Ik droom het jaar als een kristal waarin het zonlicht speelt; doorglansd als goudenregenval die oude wallen streelt. Ik droom het vreugdig als de mei vol tinten en muziek, sereen gelijk een eng'lenrei op middeleeuws triptiek. Ik zie het als een rozenveld langswaar God minzaam schrijdt , al zegenend de bloemen telt en ook de doornen wijdt. Ik droom het nieuw'jaar schoon en hard als klare diamant en fantaseer als't kinderhart op reis door 't sprookjesland; ik weef een jaar uit zilverzij met blauw azuur gezoomd ... Maar Gij, O Heer,hebt Gij het jaar ook zo gedroomd? Auteur onbekend