Ik heb nu al enige jaren last van slapeloosheid, lig te draaien en keren, en geraak maar niet in slaap. Nu was dat vroeger wel anders, dan lag m’n hoofd nog niet op’t kussen of ik was al in dromenland.Bompa heeft ook altijd goed kunnen slapen, en zo gebeurde het al eens dat we ’s morgens de wekker niet hoorden of pas nadat hij al een half uur aan’t rinkelen was.
We woonden in een drukke straat maar hadden daar totaal geen hinder van. Rustig sliepen wij door alles heen.
Tot die ene nacht ……………………….
Jaren terug hadden Bompa en Bomma een winkel met sportartikelen maar er werden ook geweren, pistolen, revolvers en alle andere toebehoren verkocht. De verzekering verplichtte ons een alarm te plaatsen om eventuele inbrekers te betrappen, wat wij natuurlijk als brave burgers ook deden. En iedere avond voor het slapengaan deed Bompa zijn rondje door het huis, keek daarbij of alle deuren en ramen goed waren afgesloten, zette het alarm op scherp, nog een kusje en wij naar dromenland.
Maar toen was er dus die warme warme zomernacht……………………..
Midden in de nacht werden we door elkaar geschud door de dochter die zei “ Papa, mama, word eens wakker, er is zoveel lawaai op straat, ik hoor overal roepen en er staat iemand op de deur te bonken, de telefoon belt…………..”
Ik spring het bed uit kijk door het raam en zie daar inderdaad een massa volk staan. Op de buitendeur staat iemand te trommelen, de deurbel rinkelt zonder ophouden, de telefoon staat roodgloeiend te bellen, onze honden, een Duitse scheper en een Boomertje, laten zich ook nog horen door te blaffen en te keffen, kortom een hels lawaai en tumult.
Halfslapend ga ik naar beneden, open het kleine zijvenstertje van de buitendeur om te kijken wat er allemaal gaande is, maar voor ik wat kan zeggen of vragen sta ik oog in oog met een volledig in gevechtskledij uitgedoste politieman die met een mitrailleur in de hand mij toesnauwt “ open maken, open maken die deur, nu direct”
Intussen is Bompa, ook wakker geworden en staat boven aan de trap aan’t roepen van “ wat is daar allemaal aan d’ hand” Dochterlief loopt over en weer de trappen op, niet goed wetend wat te doen, beginnen de honden bij het zien van een vreemde man die nogal bruut tegen hun baasje roept, nog wat harder te blaffen en te gevaarlijk te grollen, en die man aan de deur roept nog een keer van “ open maken, open maken die deur, nu direct”.
Nu heb ik al een gezegd dat het een warme zomernacht was en ik stond daar dus ook in een “flodderke”, je weet wel, zo’n licht babydolleke, dus ik zeg tegen die man met z’n mitrailleur “ ja, direct, ‘k ga even wat anders aandoen” waarop die roept “ komaan, nu open doen of we trappen de deur in”.
Ik dacht van ja “ die menen dat hier”, dus ik begin met alle sloten van de deur los te maken, roep ondertussen naar Bompa dat hij de honden maar even samen met de dochter in de slaapkamer moet laten gaan, en de deur is nog maar op een spleet geopend of ik wordt daar al door iemand naar buiten getrokken die mij in een wurggreep vasthoudt.
Picture it, Bomma in een flodderke in de armen van n’n Antwerpse flik in gevechtskleding, kompleet met helm, schild, matrak in één hand, en terwijl ik daar zo half in zijn armen hang, kijk ik rond en zie dat de straat zwart van ‘t volk is. Niet alleen alle buren waren paraat of hingen door de ramen, maar er stonden ook nog een tiental gepantserde voertuigen met de nodige manschappen in, tot aan de tanden gewapend, en allen met de wapens op Bomma gericht. Antwerpen was toen gelukkig nog niet in het bezit van een helicopter of ik had daar ook nog in de " schijnwerpers" gestaan, in da "flodderke"
Ondertussen was er van die bende flikken al een deel het huis ingestormd en waren de winkel en de rest van het huis aan ’t uitkammen, op zoek naar…….. inbrekers.
Ze hadden dan ook al doorgekregen dat da mens in dat “ flodderke” toch niet zo gevaarlijk kon zijn, en ik mocht ook terug naar binnen waar we de politie ervan konden overtuigen dat er niets aan de hand was.
Nadat hij zich er zelf van vergewist had ging de commissaris naar buiten en stuurde alle manschappen terug naar de kazerne.
En wat was nu de aanleiding van heel die tumult ??
Door een of andere oorzaak was het alarm van de winkel afgegaan, wat tot gevolg had dat aan de straatkant een rood licht begon te flikkeren en een sirene afging. Bomma en Bompa hadden daar totaal niets van gemerkt, sliepen ongestoord door, de honden reageerden ook niet, maar ondertussen was wel heel de buurt wakker geworden. En omdat het alarm maar bleef gaan had iemand van hen de politie gebeld, gezegd dat het alarm al bijna een uur aanstond “ in n’n wapenwinkel”en er geen reactie kwam op aanbellen en telefoon. Waarop de politie met man en macht direct op weg gingen om Bomma en Bompa te redden, met alle gevolgen van dien.
Het alarm hebben we nadien zo laten aanpassen dat het rode licht en de sirene ook in onze slaapkamer zou afgaan als het zich nog eens zou voordoen.
Ik kan jullie niet vertellen of het goed functioneerde, want sindsdien worden we van ieder zucht of een piepje van een muis al wakker.
Het lezen van een kerstverhaal deed me terugdenken aan de kerstperiode thuis.
Ik kom uit een gezin met vijf kinderen, heb 2 broers en 2 zussen,
het was er dus altijd wel druk.
Rond de kerst was mijn moeder hoogzwanger van de vierde spruit in het gezin, en de trappen naar de tweede verdieping waar de kinderen sliepen werden haar teveel.
Dus wanneer het slaaptijd was werd van mijn oudste broer en ikverwacht dat we de kleinste en de grootste deugniet ( is bovendien ook een Kerstkindje) naar bed brachten.
Dat kon vaak lang duren en altijd had hij wel een reden om nog wat te blijven talmen,
“ ik moet nog een plasje doen, ik heb nog honger, nog gene vaak,
ik wil opblijven tot papa thuis is, enz……” heel het repertoire werd opengetrokken.
Tot mijn moeder op een gegeven ogenblik zei van
“ als je nu niet maakt dat ge boven bent en in uw bed ligt, zal ik eens komen en dan hé………. !!!!!!!”
Daarop spurtte die kleinste de trappen op, ondertussen roepend “ ik ben toch de éérste, ge kunt me toch niet pakken, hahaha …….”.
Mijn broer en ik lieten hem maar wat doen en liepen rustig de trappen op
om hem de gelegenheid te geven ook de éérste in bed te liggen.
Tot we ineens hoorden roepen “ ik kan er niet uit, ik kan er niet uit !!!!!”.
We keken over de trapleuning naar boven en zagen tussen de trapspijlen een kinderhoofdje steken.
Hij had zijn hoofd daardoor gestoken om te kijken of hij ons zag maar toen hij z’n hoofd wilde terugtrekken zat hij met z’n oren tussen de spijlen vast.
Mijn broer en ik probeerden om hem er toch tussenuit te krijgen maar het wilde niet lukken, zijn oren zaten in de weg.
Er zat niets anders op dan Ma erbij te roepen voor hulp, die na enige tijd naar boven kwam met een grote zaag in haar hand.
De jongste zag dat en vroeg met een angstige stem “ Mama, wat ga je doen ????”
Waarop zij antwoordde “ ik weet nog niet juist, eerst je linkeroor eraf, dan je rechteroor eraf, en als je er dan nog niet uitgeraakt héél je hoofd “
Daarop begon die kleine zo te krijsen en te roepen dat het nog lang heeft geduurd voor hij uiteindelijk wist hoe zijn hoofd tussen die spijlen is uit geraakt.
Het volgend verhaal is echt gebeurd, ik heb lang geaarzeld om het neer te pennen, en het risico om nu volledig gek verklaard te worden neem ik er maar bij.
Op een gure winteravond (1975) zo omstreeks 20.15 uur loop ik via de Ossenmarkt (Antwerpen) naar huis na het werk. Het was koud en regenachtig en ik wilde zo vlug mogelijk thuis zijn, de straten waren bijna verlaten maar toen ik de Ossenmarkt overliep zag ik een winkel waar nog licht brandde.
Ik hield even halt om naar de etalage te kijken en het bleek, volgens mij althans, een muziekwinkel te zijn, dat leidde ik af uit hetgeen in de etalage was uitgestald. Daar lag een strijkstok, een mondstuk van een blaasinstrument, een triangel, trommelstokken een paar partituren,enz .. alles leek daar zomaar achteloos en rommelig te zijn neergelegd.
De winkel baadde in een fel licht door een grote neonbuislamp aan het plafond en links en rechts stonden grote rekken met boeken, net zoals in een bibliotheek. Aan de rechterkant bij een van die rekken stond een oude man, met in zijn handen een boek dat hij inkeek en die mij deed denken aan een Jood, was het zijn uiterlijk dat me dat deed vermoeden ?, ik weet het niet, hij droeg een lange zwarte jas en een hoofddeksel, alhoewel geen keppeltje of een van die typische hoeden die zij altijd dragen.
In ieder geval, als ik er aan terug denk in mijn herinnering leek het een Jood. En terwijl ik daar zo voor de etalage stond keek hij op en knikte me vriendelijk toe.
We waren we toen nog in het bezit van een mooie buffetpiano, (geërfd van mijn Bomma, die tijdens de 1 Wereldoorlog in Engeland had gewoond en daar pianoles had gekregen, en mij de liefde voor piano doorgaf, we speelden samen wel eens een quatre main.) daardoor was ik altijd op zoek naar partituren die ik met mn beperkte kennis van notenschrift kon lezen en spelen.
Ik wilde de winkel binnengaan om eens te kijken wat ze zoal verkochten, maar gezien het late uur besloot ik om de dag nadien terug te komen, ik moest dan niet zo laat werken en dat gaf me meer tijd om eens rond te neuzen.
s Anderendaags rond 16 uur ga ik dus op weg naar de muziekwinkel in de overtuiging zeker wat te vinden. Ik kom terug op de Ossenmarkt en vind de winkel niet terug, ik zie wel een café, een krantenwinkel, een frituur een koffiebranderij en verder alleen enkele verlaten winkelpanden. De post en de reclamebladen die ik kon zien liggen in de gangen van die panden, deden me vermoeden dat die panden al héél lang leeg stonden.
Even een stapje terug om van op het plein te kunnen inschatten waar de winkel zou moeten zijn, maar ook dat bracht me niet verder. Ik begon aan mezelf te twijfelen en was volkomen verward, ik had die winkel gisteravond gezien, ik had niet gedronken, was niet moe of overwerkt, en was zeker niet gek.
Ik stond daar verdwaasd te kijken en totaal van slag.
Ben toen de koffiebranderij binnengestapt en onder het mom dat ik voor iemand hier in een muziekwinkel iets moest komen halen vroeg ik de dame of zij mij kon helpen , want ik vond de muziekwinkel niet.
De vrouw zei dat zij daar nooit een muziekwinkel had geweten maar ze zou het even vragen aan haar moeder die achteraan was.
Zij liep even naar achter en kwam toen met in haar kielzog een oud vrouwtje, dat op mijn vraag of zij hier een muziekwinkel wist antwoordde
Och, maske, vroeger was er hier wel nn Jood en die verkocht wel wa van muziek, mor da is al zooooo lang geleden, 'k was toen zelf nog een kind en die is hier al lang weg zenne
Ik heb beide dames bedankt en ben nog verwarder en totaal ondersteboven weggegaan.
Behalve aan mn man, die ik trouwens dezelfde avond al had verteld over die winkel, is het nu de éérste maal dat ik dit verder vertel, en terwijl ik dit nu opschrijf zie ik alles weer zo duidelijk voor ogen en vraag me nog altijd af, wat en hoe?
Ik beschouw mezelf als een nuchter iemand, ik moet eerst zien en dan geloven, en deze ervaring brengt me nog altijd van mn stuk.
De vraag die ik me al die jaren het meest heb gesteld is,
stel dat ik die avond die winkel was binnengegaan, wat dan ?
Mijn kleinzoon die nu acht jaar is speelt héél graag een gezelschapsspel of een kaartspelletje. En Bomma die geacht wordt altijd véél tijd te hebben is dus iedere keer bereid om mee te spelen.
Vroeger was dat gemakkelijk, en dan kon ik terwijl we een spelletje speelden mn gedachten nog eens laten afdwalen naar andere zaken, maar de laatste tijd dus niet meer, dat manneke speelt zo tactisch en doordacht.
Waar ik hem vroeger wel eens liet winnen, moet ik nu echt mn best gaan doen om zelfs nog eens een spelletje UNO te kunnen winnen.
Schakelen (schaken), zo noemde hij het als klein kind, mag hij nu met den Bompa doen,want sinds hij goed kan lezen is het boek Hoe leer ik jong schaken een van die boeken waar hij constant in zit te neuzen, en dat heb ik zelfs nog niet helemaal uitgelezen.
Gisteren was het ook weer zover, 5 spelletjes UNO en Bomma 4 verloren. Nu kan ik niet goed tegen mn verlies, en zeker niet bij het kaarten, dus zeg ik tegen dat ventje nadat ik weer eens was geklopt,
Schatteke, nu wij allebei een jaartje ouder zijn geworden, zijn ook de reglementen bij de spelletjes veranderd. Ik heb jou altijd laten winnen, maar nu je acht bent geworden moet je vanaf nu altijd Bomma laten winnen. Dat zijn de regels, overal ter wereld is dat zo, daar kan je echt niet onderuit, alle grote kinderen laten hun Bommas winnen
Mijn dochter en echtgenoot werpen een blik naar mij van allee wa maakt ze da kind nu weer wijs ?
En ik, blijf met een afgestreken gezicht zitten, terwijl mn kleinzoon beurtelings naar ons kijkt en dan zo héél lief zegt,
Maar Bomma .., dat doe ik toch al vanaf dat ik 6 jaar ben, ik heb nu al vals gespeeld om jou te laten winnen, en meer kan ik toch niet doen hé, want normaal mag ik niet vals spelen, dat zeg jij toch altijd
Oeps, daar zat ik dan, even mn mond vol tanden
"Ok schatteke, je hebt groot gelijk, kinderen mogen niet vals spelen, zullen we nog een spelletje doen ?"
het kost niet zoveel iemand een glimlach te schenken of je hand op te steken voor een vriendelijke groet zoiets kan opeens de zon laten schijnen in het hart van de mens die je zomaar ontmoet
het kost niet zoveel een hand uit te steken om de ander een beetje behulpzaam te zijn een dankbare blik is vaak beloning als was de moeite voor u slechts klein
het kost niet zoveel om je hart wat te openen voor de mens om je heen in zijn vreugd en verdriet wees blij dat je zowat kan doen voor die ander of is die ander je medemens niet?
het kost maar weinig, je arm om een schouder of alleen maar een zachte druk van een hand het is vaak voor de ander of hij heel even in een klein paradijs is beland
het kost zo weinig om een ander te geven iets wat je zelf ook zo heel graag ontvangt liefde, alleen door dat weg te schenken geef je iets waar ieder mens naar verlangt!
Net zoals overal heeft ook Antwerpen zijn legendes, en hoewel historisch niet te bewijzen, zijn ze toch te mooi om verloren te laten gaan.
Hierbij een van de vele verhalen,
Rubens en Van Dijck
Om alle opdrachten die hij kreeg uit te voeren werkte Rubens in zijn schilderatelier met medewerkers en leerlingen hem hielpen.
Anders was het onmogelijk om al die schilderijen te maken.
Een van die medewerkers was Antoon Van Dijck.
Zo had de Gilde van de Kolveniers aan Rubens een schilderij besteld met de afbeelding van St.Christoffel, hun patroonheilige.
In plaats van het beeld van Christoffel te schilderen richtte Rubens
zich meer op de betekenis van de naam,die wil zeggen Christusdrager.
En hij schilderde dus Christus gedragen op drie verschillende wijze,
Eén in de schoot van Maria, één in de tempel en één aan het kruis, een drieluik.
Hij was juist aan Maria Magdalena aant schilderen toen hij dringend
werd weggeroepen voor andere zaken.
De leerlingen van zijn atelier maakten van deze gelegenheid gebruik om te gaan kijken naar het schilderij.
Terwijl ze elkaar verdrongen om toch goed te kunnen zien gebeurde het dat één van hen tegen het nog natte doek viel en daarbij de arm van Maria Magdalena en de wang en de kin van de andere Maria bijna volledig wegvaagde.
De ontzetting bij de leerlingen was zo groot dat ze eerst geen woord durfden zeggen.
Zij wisten niet wat ze moesten doen of verzinnen om het ongedaan te maken.
Zij hadden zon ontzag voor hun meester dat niemand ook maar het lef had om hem nog onder ogen te komen en besloten toen maar om met zn allen ver weg te vluchtten.
Tot één van hen zei Beste makkers, we kunnen niets anders doen dan een kans te wagen en te proberen om het schilderij te herstellen. Laat de bekwaamste onder het doen en wat mij betreft ik stem daarvoor op Antoon Van Dijck, geen ander als hij is daartoe in staat
De andere leerlingen vonden dat een schitterend idee en na enige malen te hebben geweigerd liet Van Dijck zich dan toch overhalen.
Hij nam de penselen en het palet van Rubens en zette zich aan het werk.Het lukte hem om de beschadigde delen zodanig te herstellen dat toen Rubens de dag nadien in zijn atelier binnenkwam en die delen aanschouwde die Van Dijck zo meesterlijk had hersteld met welgevallen uitriep,
Werkelijk, dat is absoluut niet het slechtste van wat ik gisteren geschilderd heb
De wet van Murphy luidt "Als iets mis kan gaan, dan gaat het mis". (als een gebeurtenis zich een oneindig aantal keer herhaalt, en iedere keer is er een kleine kans dat iets misgaat, dan gaat het vroeg of laat een keer mis.)
en die Murphy achtervolgt me al vele jaren, net als ik dan denk van "dat loopt hier goed" komt hij weer wat roet in 't eten gooien. Ik had een reservekopie van m'n blog genomen om dat ook eens uit te testen, kan het dus echt niet laten hé,'k moet altijd weten hoe iets in elkaar zit, en toen ik de kopie terug wilde plaatsen ging het mis. dit was de boodschap die ik te zien kreeg;
"Fatal error: Allowed memory size of 8388608 bytes exhausted (tried to allocate 1527521 bytes in /home/users/senioren/web/ blog.seniorennet.be/Includes/reservekopie_inladen_handle.inc.php on line 30"
Nu ben ik nogal een doorzetter dus ik probeer het nog maar eens, en ja volgende boodschap verschijnt,
"Reservekopie ingeladen De opgegeven reservekopie is ingeladen op uw blog. Uw blog is terug gemaakt tot het ogenblik dat u de reservekopie hebt gemaakt. Klik hier voor het hoofdmenu."
Oef, dus toch gelukt, dacht ik, tot ik klikte op hoofdmenu en dan op m'n blogje, ja lap, niets te zien. Nog een paar maal proberen alles terug te zetten bracht me niet verder, en dus begin ik maar opnieuw. Maar het ziet er al niet goed uit, terwijl ik dit bericht zit te typen valt me ineens op dat ik hier geen menu heb staan om tekst en kleur enz. aan te passen. Kan ook geen plaatje invoegen door gewoon te kopieren en plakken, 't loopt hier dus nog allemaal mis..... even afwachtten dus hoe dit en of dit bericht wel gaat verschijnen.
Door het lezen van een verhaaltje op de blog van Lange Lou kwam bij mij ook weer een herinnering op,
Jaren terug gingen m'n broers en ik altijd naar de "foor" op't Sint-Jansplein in Antwerpen. Eén van de favoriete attrakties bij de jeugd was toen de "rups", De meisjes gingen elk in een ander wagentje zitten, de jongens bleven even langs de kant staan tot er wat vaart inkwam en sprongen dan in een wagentje bij het meisje van hun dromen, in de hoop een kus te krijgen als de kap van de rups dichtging. De grootste versierders bleven dan ook nog rechtstaan in het wagentje dat meer en meer snelheid kreeg, om zo nog meer indruk te kunnen maken, alleen moesten ze er wel op letten op tijd hun hoofd in te trekken als ze aan de tunnel kwamen.
m'n jongste broer was hier héél bedreven in en de oudste wilde zich natuurlijk ook niet laten kennen.
Na zichzelf wat moed te hebben ingesproken sprong ook hij op een gegeven moment zo'n wagentje in, was op dat moment waarschijnlijk zo verwonderd dat het hem was gelukt en vergat daardoor zijn hoofd in te trekken.
Gelukkig voor hem had de rups nog géén al te grote vaart, hij viel terug aan de kant en maakte zich vlug uit de voeten voor de rups weer tot stilstand kwam.
De zijkant van zijn gezicht heeft 2 weken blauw gezien, en hij is dat jaar niet meer op de foor geweest.
I understand that many of you, can't read the posts, cause most of the written stuff is in Dutch language. Instead, you can take a look at the pictures and the videos :) put yourself on the map and feel free to sign the GuestBook En voor bezoekers die het wel kunnen lezen geldt natuurlijk hetzelfde, zet je op de map en laat wat van je horen....
Door het aanpassen
van eigen webruimte
zijn bij veel berichtjes
de foto's en muziek
verwijderd ,
als ik ooit.....
eens wat meer tijd heb
wordt alles terug geplaatst
dus.... negeer
alle kruisjes maar