this
picture shows a line of little girls holding hands facing the immensity of
ocean waves.
Alone they might be washed away, but together they stand strong.
Thank you each for holding my hand somewhere along the way when I was facing
a wave of my own.
I hope you will reach for my hand when your own wave threatens.
All
of us girls,
Old
and young, Near and far, Hold special memories of good times
we've shared. We've had our share of hard times when
our friends were there to make us feel better. We've shared... our hearts, our time, our secrets
, our fears,
our hopes and our dreams. Let us never break the chain of friends!
Mrs.Bo and Mr. Silver
28-05-2009
Sachertorte njam njam ....
.
Sachertorte
Ik was van plan om vandaag verder over mijn onbekende halfzus te schrijven,maar het zal er weer niet van komen vrees ik.
Schoondochter 2, zwanger van haar derde kindje, heeft het deze keer écht niet gemakkelijk.
Het is zelfs zo dat ze dringend moet rusten van de dokter en geloof me wanneer ik zeg dat rusten een woord is dat zij niet kent. Toch zal het moeten want anders zal het nog erger worden.
Ze is uitgerekend voor eind augustus en heeft nog de moeilijkste maanden voor de boeg.
Zelf zegt ze, dat indien ze zoveel last had gehad bij haar eerste zwangerschap, er waarschijnlijk nooit een tweede kindje zou gekomen zijn.
Ze zijn - zoals trouwe lezers weten - verhuisd en het is toch een halfuurtje met de auto om de kindjes van school af te halen.
Gisteren konden we hen niet afhalen omdat we beloofd hadden onze andere kleinzoon 2 op te vangen en we hebben maar één auto.
Vandaag is dan wel de beurt aan de twee jongste kleinkindjes. Mama moet op controle bij de gynaecologe.
Ventje en ik moeten ook allebei vanavond weg, dus het zal weer een spurt worden. Ik zal maar op tijd met het eten beginnen.
Morgen hadden Mr. Silver en ik een dagje uit gepland, dit om eindelijk gebruik te maken van mijn verjaardagsbons, die zelf al bijna verjaard zijn.
We gaan naar de cinema. Jaja u leest het goed! Ik kan me amper herinneren wanneer we dat nog eens gedaan hebben. Ik herinner me wel nog de film : The Titanic.
We koppelen dit dan verder nog aan een etentje erna, dat was nog een ander geschenk : een Bongo bon.
Zaterdagavond komen alle kleinkindjes slapen, want alle ouders zijn bij hun nichtje aan zee uitgenodigd om daar hun nieuw huis in te wijden.
Zondag vieren dan weer de verjaardag van zoon 2 en schoondochter en ik heb beloofd om voor een cake te zorgen.
Ik ga deze keer eens afwijken van mijn gewone biscuit en nu een Sachertorte maken.
Vorige week was ik op bezoek bij een lieve vriendin en sinds ik het daar heb geproefd wil ik er zelf ook een maken, het was ongelooflijk lekker.
Voilà dat was zo ongeveer de planning voor de volgende dagen.
Gisterenavond heb ik peentjes gezweet bij het maken van nieuwe visitekaartjes. Ik had er nog genoeg liggen, maar onze internet provider was sindsdien van naam veranderd. Planet Internet werd net toen ik ze af had Scarlet.
Ik voel in mijn roestige knoken dat dit er nu ook weer zit aan te komen nu Scarlet weer opgekocht werd door Belgacom.
Ik had de lay-out van de vorige kaartjes netjes gesaved en wou enkel het internet adres veranderen, maar toen ik het bestand terug wou openen lukte dit niet.
Ik had het toen met een oudere versie van Publisher gemaakt en mijn nieuwere Office versie ondersteunt dit niet. Ik kreeg het bestand maar niet open en na urenlang zwoegen en zweten heb ik dan maar besloten om nieuwe kaartjes te maken.
Ik heb mijn zenuwen daarna nog tot een ultieme hoogte opgezweept bij wat spelletjes op Facebook.
Ik ben daar met Lipske en Lieve Bejeweled aan het spelen. Lieve haalt ongelooflijk hoge scores en ik begrijp echt niet hoe ze het klaarspeelt. Volgens mij heeft ze een geheime tactiek.
Vannacht, als ik terug thuiskom, zal ik nog eens proberen om ook een hogere score te halen, dan kan ik met een tevreden glimlach slapen.
Onze Vlaamse kermis was weer een groot succes,met heel veel bezoekersen bovendien ons Laura - de zon - die uitstekend haar steentje bijdroeg en mee zorgde voor een heerlijke sfeer.
Zelf heb ik er nooit veel aan, want ik zit meestal te werken in een kraampje.
Deze keer werdik aangesteld als ‘speelkaart verkoopster’.
Ik heb door de jaren heen op de Kermis al bijna alles gedaan: dienster, hulpkokkin, kassa, jurylid, tombola kraam ...etc., maar ik heb nu mijn roeping gevonden.
Aan de organisatoren heb ik gezegd dat ik nog enkel de speelkaart kraam wil doen.
Ik kan daar de hele dag neerzitten (Herniaretta is daar heel blij om) en het is ongelooflijk plezant om die glunderende kindergezichtjes te zien wanneer ze weer een zoveelste speelkaart komen kopen.
Zelfs onze twee kleinzonen waren niet van de kermis weg te slaan en ze vinden het ongelooflijk spijtig dat ze nu weer een jaar moeten wachten.
Sinksenfoor eat your heart out!
Een springkasteel, ballenwerpen, eendjes vissen…. een kinderhand is zo snel gevuld.
Met de opgespaarde punten die ze krijgen na elk bezoek aan een kraampje,kunnen ze op het einde van de dag eindeloos staan kiezen in de ‘prijzenkraam’.
Hun mama ’s en papa’s, grootouders, ooms en tantes, zitten buiten in het zonnetje aan lange tafels te genieten van een frisse pint en ze kunnen de kindjes de hele tijd in het oog houden.
Naast mij werkten zoals elk jaar broer 1 en Mr. Silver in de frietkraam en er werden stevig wat frietjes verzet.
Ik droeg natuurlijk ook mijn steentje bij.Mijn driedaags dieet van frieten met hamburger/braadworst, doorgespoeld met een frisse Triple,dwingt me nu om met een zéér grote boog om mijn weegschaal lopen.
De avond van ‘het Kermis diner’ waren Mr. Silver en ik ’s avonds ook babysit voor Seppe en zijn zusje.
Het zou natuurlijk onze Seppe niet zijn indien er niets mis was.
Toen schoondochter met hem naar de Kermis kwam, warenzijn oogleden heel dik gezwollen.
Om zeker te zijn dat het een allergie was en niets erger, is schoondochter dan snel met hem naar de dokter gegaan, want ze zou de volgende dag met haar mama en de kindjes voor een paar dagen naar zee vertrekken. Het bleek inderdaad om een allergie te gaan en met de nodige medicatie was het snel beter.
Om ’s avonds na het werken toch wat ontspanning te hebben, zette ik thuis nog even mijn peeceeke op.
Dankzij Facebook- en mijn blogvriendinnen Paz en Lieve, ben ik nu vreselijk verslaafd aan de spelletjes Bejeweld ( 1 minuut tegen de klok) en Word Challenge (ook tegen de klok).
Ik zou het beter niet doen, want ik ben een vreselijk streverke en kan niet stoppen tot ik een hoge score bereik.Ik begin me dan zo op te jagen dat mijn tikker honderd in’t uur slaat in plaats van tot rust te komen.
Nu is het hoge tijd om snel even bij mijn blogmaatjes te gaan lezen en daar de allerlaatste nieuwtjes te vernemen.
PS: Hebben jullie ook zo genoten van het buitengewoon klank en lichtspel vannacht?
(de foto's zijn van de website van de Vlaamse kermis - ik hoop dat Hugo het me niet kwalijk zal nemen dat ik ze even ter illustratie geleend heb )
Ik was daarnet even op het blog van Natoken. Ze schrijft over haar prille jeugd herinneringen.
Toevallig lag ik gisteren ochtend lekker te doezelen in mijn warm beddenbakse en ik mijmerde ook na over mijn aller-vroegste herinneringen. (great minds think alike Natoken ) !
Ik weet niet wat jullie nog herinneren, maar mijn herinneringen beginnen rond mijn twee jaar en het zijn vooral zaken waarvan ik zeker ben dat ze me niet later verteld zijn. Ik zie het allemaal nog voor me in kleur en detail alsof het een film is.
Mijne zilveren gelooft niet dat dit kan, want hij herinnert zich helemaal niets meer van vroeger. Volgens hem beginnen zijn herinneringen pas toen hij mij leerde kennen.... Hahahahahaha..... dat zal wel !!!
Ik ga gewoon enkele zaken hierna voor de lol opsommen, zo staan ze van nu af dan ook in mijn dagboek genoteerd.
- ik moet net uit de luiers geweest zijn, dus ± 2 jaar : ik loop wenend aan de hand van broer door de wei naar huis omdat ik in mijn broek had geplast.
- Rond dezelfde tijd - we zijn in een bos, vlakbij ons huisje, we staan in een rivier in een kring, ik hang tussen twee personen die mijn handen vasthouden. Plots heeft niemand me meer vast en ik ga kopke onder, ik stik bijna en ben in paniek. Dat heeft me een levenslange watervrees opgeleverd. Ik kan nu wel zwemmen maar durf niet met mijn hoofd onder water.
- Voor datzelfde bos staat een drinkwater fontein. Ik heb dorst maar ik kan er niet aan, want ik ben nog te klein.
- In diezelfde rivier stapt broer 1 in het ondiepe water op een plank met een roestige nagel. De nagel zit vast in zijn voet.
- 2 ½ jaar : moeder geeft de borst aan mijn zus en ik vraag of ik mag proeven en moeder is heel boos. Ik begrijp niet waarom.
- 3 jaar : ik sta op een hok naast ons huis (waarschijnlijk die op de foto) en ik spring eraf met een paraplu. Ik denk dat ik zal zweven zoals met een parachute. Ik zweef niet maar val met een smak op de grond.
- 3 ½ jaar : ik wil absoluut naar school en ik trek er zelf naartoe, ('t is vlakbij) klop op de poort. Een grote jongen (in korte broek) doet open en neemt me mee naar Mrs. McKay de directrice. Ik vraag haar of ik aub naar school mag komen, maar ze zegt dat ik nog veel te jong ben. Ze staat me toch toe om vanaf mijn vierde verjaardag een halve dag per week te komen.
- Op mijn vierde verjaardag word ik wakker, ik kleed me aan en ren zonder eten of iets te zeggen aan moeder naar school, zo blij als een kermisvogel.
- Mijn eerste les is : mijn schoenveters leren strikken.
- 4 jaar : Ik lees thuis in mijn boekjes met Nursery rhymes (kinderrijmpjes) die ik wel van buiten ken, maar plots besef ik dat ik kan lezen bij het versje ‘Jack Sprat could eat no fat...' ik herken de woorden. Ik ren naar moeder om haar dit heuglijk nieuws te vertellen en ik ben zeer ontgoocheld omdat zij het niet gelooft omdat ik ze weet dat ik al die versjes van buiten ken.
- 4 - 5 jaar : ik sta met vader in een winkel en er staat een dame naast ons met een hazenlip (toen wist ik natuurlijk niet wat dit was) . Thuis voor de spiegel sta ik daarna met een haarspeld tegen mijn bovenlip te drukken om te kijken hoe ik er uitzie met zo'n lip.
- Ongeveer rond diezelfde leeftijd : moeder heeft ons in bad gezet en ik zit op de tafel met enkel een handdoek om me heen terwijl ze met de andere kinderen bezig is. Ik kijk met heel veel interesse tussen mijn open benen en maak een grondige studie van mijn muisje. Ik krijg plots van moeder een ferme klets rond mijn oren waar ik enorm van schrik en ze zegt me dat wat ik doe héél stout en slecht is. Ik durf daarna nooit meer kijken. Mijn schaamtegevoel is geboren.
- 4 jaar : ik word wakker, sta op en merk dat noch moeder, noch vader thuis zijn. Ik ben doodsbang, maak broer en zus wakker en we kruipen allemaal via een stoel op de tafel en hangen door het raam huilend om moeder te roepen. Zij komt snel aangelopen, ze was even gaan telefoneren in de openbare telefooncel op de hoek van de straat.
- 4 jaar : moeder vraagt me om naar Tante Lottie te gaan - die woont op een boerderij aan de overkant van de weg. Ik moet bij haar de ‘shears' (tondeuse / haagschaar ) halen om het haar van broer te knippen. Het is een vrij lange wandeling voor mijn korte beentjes en ik ben bang voor de koeien. Tante Lottie geeft me de shears (haagschaar) mee. Op de lange terugweg naar huis loop ik te piekeren hoe moeder met deze grote haagschaar het haar van broer gaat knippen. Ik besluit om het even uit te testen en hang mijn hoofd naar voor zodat mijn ik mijn haar zie hangen en met de haagschaar knip ik met één beweging al dat neerhangend haar af. Bij mijn thuiskomst krijg ik van moeder een flinke bolwassing.
- 4 jaar : moeder is de haard aan het kuisen en ervoor ligt nog gloeiende asse. Ik struikel en val met mijn knieën in de hete as. Ik schaam me daarna bijna dood omdat ik daarna een tijdje niet kan lopen en ik word door moeder mee in de kinderwagen gezet.
- 4 jaar : grootmoeder leert me hoe ik moet breien met kleine, korte, gele priemen.
- 4 ½ jaar : ik lig in bed te slapen. Vader komt me wakker maken om naar mijn pasgeboren broertje te kijken, hij ligt in de armen van moeder en draagt een blauw kleedje. Ik ben op slag verliefd en mijn moederliefde voor hem zal me nog dikwijls in de penarie helpen.
- 4 ½ jaar : mijn Vlaamse grootouders zijn op bezoek - grootvader is peter van pasgeboren broer. Broer en ik begrijpen geen woord van hun taal en zij verstaan ons ook niet. Broer en ik zitten onder tafel te lachen - we vinden dat onze grootmoeder op een toverheks lijkt. Grootvader is al niet veel beter. We begrijpen niet waarom hij ons onder tafel probeert te meppen met zijn pet. Hij kijkt ook altijd heel nors en roept luid met een boos gezicht iets dat we niet begrijpen.
- Ik besluit een wandeling te maken met mijn poppenwagen, neem baby broer uit zijn wieg, leg hem erin en vertrek. Ik kom onderweg vriendjes tegen en ga met hen spelen en vergeet broertje. Moeder is hem in paniek aan het zoeken. Ik krijg een flinke bolwassing.
- 5 jaar : broertje weent in zijn hoge stoel. (hij woog bij de geboorte 5 kg). Ik maak de hoge stoel langs voor open, strek mijn handen omhoog om hem eruit te nemen. Hij is te zwaar en hij valt met een smak op de stenen vloer. Broer krijst, er is overal bloed. Broertje heeft een open wonde op zijn voorhoofd. Moeder is in paniek. Van vader krijg ik een flinke pandoering . Wat later komt de dokter de wonde op het voorhoofd van broertje dichtnaaien. Ik voel me ontzettend schuldig en ween bijna even hard als broertje.
- 5 jaar : in de klas leren we lezen. Ik kan al heel vlot lezen. De juffrouw is zodanig onder de indruk dat ze me meeneemt naar al de hogere klassen en me daar ook laat voorlezen. Ik krijg van enkele juffrouwen als beloning een centje. De school is uit en ik heb voor de allereerste keer geld in mijn handen. Het brandt en ik wil iets kopen. We wonen in het gat van Fluto, er zijn geen winkels, maar de rondrijdende groenteman staat er met zijn vrachtwagen. Ik steek mijn centjes omhoog en vraag wat ik ervoor kan kopen. Hij geeft me een bussel worteltjes. Ik ga zo fier als een gieter met die wortels naar huis en geef ze aan moeder. Zij vraagt waar ik het geld vandaan heb en gelooft geen woord van mijn verhaal.
- 5 jaar : ik ben verliefd op een jongen in de klas : Peter Gallagher
- 5 jaar : op school is het elke ochtend eerst Assembly (samenkomst ). Ik babbel en word verwittigd dat ik later op de dag hiervoor straf zal krijgen. De directrice komt in mijn klas, ik moet naar voor komen en mijn hand uitsteken. Met een leren ‘strap' (een stuk leder) slaat ze één keer hard op de palm van mijn hand. Lijfstraffen mochten toen nog op school. Ik heb daarna niet meer gebabbeld.
- Bijna 5 jaar : broer en ik slapen samen in bed met een buurjongen, we logeren er, want moeder is op bezoek bij haar ouders in België. De buurjongen verklapt me dat ik voor mijn verjaardag een naaidoos krijg.
- 5 ½ jaar : ik zie mijn vader verschrikkelijk huilen met zijn hoofd op tafel, moeder troost hem. Zijn moeder is gestorven.
-
- Vanaf dan herinner ik me eigenlijk alles nog heel goed:
-
- 7 jaar : we bereiden ons voor op ons vertrek naar België. In ons huis is veel volk, want bijna alles moet wordt verkocht.
- In de trein weent broer. Ik ween niet, want ik besef nog niet dat we voor altijd weggaan.
- Ik sta op het dek van de Ferry Dover-Oostende en ik draag heel mooie kleding ( uit een doos kleding van nicht ) een purperen jurk en een heel mooie beige-bruine jas met kap. Ik kijk voortdurend naar de zoom van mijn jurk. Moeder had het wegens de drukte laten verkorten door een buurvrouw en toen ze nadien zag hoe slecht de zoom genaaid was, met reuzegrote steken, had ze mopperend gezegd : "ik had het beter zelf gedaan" . Nu denk ik dat iedereen deze grote steken kan zien.
- Nonkel Louis staat ons op te wachten met zijn vrachtwagen. Wij zitten tussen al onze bagage allemaal achterin en rijden naar Blankenberge, waar de rest van mijn leven begint.
**
Ik geef de herinneringstok nu door aan PAZ - zo kunnen we lezen hoever zij kan terugdenken.
Nadien kan zij de stok doorgeven aan iemand anders.
Het is nog altijd de maand mei, de maand van vormsels, lentefeesten en de Maria maand.
Na het negatief beeld over mijn katholieke indoctrinatie tijdens de jaren voor mijn plechtige communie, voel ik me verplicht om ook over de minuscule, positieve bijdrage van deze veelvuldige lessen iets te vertellen.
Ik was, zoals ik al zei, een kind met een enorme verbeelding en fantasie. Televisie hadden we nog niet, maar ik was wel een verwoede lezer.
Tijdens de godsdienstlessen werd alles heel figuurlijk verteld en getoond op het niveau van jonge kinderen.
Op school werd met veel zwier "de ziel" door zuster M. op het bord getekend. Zij wist blijkbaar hoe het eruit zag.
Ze nam een stuk krijt en met de platte kant ervan tekende ze een witte wolk op het bord en zei : "Dit is jullie ziel en wanneer je zondigt, komt er elke keer een vlek op die ziel." Ze maakte vervolgens met speeksel haar wijsvinger nat en drukte kleine, zwarte vlekjes in die maagdelijk witte ongerepte kinderziel.
Met strenge blik keek ze de klas rond en zei : " maar ... let op want bij een doodzonde gebeurt dit ..." ; ze nam een spons en veegde met één ruk de hele witte vlek weg.
Wow... we wisten inmiddels dat sterven met een doodzonde op je ziel, gegarandeerd een ticket rechtstreeks naar het eeuwig hellevuur was.
Ze toonde ons prenten van de hemel waarop God nog steeds werd voorgesteld als een lieve oude grootvader op een troon, omringd door prachtige engelen. We zagen prenten van vreselijke, krijsende duivels die brandden in hel.
Wie was ik om daar aan te twijfelen! Nu kan men daar om lachen, maar je zat tenslotte op school en je geloofde als kind toch wat de leerkrachten je vertelden. Thuis twijfelde je ook geen ogenblik aan het geloof van moeder en grootmoeder.
Nee, ik was ervan overtuigd : God zag alles en de duivel stond altijd op de loer om je tot het kwade te verleiden.
Ik voelde zelfs de adem in mijn nek van de altijd aanwezige duivels en werd dikwijls ‘s nachts angstig wakker van de verschrikkelijke nachtmerries.
Maar kom, ik wou vandaag iets positief over ‘het geloof' schrijven.
Dat positieve element was : de engelbewaarder! Stel je voor, de almachtige had ervoor gezorgd dat we allemaal bij de geboorte een persoonlijke engelbewaarder toegewezen kregen.
Oef .... Godzijdank!
Die engelbewaarder diende als lijfwacht en zou alles doen om ons te beschermen tegen het kwade dat ons altijd zou proberen te strikken.
Zuster M. zei dat onze engelbewaarder altijd aan onze linkerschouder stond en de duivel stond rechts.
(Onlangs zag ik dit trouwens nog precies zo uitgebeeld in een oude Disney Film met Pluto. Daar werden engelbewaarder en duivel net zo afgebeeld zoals zuster M. ons verteld had. )
Het positieve was dat ‘mijn engelbewaarder' me als kind ongelooflijk geholpen heeft bij het verwerken van al mijn angsten, angsten die wel voor het merendeel het gevolg waren van de godsdienstige griezelverhalen. Harry Potter is daar klein bier tegen!
Ik herinner me zelfs dat we met de klas naar een film gingen kijken over ‘ Het pastoorke van As' - ik kan me vergissen over de titel - het was een oude zwart wit film over een priester die door de duivel werd achtervolgd. De duivel in de film werd voorgesteld als een witte lichtbol die voortdurend rond de priester hing.
Bij een prijsuitreiking op school kreeg ik ook het boek : 'Marcelino pan y vino', waar je hierboven een filmfragment van kan zien.
God en de duivel bestonden - er was geen haar op mijn jong hoofd dat daar aan twijfelde.
Hoeveel keer ik zwetend van een nachtmerrie wakker werd en onder mijn dekens ontelbare kruistekens maakte en smeekte aan mijn engelbewaarder om me te beschermen is niet te tellen.
Maar, op een bizarre manier kan je zeggen dat omwille van de toevoeging van het beschermend en altijd aanwezig element "engelbewaarder" in die hele godsdienst indoctrinatie, de kinderpsychiaters van toen veel minder werk hadden dan nu.
Kom, ik heb het allemaal overleefd en ik heb er vrij weinig trauma's aan overgehouden.
Ik kan echter nog steeds niet kijken naar een film zoals bv. ‘The Exorcist' of ‘Rosemary's baby', want dan komen al die vreselijke oude kinderangsten weer de kop opsteken.
Gelukkig wordt tegenwoordig in het katholiek onderwijs in België, de les godsdienst op een heel andere manier gegeven.
Kleinzoon 1 en ik spreken er soms over en wanneer hij me vroeg of ik in God geloof dan zei ik eerlijk en volmondig nee.
Ik probeerde hem wel uit te leggen waarom, en met het volgend verhaal.
‘Heel lang geleden toen de eerste mensen in kleine families leefden met één leider, besliste die over wat goed of fout was.
Die kleine families bestreden elkaar voor hetzelfde voedsel en de grootste en sterkste familie overleefde. Deze grotere groep vocht dan weer met andere en de familiegroepen of clans werden uiteindelijk zo groot, dat er niet één maar meerdere leiders waren. Wie moest toen beslissen wat goed of kwaad was en wie of hoe er gestraft diende te worden?
Op dat ogenblik hebben waarschijnlijk de oude wijzen de koppen samen gestoken en is het begrip religie ontstaan met ‘een God' als vrederechter, die wetten maakte zodat nog grotere groepen mensen konden samenleven.
Die Godfiguur werd overal op een andere manier voorgesteld. Het waren vooral de wetten die van belang waren.'
Het is nog iets te vroeg om hem als achtjarige uit te leggen dat er wetenschappers zijn zoals Dr. Dirk De Ridder, die onderzoeken of het godsbesef een product zou zijn van de hersenen, waar er misschien een god-spot zit.
Nochtans kan je, ongelooflijk maar waar, op het internet sites vinden die de oude indoctrinatie van vroeger nog steeds verkondigen.
Met Seppe is het terug wat beter. Zijn longen zijn terug onderzocht en er is geen spoor meer van de zware longontsteking. Wat hij nu heeft zou met allergie te maken hebben.
We zijn nu pas terug van ons weekendje aan zee. Fris, veel wind, maar zon en weer veel lekker eten. Wij laten geen enkel feest aan ons voorbij gaan, het leven is al zo kort.
Hieronder een video van ons kort reisje in de Moezel. Ikke met mijn maten. Ge kunt zien dat ik me goed geamuseerd heb
Ik moet van ons madam laten weten dat ons Seppeke weer ziek is. Dat is toch wel erg met dat manneke. Morgen komt hij naar hier. Daarom heb ik aan ons madam gezegd dat ze er eens vroeg moest inkruipen, dan is ze morgen goed uitgerust.
't is nodig want ze is er dit weekend weer eens goed ingevlogen!
In huis was het die ochtend een drukte van jewelste om iedereen op tijd klaar te krijgen voor de mis.
Een badkamer hadden we niet. De avond ervoor had vader het grote zinken bad uit de tuin naar binnen gesleept in de keuken en gevuld met warm water. Per twee werden we samen gebaad, eerst de meisjes de jongens vlogen dan voor een tijdje naar de voorplaats en de tussendeuren werden allebei gesloten. Toen werd het water ververst en moesten de jongens in bad. s Morgens moest iedereen zijn tanden poetsen en zich wassen met koud water aan de pompbak in de keuken.
Ik veronderstel wel dat oom en nicht uit Engeland in hun kamer een waskom en een emmer warm water kregen.
De deuren naar de twee voorkamers waren nu open. Normaal mochten we nooit in die kamers binnen. We leefden, kookten en speelden in de keuken of buiten en de slaapkamers boven dienden enkel om in te slapen.
Het was zeker niet omwille van onze chique, dure meubelen of tapijten dat we niet in de voorplaatsen mochten, want die waren allemaal gekregen of gekocht op de Vrijdagse markt. Nee, het was enkel en alleen omdat moeder dan wat minder kamers zou moeten opruimen en kuisen na haar werkdag.
Hoe moeder het allemaal klaarspeelde zal ik nooit begrijpen. Als ik terugdenk, dan lijkt het alsof ze altijd aan het werken was, geen seconde zat ze stil en indien ze neerzat, dan waren haar handen bezig met breien, naaien of verstellen. Zij stond s morgens als eerste op om de stoof aan te steken, zij kuiste, kookte, naaide onze kleren, breide onze truien en sokken en werkte bovendien ook nog buitenhuis om de rekeningen te kunnen betalen.
Maar kom, ik dwaal weer af.... slechte gewoonte!
Als laatste werden wij, de twee communicanten, aangekleed. Stel je voor dat we ons vuil zouden maken !
Buiten aan de deur werden fotos genomen, hoewel onze ouders extra kosten hadden gedaan en we voor de gelegenheid ook door een goedkope lokale fotograaf vereeuwigd werden. (zie foto hierboven)
Een TV of enig andere luxe hadden we niet, maar we hadden wel een stokoude auto een Citroën, eentje dat nog meegevochten had in de tweede wereldoorlog.
(onze oude Citroën - zusje draagt het mantelpakje dat moeder voor ons allebei gemaakt had voor het vormsel, de tweede dag.)
Onze auto stond proper gewassen en opgeblonken voor de deur, want vader stond erop dat zijn twee communicanten in stijl aan de kerk zouden worden afgezet.
Toen ik instapte in de auto voelde ik me net een prinses met mijn prachtig wit communiekleed en mijn ongelooflijk mooie, nieuwe schoenen aan.
Mijn mini pijpenkrullen vond ik afschuwelijk, ik wou ze uitborstelen en mijn haar los laten hangen, maar moeder stond erop dat mijn kapsel zo bleef. Bij een plechtige communie hoorde nu eenmaal pijpenkrullen. Dat de krullen van de andere meisjes tot op hun schouders hingen en die van mij maar tot onder mijn oren vond ze geen afdoend argument.
Ainsi soit-il.
Moeder zette zich vooraan naast vader in de auto en de rest van de familie trok te voet naar de kerk.
Vader startte de auto en vanaf dat ogenblik begon mijn grote dag als een mislukte soufflé volledig in te zakken.
De auto sputterde en maakte vreselijk knallende geluiden. (Iedereen zal wel de auto van Onslow en Daisy kennen - wel zo was het de hele weg naar de kerk ) Vader vloekte en tierde als een ketter en riep : !*&*$*! waarom moet die verdomde knalpot het vandaag nu juist begeven !*&*$*! ? Op straat keken alle mensen om. Broer en ik, net een bruidspaar achterin de auto, zakten van schaamte diep in de zetel weg opdat zo weinig mogelijk mensen ons zouden zien.
Toen we met enorm lawaai de parking voor de kerk opreden was er niemand die ons niet had opgemerkt. Blozend en verlegen stapte ik uit de auto.
Maar .mijn dag werd nog erger.
Toen ik me bij de rij meisjes voegde, merkte ik tot mijn grote ontsteltenis dat mijn prachtig wit kleed niet wit was, maar "geel ".
Thuis was dit niet opgevallen, maar nu ik naast al die meisjes in hun nieuwe communiekleedjes stond, zag zelfs een bijziende kleurenblinde dat mijn kleed vergeeld was. Dat donkerblauw papier van tante had geen fluit geholpen.
Ik kromp nog iets meer in elkaar en bloosde zo mogelijk nog erger.
Maar ik ben uit degelijk Brits hout gesneden, ik ben niet voor niets de dochter van mijn vader, ik heb me moedig vermand.
Ik schreed met opgeheven hoofd, samen met de andere communicanten, processiegewijs door heel de kerk naar het altaar toe, waar we vooraan moesten zitten, luidkeels de inmiddels welingeoefende Lauda Jerusalem zingend.
Anno 1958 zat je nog steeds voor het grootste deel van de mis op je knieën op de lage kerkstoel, de handen vroom gevouwen, rustend op de leuning.
Drie priesters, een heleboel misdienaars, de koster en enkele andere notabelen kwamen uit de sacristie de kerk binnen en gingen achter het altaar staan of gingen opzij van het altaar zitten.
De mis begon en het begon nu ook echt mis te gaan....
Was het nu omdat ik de hele tijd op mijn knieën zat, was het omwille van alle doorstane emoties, of was het de doordringende geur van wierook, ik weet het zelf echt niet, maar plots zag ik het altaar met alle priesters en misdienaars steeds kleiner en kleiner worden, alsof ik door een omgekeerde verrekijker keek. Hetzelfde gebeurde met het geluid rondom me. Het werd stiller en stiller alsof iemand aan de geluidskkop in mijn oren draaide.
Het volgende dat ik me herinner is dat ik buiten wakker werd op een kerkstoel, ergens aan een zij ingang van de kerk. Moeder stond over me heen gebogen en was ongelooflijk bezorgd en een nonnetje probeerde uit een mini flesje uit de sacristie wat water in mijn mond te druppelen.
Ik zag lijkbleek, voelde me als het wrak van de Titanic na de botsing met de ijsberg en moeder vertelde me dat ik plots tegen de vlakte was gegaan tussen al die communicanten.
Er moet heel wat commotie geweest zijn, want zij had onmiddellijk gemerkt dat ik het was en ze was als de bliksem naar voor gestoven en had zich tussen de communicanten gewurmd om te zien wat er met me gebeurd was.
Toen ik een beetje bekomen was namen ze me mee naar huis.
Ik veronderstel dat ik ter communie ben geweest, ik herinner me er niets meer van, de hele mis is nu een grote wazige herinnering.
Thuisgekomen was moeder nog steeds helemaal over haar toeren, ik was nooit ziek en was nog nooit flauwgevallen.
Mijn communiekleed werd uitgetrokken en ik moest en zou onmiddellijk in mijn bed. Ik pruttelde natuurlijk ongelooflijk tegen, want na de middag was het Lof en ik moest dan een stukje solo zingen. Tutututut . ze zullen het wel zonder u kunnen, gij blijft in uw bed ! zei moeder streng. "Zie maar dat ge u morgen beter voelt voor het Vormsel."
In die tijd deden we altijd braaf wat moeder en vader ons zeiden, we waren gehoorzaam, enfin ikke toch.
Mijn slaapkamer was op het hoogste verdiep. Daar lag ik nu, moederziel alleen en beneden hoorde ik het gelach en gefeest en ik weende tranen met tuiten omdat ik er niet bij was.
Voor onze speciale dag had moeder een feestmenu bereid:
Soep
Videekes (alles zelfgemaakt natuurlijk)
Varkensgebraad
Zelfgemaakte kroketten (diepvries bestond toen nog niet)
Asperges in witte saus met veel peterselie
Dessert het zal wel een Trifle geweest zijn
Drank : water en koffie (koffie vermengd met 1/3 Chicorei)
Misschien was er voor de mannen een pintje, maar ik geloof het nooit, want ik kan me niet herinneren dat er toen alcoholische dranken in huis waren. De ganse familie van moeder waren geheelonthouders geworden na het overlijden van onze grootvader, die hen door zijn alcohol verslaving een vreselijk leven had bezorgd.
Wie wordt er nu ziek en wie valt er nu van hare sus op de mooiste dag van zijn/haar leven? Ikke, moi, bibbieke !
Nu, zoveel jaren later besef ik dat ik waarschijnlijk totaal over mijn toeren moet geweest zijn. Een klein mensje kan maar zoveel geluk aan en niet meer - het was waarschijnlijk teveel ineens.
Ik twijfel wel een beetje, want vele jaren later, op de trouw van mijn nicht (de eigenares van het geel communiekleed + accessoires) ben ik ook flauwgevallen en naar buiten gedragen.
Om te voorkomen dat dit zou gebeuren tijdens mijn eigen huwelijksmis, heb ik voor alle zekerheid aan de apotheker een pilletje gevraagd om kalm te zijn.
Maar kom, mijn tweede dag, de dag van het Vormsel verliep voorbeeldig. Het mantelpakje dat moeder voor mij en mijn zus had gemaakt was heel mooi. (zie foto hierboven - jarenlang droegen we, zeer tegen onze zin, identiek dezelfde kleding omdat moeder geen jaloezie wou opwekken .)
Mijn nu uitgeborstelde haren hingen zachtgolvend tot op mijn schouders en het kapsel was nu naar mijn zin. De hoed (model safari) vond ik uitermate cool een woord dat toen natuurlijk niet bestond, maar ik kan momenteel geen beter bedenken.
Bovendien mochten we na het vormsel onze communiekleren terug aantrekken, want we gingen op bezoek bij verschillende vrienden en kennissen van moeder en vader : 'om ons te laten zien' iets wat toen naar het schijnt de gewoonte was. Van iedereen die je bezocht kreeg je toen een centje toegestopt.
Van de familie kregen broer en ik de gebruikelijke, traditionele communie geschenken:
- een polshorloge
- een missaal
- een paternoster in een zakje
- een bord, tas en ondertas met Jezus Christus erop
- een beeldje dat een engel voorstelde
- een zilveren vork en soeplepel met onze initialen erop - centjes van de bezochte vrienden voor de spaarpot
(dit is wat me nu nog rest van mijn communie geschenken)
Ziezo, dit was dus het verhaal van mijn (onze) plechtige communie in de maand mei van 1958. Het zal er tegenwoordig wel anders aan toegaan. Ik heb communiefeesten gezien op TV die groter waren dan menig huwelijksfeest.
Maar waren wij toen ongelukkiger? Ik denk het niet hoor.
Misschien zijn jullie verwonderd dat ik niets geschreven heb over mijn nieuw ontdekte halfzus? Wel o.k. .....
Na een volle twee jaar extra indoctrinatie en dit na de godsdienstlessen op school, was het eindelijk zo ver, de 'grote dag' was in zicht.
De spanning en opwinding thuis, voor dit eerste groot evenement in ons jong leven, was enorm.
Zoals in de meeste arme gezinnen van die tijd werd er thuis gefeest en enkel de dichtste familie werd uitgenodigd.
Grootmoeder, tantes en nonkels,kozijnen en nichten zouden komen van t zeetje en een broer van vader kwam zelfs, vergezeld van zijn dochter, van Londen en dan nog wel met het vliegtuig. Niet zo evident in die tijd.
De laatste kapel les was bedoeld om ons zieltje volledig te reinigen vooraleer we het grote sacrament kregen.
Deze reiniging gebeurde in de biechtstoel door de onderpastoor die ons twee jaar lang onderricht had.
Biechten vond ik het altijd heel moeilijk. Ik wist nooit wat zeggen omdat ik vond dat ik een bijzonder zondeloos leven leidde.
Sinds mijn eerste communie had ik de biecht, die zuster M. ons in de klas als voorbeeld had aangeleerd, elke week in de biechtstoel afgedreund.
.het is mijn leed dat ik tegen uw opperste majesteit misdaan heb,mijn zonden zijn : (ik varieerde af en toe een beetje ) -ik ben vergeten te bidden voor het slapen gaan, ik heb mijn broers en zus soms gepest, ik ben soms stout geweest en verder kon ik nooit iets bedenken.
Deze keer was niet anders : het gordijntje ging toe, het schuifje ging open, ik zag door de gaatjes de onderpastoor zitten en ik dreunde mijn biechtje af.
Tot mijn grote verbazing kreeg ik deze keer niet onmiddellijk absolutie en mijnpenitentie, maar begon de onderpastoor me uit te vragen.
Op strenge toon vroeg hij : En de zonde van onkuisheid!Hoe zit het daarmee?
De zonde van onkuisheid?Wat bedoelde hij?Ik snapte er niets van.
Ik antwoordde dan ook met het enige woord waar ik kon opkomen : Wablief?
De onderpastoor keek me boos aan door de gaatjes en lichtte het onderwerp nader toe : Wanneer je s avonds in bed ligt, liggen je handen dan netjes gevouwen op je borstjes bovenop de lakens, of zit je onder de lakens te prutsen tussen je beentjes?
Ik viel van verbazing bijna achterover uit de biechtstoel.Hoe durfde de onderpastoor mij zo iets vragen,mijn schaamrood veranderde in schaampurper.
Van danige ambetantigheid begon ik zo erg te stotteren dat hij het vragen opgaf, met een zucht een penitentie gaf en het deurtje dichtsmeet.
Zelfs dat voorval kon mijn vreugde niet vergallen.
De week daarvoor had ik namelijk voor de eerste keer in mijn leven nieuwe schoenen gekregen. Schoenen gekocht in een winkel, stel je voor!
Voordien waren het altijd afdragers geweest van mijn nicht of schoenen die moeder van iemand gekregen had.
Indien ze te groot waren moest ik met mijn voeten op een stuk karton gaan staan, moeder tekende de vorm van mijn voeten, knipte het karton uit en legde deze stukken erin als binnenzool.
Waren ze nog te groot, dan werd er papier verfrommeld en in de neuzen gestoken tot ze pasten!
Waren ze te klein dan gingen ze naar mijn jongere zus.
Maar nu had ik nieuwe schoenen : witte schoenen, prachtige schoenen, fijne, elegante schoentjes die me juist pasten. Ik zie ze nog zo voor me !Ik heb tranen met tuiten geweend toen ze versleten waren.
Broer werd ook voor de eerste keer in zijn leven helemaal in het nieuw gestoken.Een donkerblauw pak,wit hemd, das en blinkende lakschoenen.
Mijn eerste communie kapsel was destijd een fiasco geweest.
Moeder had toen een Prom permanent op mijn fijne rechte haartjes gezet en het resultaat was een Afro kapsel avant la lettre. Vreselijk!
Nu liepen alle meisjes in mijn klas met lange haren, al een hele week met hun haren rond langwerpige stokken gewikkeld, nadat blijkbaar de lokken eerst natgemaakt waren met bier.
De bedoeling was om mooie pijpenkrullen te hebben op de grote dag.
Moeder vond pijpenkrullen ook heel mooi en daarom had ik al maanden langmijn pierenverdriet laten groeien
Wij hadden geen houten pijpenkrul stokken, ik had te weinig en te kort haar, dus de avond voor de communie had moeder mijn dunne haarslieten rond haar permanent krulijzers gedraaid, maar dan vertikaal, zodat ze een pijpenkrul zouden vormen, zo dacht ze toch.
Onnodig te zeggen dat ik die nacht niet kon slapen wegens het ongemak.Ik vraag me nog steeds af hoe die andere meisjes het een hele week volgehouden hebben met die grote stokken.
En toen het moment suprême . het prachtige witte communiekleed werd bovengehaald.
Communiekleedjes waren heel duur en na de schoenen en het kostuum voor broer kon dat er niet meer af, maar geen nood.
Mijn enige Vlaams nichtje, vijf jaar ouder dan ik, had haar communie gedaan in een ongelooflijk prachtig kleed, met een prachtig kanten hoedje met voile, zo mooi dat ik er een krop van in mijn keel kreeg, een kanten handtasje en kanten handschoentjes.
Tante had dit kleed heel zorgvuldig bewaard in donkerblauw papier en ik mocht al die pracht lenen voor mijn grote dag.
Het kleed hing netjes gestreken aan een kapstok, zorgvuldig bedekt met een laken tegen mogelijk rondvliegend vuil en stof, klaar voor mijn grote dag.
Voor de tweede dag, het vormsel, had moeder zelf, s avonds na haar werk,twee mantelpakjes gemaakt voor mijn zus en mezelf.
Eenhoedje (safari model) handschoenen en alle andere attributen werden weer geleend van nichtje.
De avond voor de grote dag was ons huis één en al bedrijvigheid.
Nonkel en nichtje van Londen waren afgehaald in Zaventem toen mocht je nog buiten op het vliegveld en kon je roepen en zwaaien toen ze uit het vliegtuig stapten.
Zij sliepen boven in onze reserve kamer, een logeerkamer durf ik het niet noemen want het dak lekte als een zeef, de houten vloerplanken had moeder zelf geschilderd, onder het oude ijzeren bed had ze op de grond een tapijt geschilderd. Geld voor linoleum of tapijten was er niet.
Ook op de trap werd een loper geschilderd voor deze speciale gelegenheid.
Met weinig geld kan je nog altijd zeer creatief zijn en houten blank opgeschuurde plankenvloeren waren toen helemaal geen mode.
Moeder zou ook zelf het feestmaal koken, dus het was een drukte van jewelste.Heerlijk!
Omdat ik niet kon slapen met die vreselijke santeboetiek op mijn hoofd, droomde ik van de dag die zou volgen.
We hadden geoefend hoe we de kerk moesten binnenschrijden als bruiden van God en bij het binnenkomen moesten we Lauda Jerusalem Dominum zingen, begeleid door prachtig orgelmuziek en het volledig kerkkoor.
In die jaren gebeurde alles in de kerk nog met pracht en praal. Paus Pius XII was nog nèt niet dood hij stierf later dat jaar.
Paus Pius XII
Tot grote ergernis van mijn zus, we deelden een kamer, oefende ik lustig dit lied tot ik uiteindelijk bij een langerekte Doooooooöminuuuum ♫♫in slaap viel.
De grote dag verliep echter helemaal niet zoals ik verwacht had.
De plechtige communie en vormsel van Bojako, kort verhaal over gewijde geschiedenis in de fifties deel : 3 Hel, zonde en "DOODZONDE"
De volgende ochtend moesten we weer naar de kapel en moeder gaf me een enveloppe met de documenten erin om aan de pastoor te geven.
Met haar stille, rustige stem zei ze me :
Je moet nu deze documenten allemaal aan de pastoor geven.Je hebt vader gehoord, indien de pastoor vragen heeft over iets,dan moet je zeggen dat vader wel met hem zal komen spreken. Je hebt nu al veel geleerd, maar ik weet niet of je begrijpt dat voor God, de kerk en de pastoor, je vader en ik in staat van doodzonde leven kindje.
Ik schrok weer vreselijk. Nog maar pas had ik de informatie van de avond ervoor een plaatsje gegeven en nu vertelde moeder mij dat zij en vader in staat van Doodzonde leefden. Stel je voor wat een verschrikking.
Ik wist uit de godsdienstlessen op school en de indoctrinatie die we nu kregen in de kapel ter voorbereiding van de communie, dat doodzonde slechts één ding betekende : stante pede, rechtstreeks, zonder pardon de dieperik in, meegesleurd door grijnzende duivels en voor eeuwig en altijd branden in de hel.
Moeder, een heel gelovige vrouw, zag mij bleek worden en legde het verder uit : Je vader is zoals je nu weet gescheiden en het is niet toegelaten om te trouwen met een gescheiden man en zeker niet met een man die niet katholiek is, dus je vader leven en ik leven nu in staat van doodzonde. Wij mogen niet naar de communie en ik kan maar hopen dat Onze-Lieve-Heer ons een beetje vergeeft omdat ik jullie toch katholiek heb laten opvoeden.
Met deze loodzwaar biecht op mijn jonge, negen jaar oude schouders moest ik verder.
Ik sliep er niet meer van, ik kon niet meer eten, ik piekerde me suf en droomde elke nacht over duivels en vuur.
Stel je voor, jij als braaf katholiek meisje, je broers, je zus en al je andere familie gaan na de dood allemaal naar de hemel en je arme moeder en vader, die je zo innig lief hebt, die zie je richting hel naar het verschrikkelijk eeuwig vuur verdwijnen.
Je zou als kind van minder wakker liggen!
Liefhebbende moeders en vaders kennen hun kind natuurlijk door en door en mijn ouders waren geen uitzondering.
Het viel hen op dat ik precies alle last van de wereld op mijn rugje droeg.
Uiteindelijk, na lang aandringen, vertelde ik hen wenenddat ik niet meer kon slapen en elke nacht vreselijke nachtmerries had omdat zij beiden voor eeuwig verdoemd waren en dat wij later in de hemel niet allemaal samen zouden zijn.
Vader kreeg tranen in zijn ogen, nam me in zijn armen en zei:
Lieveke luister, ik ga met u zo snel mogelijk naar de kerk en ik ga katholiek worden zodat jij tenminste terug zorgeloos kunt slapen.
Hand in hand trokken we de volgende dag naar de kerk en we werden ontvangen door de pastoor.
Vader legde hem met zijn zwaar Brits accent uit waarvoor hij kwam.
De pastoor glimlachte breed enin zijn handen wrijvend zette hij zich neer in zijn grote stoel achter zijn bureau.
Hij keek vader aan, nam vervolgens een vel papier en een pen en zei :Aahaaa meneer, u wilt zich dus bekeren en katholiek worden, maar dat is goed nieuws!
Vader stond kaarsrecht en hield mijn klein handje in zijn warme, grote hand vast.
Hij was arm, een gewone arbeider, maar hij voelde zich nooit minder dan een ander, integendeel, hij straalde altijd een ongelooflijke zelfzekerheid uit.
Meerdere keren had hij ons ingeprent: Het is niet omdat wij arm zijn dat wij minder zijn dan iemand anders. Wanneer de koning in zijn blootje in bad moet, dan ziet hij er net zo uit als ik. Jullie moeten altijd onthouden dat niemand, maar dan ook niemand, beter is dan ons. Of ze nu rijk zijn of machtig, wij zijn allemaal evenwaardig.
Hij was dus ook niet onder de indruk van het hautain gedrag van de pastoor zoals bij moeder wel het geval zou geweest zijn. Misschien was zij daarom ook niet met ons meegegaan.
Ja mijnheer, ik wil katholiek worden voor mijn dochter, het kind kan er ocharme niet meer van slapen. zei vader.
De pastoor begon te kribbelen met de pen op het papier dat voor hem lag en mompelde achteloos : Hmmmm.... laat me eens kijken, wel mijnheer, we zullen u om te beginnen moeten dopen, dat zal x.- franken kosten, dan volgt de eerste communie en de sacramenten daarvoor kosten x.- franken en dan volgt er het vormsel en .
Vooraleer hij nog één woord kon zeggen vroeg vader stomverbaasd : Begrijp ik goed dat ik moet betalen om katholiek te worden?Ik dacht dat u blij zou zijn met het feit dat iemand zich wou bekeren tot uw geloof. Bovendien heb ik geen geld mijnheer en ik weiger pertinent te betalen om katholiek te worden, ik zal zo ook wel in de hemel geraken!
Met een boos gezicht trok vader me de deur uit en toen ik omkeek zag ik de pastoor ons met grote, verbaasdeogen nakijken.
Ik moest rennen om de grote stappen van vader bij te houden.
Terwijl we in dit ijltempo naar huis gingen zei vader: Luister kindje, ik wil alles doen voor je gemoedsrust, maar betalen om katholiek te worden, schandalig is dat, geen haar op mijn hoofd dat daar aan denkt, ik zal zo ook wel in de hemel geraken en je moeder ook, wees maar gerust. Ge moogt op uw twee oren slapen, ik zal daar later aan de grote poort wel zo hard van mijn oren maken dat God moeder en ik wel zal binnenlaten.
Hij moet het me blijkbaar op zon overtuigende wijze gezegd hebben dat ik het echt geloofde, want ik heb er daarna nooit meer van wakker geleden en er nooit meer over gepiekerd. Tenslotte had mijn vader nog nooit tegen me gelogen.
Hij had ook nog niet zo heel lang geleden een vreselijke oorlog overleefd en ik wist dat hij altijd deed wat hij beloofd had.
Ik was er zeker van dat hij God later ook gemakkelijk zou kunnen overtuigen.
Nu ik niet langer bang was, begon ik te te dromen van mijn mooi, stralend wit communiekleed en ons communie feest, maar ook dat verliep niet zonder problemen ....
De plechtige communie en vormsel van Bojako, kort verhaal over gewijde geschiedenis in de fifties deel 2 : de onverwachte openbaring
We gingen aan tafel, het eten werd opgediend en de sfeer was, in tegenstelling tot andere dagen, heel gespannen. Ik kreeg bijna geen hap door mijn keel, moeder keek enkel naar haar bord, maar vader babbelde zoals gewoonlijk honderduit alsof er niets aan de hand was.
Net zoals op andere dagen werd de afwas gedaan door moeder, mijn zus en mezelf, maar deze keer wel in volledige stilte.
Het tempo van dit werkje was meestal ongelooflijk snel, maar ik denk dat we die avondeen wereldrecord gebroken hebben.
Vader en mijn twee broers zaten nog rond de tafel en voor vader stond het donkerblauwe documenten valiesje' waarvan ons,zo lang ik me kan herinneren,werd gezegd : als het ooit brandt moet iemand zeker dit valiesje redden.
Moeder, zus en ikzelf zetten ons neer en rond de tafel heerste er een plechtige,beklemmende stilte.
Vader keek naar mij, vervolgens keek hij de tafel rond, hij had een sterk ontwikkeld gevoel voor humor maar ook voor drama.
Moeder echter, zat stil op haar stoel en keek weer heel bedremmeld naar haar knieën. De nieuwsgierige ogen van broers en zus waren net zoals die van mij op vader gericht.
Hij kuchte, schraapte zijn keel en keek weer naar mij en zei vervolgens heel plechtig : Ik hoor dat ge vanmorgen de documenten hebt ingekeken die op de kast lagen en dat ge daar vragen over hebt. Waarop ik nog steeds bibberend ja knikte. Mijn tanden klepperden als Spaanse castagnetten tijdens een vurige Flamenco.
Wel dochtertje lief,moeder en ik vinden dat jullie nu oud genoeg zijn om te begrijpen wat we nu gaan vertellen. Het is ook beter dat je het van ons hoort dan van iemand anders.
Je hebt opgemerkt op ons huwelijkscontract dat wij inderdaad maar in december 1947 getrouwd zijn en dat je broer in maart 1947 geboren is en dat hij op zijn geboortewijs de achternaam van moeder heeft.
Wel, lieve kinderen, ik kon niet met jullie moeder trouwen omdat ik al getrouwd was. (hier pauzeerde hij voor een korte dramatische stilte)
Toen de oorlog uitbrak dacht ik dat er grote kans was dat ik zou sneuvelen zoals mijn broer in de eerste wereldoorlog en ik ben toen vrij snel getrouwd met een meisje uit mijn geboortedorp. Het was alsof we beiden alles nog wilden doen in de weinige tijd die we nog dachten te hebben. We kregen wat later samen ook een dochter. Jullie hebben dus een halfzuster.
Terwijl wij bijkwamen van 't verschieten nam vader vervolgens fotos en documenten uit het valiesje en liet ze de tafel rondgaan. We zagen hem op die fotos een andere vrouw en een kindje omhelzen.
Hij toonde ons vervolgens de scheidingsakte en de akte van wettiging van broer.
Nadat we allemaal alles goed bekeken en doorgegeven hadden ging hij verder:
Toen ik na de landing in Normandië uiteindelijk in Mechelen belandde,leerde ik jullie moeder kennen en geloof me kinderen, ze was de mooiste en liefste vrouw die ik ooit in mijn leven had gezien. Ik was op slag verliefd en ja, wat wilt ge, van het een kwam na een tijdje ook het ander.
(wij hadden natuurlijk toen totaal geen benul wat 'het ander' wel was, maar we zwegen als vermoord )
"Jullie moeder was heel onschuldig en naïef, zoals bijna alle meisjes in die tijd,ze was van niets op de hoogte.Haar kan dus nooit iets verweten worden, onthou dat goed: NOOIT !
Na een tijdje bleek dat ze zwanger was. Ik beloofde haar dat ik zo snel mogelijk zou scheiden. Jullie moeder was en is nog steeds de vrouw van mijn dromen enik wilde met haar de rest van mijn leven doorbrengen.
Maar lieve kinderen, indien een ongehuwde vrouw in die tijd een kindje kreeg, en dan nog wel van een gescheiden man,dan was dit een vreselijke schande en jullie moeder werd daarom zonder pardon door haar familie aan de deur gezet.
De oorlog was toen voorbij, trouwen konden we niet tot ik gescheiden was en dat duurde vrij lang. Moeder is bevallen van je broer en dan zijn we beiden teruggekeerd naar Engeland,naar mijn geboortedorp.
Ik was inmiddels gedemobiliseerd maar had nog geen werk. Mijn moeder,die toen al weduwe was en in een piepklein mijnwerkershuisje woonde, wel die lieve schat heeft ons alle drie met open armen in haar huisje ontvangen en daar in dat piepklein huisje ben jij wat later geboren lieve dochter. Je bent trouwens uniek ik denk dat er zeer weinig babys geboren worden in een seniorenhuisje tussen de oudjes van dagen. zei hij lachend.
Vader vertelde dit alles op een vlotte, leuke manier en beantwoorde heel eerlijk al onze vragen. Moeder zei geen woord,maar je zag ze zichtbaar beetje bij beetje ontspannen, ik voelde mezelf trouwens ook al iets beter.
Na een tijdje legde hij alles terug in het valiesje en zei :
Voilà, sterretjes van mijn ogen, vruchtjes van mijn lichaam, nu weten jullie allemaal precies hoe de vork in de steel zit. Wat er toen is gebeurd is niet erg, integendeel, jullie moeder en ik waren voor elkaar bestemd, we hebben elkaar gewoon iets te laat ontmoet en we zullen elkaar blijven liefhebben tot de dood ons scheidt.
Tenslotte zei hij : Indien er iemand buiten onze familie vragen of opmerkingen heeft over dit alles,dan zou ik willen dat jullie dit aan mij vertellen en ik zal het dan wel aan hen gaan uitleggen. Verder wil ik jullie nog zeggen : indien je later ooit een probleem hebt, hoe erg het ook mag zijn,jullie moeten nooit bang zijn om dit aan ons te vertellen, moeder en ik zullen jullie nooit de deur wijzen.
Er werd toen innig heen en weer geknuffeld en gekust en menig traantje werd weggepinkt.
Ik voelde me ongelooflijk opgelucht,hoewel ik het een vreemde gedachte vond dat ik ergens op de wereld nu plots een onbekende halfzus had.
Maar toen zei moeder met stille stem iets dat me nog heel veel slapeloze nachten zou bezorgen.
De plechtige communie en vormsel van Bojako, kort verhaal over gewijde geschiedenis in de fifties
In 1957 was ik negen jaar oud.
Twee jaar voor onze plechtige communie en vormsel begonnen de voorbereidingen, kapel zoals dat hier in Antwerpen toen genoemd werd. Beide sacramenten gebeurden ook niet op dezelfde dag of in dezelfde kerk. De ene dag deed je je plechtige communie in de parochie kerk in een soort wit bruidskleed en de volgende dag werd je in een andere kerk door de Bisschop gevormd. Op deze dag droeg je een mantelpakje, hoed en handschoenen.
Er was toen nog geen nijpend tekort aan priesters, integendeel, mij leek het alsof je overal nonnekes en priesters zag !
Twaalf jaar oud moest je zijn, maar omdat ik slechts elf maanden jonger was dan mijn broer, mochten we samen onze communie doen. Moeder en vader hadden dan ook slechts de kosten van één feest.
Aan die communie en vormsel gingen twee lange jaren kapel vooraf. De lessen werden gegeven in een zijkapel van de grote kerk, ofwel s morgens voor school of na school, of s zaterdags.
Intensief werd er geïndoctrineerd door de onderpastoor. Hel en verdoemenis werden gepreekt. Ik zweer dat ik soms vlammen en bliksemschichten rond de onderpastoor zag flitsen. Het was zeker niet een leuke catechese knutsel, vertel vergadering bij mensen thuis, zoals dit nu gebeurt.
De strenge, soms woedend, tierende onderpastoor zou het geloof desnoods in ons geklopt hebben indien dit nodig bleek en bij enkelen heeft hij dit effectief geprobeerd.
Ik was een kind met een grenzeloze fantasie en omwille van de godsdienstlessen op school en nu die bijkomende in de kapel, droomde ik elke nacht van hel, hemel en vagevuur, van duivels en engelen, van zonden en doodzonden.
Om onze plechtige communie te mogen doen waren er ook veel documenten nodig. Het huwelijksboekje van moeder en vader moest mee en het geboortebewijs en doopbewijs van mezelf en broer.
Toen ik vader om de nodige documenten vroeg zei hij plagend: maar wij hebben geen huwelijksboekje kind en ik werd al wit rond mijn neus. Lachend zei hij onmiddellijk, om me gerust te stellen, dat men in Engeland geen trouwboekje had maar wel een huwelijksdocument. Oef!
Kort daarna lagen de bewuste documenten allemaal klaar op de kast om meegenomen te worden naar de kapel. Omdat ik altijd vreselijk nieuwsgierig geweest ben, nog steeds trouwens, bestudeerde ik de documenten grondig.
Ik merkte plots iets op en vroeg heel onschuldig aan moeder, die net de kamer was binnenkomen: Hè dat is raar, hier staat op dat jullie slechts in december 1947 getrouwd zijn, dat kan toch niet, want op het geboortebewijs van broer staat dat hij in maart 1947 geboren is, en nog vreemder is dat hij op dat geboortedocument uw achternaam heeft en niet die van vader.
Moeder, een ongelooflijk lieve vrouw waar een engel amper kan aan tippen, moeder die nog nooit vanzeleven boos was geweest, griste bliksemsnel de papieren allemaal uit mijn hand.
Met een lijkbleek gezicht zei ze : In die papieren heb jij niets te zoeken! en LAP ik kreeg van haar mijn allereerste knallende oorvijg.
Wenend stond ik aan de grond genageld, want ik wist helemaal niet wat ik fout gedaan had.
Wat later kwam vader thuis en zoals altijd, wanneer ze samen iets privé wilden bespreken, trokken ze samen naar de slaapkamer .
Waarschijnlijk heeft moeder hem toen verteld dat ik alle documenten had ingekeken. Vader was niet gelovig en een heel wereldse man. Hij kwam na een tijdje samen met moeder de living weer binnen en zei tegen ons : Na het eten houden we hier een rondetafel conferentie.
Vreselijk benieuwd vroegen we ons af wat er ging gebeuren.
Zelf bibberde ik inwendig van de schrik, omdat ik dacht dat ik nog veel erger ging gestraft worden.
een geluksbrengertje voor al mijn lieve lezers ....
Het meiklokje
Muguet
In Antwerpen krijg je op één mei een boeketje meiklokjes aangeboden van mensen die je liefhebben. Mr. Silver heeft mijn boeketje daarnet geplukt in de tuin en het staat hier nu naast mijn PC.
Meiklokjes zijn een voorbode van de lente en worden ook Lelietjes van Dalen genoemd of Muguet (in Frankrijk) enLily of the Valley (in Engeland).
De bloem wordt volgens christelijke legende de tranen van Onze Lieve Vrouw genoemd.
Ook in de straten van Frankrijk worden Meiklokjes verkocht op de één mei, net zoals bij ons.
De bloem wordt aangeboden als een geluksbrenger.
Omdat vroeger alle bloemen in een boeket een bepaalde betekenis hadden was deze van het meiklokje: u zal het geluk vinden en de bloem betekende ook reinheid, bescheidenheid en zachtheid.
Elke bloem in een boeket dat je geschonken werd door iemand die je liefhad, had vroeger altijd een betekenis.
Men drukte zijn gevoelens niet uit met woorden maar .met bloemen!
Je zet bij 'King of the castle ' wel best eerst mijn blogmuziekje af en wacht even tot het bestand gedownload is...de tekst is bangelijk. Before you open this link, turn off my blog music at the top right! Wait until it opens...listen to what he sings - it's worth it!