. Om precies 2 uur sta ik voor de
deur, welke met enige vertraging wordt geopend. Vriendelijke dames (4) en een
zonverbrande jonge god op rijwiel. Zij hadden een
uitstekend humeur en besloten de eenzame god te verwennen. Ik deelde hen mijn
wensen mede. Ja alles was goed. Privé hut. Met raam of
zonder raam?
Zonder raam, want goedkoper. Televisie? Nee
, merci want goedkoper. Wat kost dat? 30. Ik kon mijn oren niet geloven.
Wilt het diner vast boeken. Ja. Graag. 28. Voor 58
euro naar Marseille inclusief eten! Ik bleek 80%
korting te krijgen.
Of ik zag er armoedig uit of zij schatten mij 35 jaar jonger en
daar houd ik het maar op, zonder tegenbericht. De boot zou om kwart over acht vetrekken
en de volgende ochtend om 7.30 aanmeren in Marseille.
Ik dus Bastia in. Op een terrasje koffie gedronken,
gelezen, gegeten wat rondgelopen: Wachten is bijna even erg als klimmen. Om half
zes uur of was het half vijf stond ik opgesteld om in te schepen. Ik was de
eerste natuurlijk, want de reiszenuwen speelden weer op. Dreigende wolken pakten
zich samen en nergens een plekje om te schuilen. Ja de
wachtkamer, maar daar mocht mijn fiets niet in . Het viel gelukkig mee, een paar
spettertjes. Niets vergeleken bij de wolkbreuk van die ochtend toen ik op een
overdekt terras zat koffie te drinken. Er kwam een Frans echtpaar op mij af, die
uiterst geïnteresseerd waren in mijn fiets en waar ik vandaan kwam en waar ik
naar toe ging. Wij zijn ook fietsers, zei zij. Kampeerden altijd. Hadden vorig jaar in Hollande gefietst. Fantastisch was het geweest. Giethoorn en
Bourtange. Zij vonden het prachtig.
Deze vriendelijke Fransen waren inderdaad echte
fietsers. Maar er zijn er ook veel
die na je gevraagd te hebben waar je vandaan komt en hoeveel je per dag fietst
zich ook ineens herinneren dat zij ook wel eens gefietst hebben, maar nu te oud
zijn of het eigenlijk zouden willen , maar geen tijd hebben of hun vrouw wil
niet of ze zijn ziek, zwak en misselijk of ze hebben geen fiets. De meesten verdenk ik ervan dat hun laatste fiets een
driewieler was., als ze al überhaupt ooit op een fiets
hebben gezeten.
Eindelijk inschepen. Ik rijd als eerste de boot op.
Terecht want ik had het langst gewacht, tenslotte. Een hulpvaardige bootsman sjort
mijn fiets vast aan een daarvoor bestemde stand en wijst mij een deur en dat ik
naar de 8ste verdieping moet, gelukkig met een lift. Ik kom in een
doolhof terecht waar inmiddels al een hele buslading reizigers met enorme
koffers, welke nauwelijks door de gangetjes geperst kunnen worden., laat staan omdraaien. Niemand kan zijn kamer vinden en
daardoor kunnen andere die het wel denken te weten, weer niet verder vanwege de
manoeuvreerbaarheid van die gigantische koffers. Kortom chaos. Gelukkig geen
ijsbergen in de Méditerrané. Bovendien heet de boot Napoleon Bonaparte en niet
Titanic II of zo iets. Eindelijk mijn hut
gevonden. Zeer kompakt. Er was slaapplaats voor 4
mensen. Hoe dat had gemoeten, kan ik mij niet voorstellen, maar dat hoefde ook
niet.