S middags gingen Margriet en ik een eindje wandelen. Eerst liepen wij langs de Bredabaan in Brasschaat. Daarna gingen wij naar het domein Vordenstein in Schoten. Omdat het door al de regen nogal nat was en wij niet echt geschikt schoeisel aan hadden, beperkten wij de wandeling tot het Oranjerie. Dat is echt leuk aan het worden. Het heeft er veel weg van een Engelse kasteeltuin en dat is een compliment voor de makers.
Nadat Margriet en ik boodschappen hadden gedaan bij Carrefour in Schoten, zagen wij Julien Van Den Broek en zijn vrouw in het cafeetje aldaar. Julien wenkte ons om te komen en braaf als wij zijn, luisterden wij onmiddellijk. Het was al jaren geleden dat wij elkaar laatst hadden gesproken. Julien en ik werkten tot in 2003 allebei op Bell Telephone of Alcatel Bell zoals het de laatste jaren werd genoemd. Ik denk dat wij elkaar hebben leren kennen in 1975 of 1976. Zij hadden nog niets vernomen van wat er met mij was gebeurd het laatste halfjaar. Dus probeerden wij dat uit te leggen.
Zij vertelden ons dat hun zoon Thierry meedoet aan de Special Olympics die nu worden gehouden in Antwerpen. Tof.
Omdat de pijn in mijn schouder niet afneemt maar integendeel is gaan uitstralen naar mijn elleboog en mijn nek, besluit ik bij de huisarts langs te gaan. Na een onderzoek zegt hij het zit in een pees die op de voorkant van de schouder eindigt. Hij schreef een ontstekingsremmende pil en een pil om de spieren te ontspannen voor. Toen hij een paar weken geleden mij had onderzocht zei hij iets moois: een half jaar geleden hing je leven aan een heel dun draadje, nu aan een dikke koord.
Tijd voor controle bezoek bij de oncologe. Zoals gewoonlijk vroeg zij eerst het met mij was geweest sinds het laatste bezoek. Ik vertelde dat mijn darmen ondertussen weer tot rust waren gekomen. Maar dat ik wel last had gekregen van mijn rechter schouder. Die doet met momenten heel erg pijn . Reden is hoogst waarschijnlijk dat ik afgelopen week voor het eerst in maanden weer echt aan het werk was gegaan in huis. Wat bezetten en plamuren en schuren van plafond en muren in onze badkamer. Daarbij heb ik dus mijn schouder of in ieder geval sommige spieren en pezen overbelast. Dat heeft op zich niets met mijn kanker of de chemo te maken, maar ik veronderstel dat de chemo wel aanslagen heeft gepleegd ook op mijn spieren en niet alleen op mijn slijmvliezen.
Wij spraken af dat ik op 12 juni opnieuw een CT-scan moet krijgen en dat ik op 26 juni terugkom voor bloed analyse en bespreking van de scan.
Om 14 uur begon de 3de reunie van de brugepensioneerde exAlcatel-medewerkers die in 2003 het bedrijf mochten verlaten. Het was voor mij de eerste keer dat ik aanwezig was. Zoals gewoonlijk was het georganiseerd door de meisje, Suzanne en Marie-Louise. Het was heel leuk om ze allemaal te zien, op 2 na had ik ze sinds maart 2003 niet meer ontmoet.
Ondertussen heb ik al 2 weken wat last van mijn darmen. Wij vragen ons alleen af of het niet tussen mijn oren zit. Ik heb wel een ander syndroom sinds een tiental dagen. Het voelt alsof mij n beide onderbenen en mijn voeten slapen, je kent het wel , zon prikkelend gevoel. Mijn rechterarm doet ook mee vanaf de elleboog. Aangezien ik weet dat de chemo die ik heb gekregen ook invloed kan hebben op het zenuwstelsel, ben ik niet ongerust.
Ingrid belde s 'avonds. Ik nam op en voelde meteen aan dat er iets aan de hand was. Zij vroeg naar haar zusje en ik gaf Margriet meteen door. Inderdaad, er was iets aan de hand. Sofie was s'middags gestorven en Ingrid was natuurlijk heel verdrietig. Sofie is immers al 15 jaar haar trouwe kameraadje geweest.
Om dat beter uitkwam, gingen wij op zaterdag ipv op zondag even langs mijn schoonouders ter gelegenheid van moederdag. Margriets zuster was er ook en mijn schoonmoeder was heel blij om ons te zien. Daarna gingen wij even bij Ingrid thuis ieats drinken. Haar hondje Sofie was al een tijdje ziek en Ingrid wou zo snel mogelijk weer bij haar zijn.
Margriet en ik gingen na de middag op stap om nieuwe kapstokken te kopen. Eenmaal in de winkel waren wij dat helemaal uit het oog verloren. Dat ontdekten wij pas als wij allang weer thuis waren.
Zondag morgen had ik onze auto gewassen. Daar kon je vadaag niets meer van zien. Net als alle andere autos zat hij onder de gele Saharazand. Dus maar weer even wassen. Daarna gingen wij even naar Sjaak en Babette om een glaasje wijn te drinken. Ik maakte er een paar fotos van Fons, hun hondje. Een of twee zijn best goed gelukt.
Toen ik mijn mails ging checken, zag ik dat Clickx-magazine te laptop van Aldi had getest. Gelukkig kwam hij er heel goed uit. Anders had ik me schuldig gevoeld omdat ik hem aan Chris had aanbevolen.
S morgens vroeg ging ik een notebook kopen bij Aldi. Niet voor mijzelf maar voor mijn zoon. Thuis begon ik meteen met de installatie zoals hij had gevraagd. Dan ging ik wat fotos van Isaac en Helena en Cecilia erop zetten.
S middags namen wij eerst een kijkje in de antiek en rommel winkel van Patrick. Geen grote vangst deze keer maar een klein schattig glazen vaasje is ook niet te versmaden.
Bij vieren belde onze Chris om te zeggen dat hij tegen 6 uur de PC bij ons wilde komen ophalen. Hij zat in de Melkerij met Isaac en Helena. Wij waren op weg naar de Troc in Deurne. Maar omdat wij daarna toch ergens iets wilden gaan drinken, gooide ik gauw het stuur om. Dat in Deurne was helemaal niet belangrijk. Dat kan volgende week of later ook wel gebeuren.
In de Melkerij bestelde ik meteen een bruine Leffe ter herinnering aan Manuel. Bruine Leffe was immers zijn favoriete bier en ik heb Rita beloofd om regelmatig eentje op hem te drinken.
Dan belde Sjaak ons op. Hij vond het meteen een goed idee om samen met zijn schoonouders iets te drinken en later wat te eten in de Melkerij. Dus hij en Jules en Olivier kwamen er gauw naartoe. Chris haalde Cecilia en Karianne op. Alleen onze Babette moest op dat moment nog werken. Wij hebben er lekker gegeten en gedronken.
S morgens had ik last van duizelingen en vermoedde meteen dat mijn bloeddruk aan de lage kant was. Omdat ik ook nog steeds last had van mijn darmen, besloten wij om de huisarts te roepen. Toen hij in de namiddag mij onderzocht bleek dat mijn vermoeden juist was. Mijn bloeddruk was maar 10 over 8 en die 10 was dan nog afgerond naar boven. Omdat ik sinds mijn ziekenhuis opname in oktober vorig jaar een bloeddrukverlagend middel moest nemen, zei ik dat tegen de dokter. Hij stelde meteen voor om de dosis te halveren, een kwart pilletje in plaats van een halve per dag. Ook moest ik voor mijn darmen pillen met goede bacteriën nemen
Wij hadden afgesproken om met wat oudcollegas te gaan eten. Herman had gezorgd voor de reservering om 19u in een Japans restaurant.Toen Margriet en ik arriveerden waren Roger en Chantal, Lucien, Jos, Herman, Gaston en Josefine er al. Dan kwamen Daniel en Reintje en Leo en Ludwine er ook aan. Alleen Hilde liet op zich wachten. Na een halfuurtje belde ik haar op en het bleek dat zij het helemaal vergeten was. Jammer.
Het eten was uitstekend. Voor mij was het sinds 1980 geleden dat ik Japans had gegeten.
Het was al elf uur gepasseerd voordat wij het restaurant verlieten. Op het volgend hoekje was een café waar wij iets gingen drinken. Wij werden zelfs getrakteerd op live gezang van een zanger met een goeie stem. Vier jonge dames, de jongste niet ouder dan 12 jaar, dingen heupwiegend de dansvloer op.
Na een drankje hielden wij het voor gezien en gingen wij tevreden naar huis na een heel gezellig avondje uit.
Vandaag werd Manuel begraven. Dat maakte veel indruk op vele mensen en zeker op mij. Het was en hele mooie mis. Zijn laatste rustplaats is op het kerkhof van Ekeren centrum. Dat ligt aan de rand van heel landelijk gebied, heel toepasselijk voor een natuurliefhebber zoals Manuel.
Vanmorgen werden wij gebeld door Liliane. Zij had een SMS ontvangen waarin stond dat Manuel Van Loon vrijdag avond om kwart na acht was overleden. Manuel was al jaren lang de partner van Rita, een collega van mijn dochter Babette. Ik leerde hem kennen doordat hij ook op afdeling oncologie van het Jan Palfijn ziekenhuis kwam. Hij keek dan altijd bij mij binnen als ik op een bedje lag met de chemo die in mijn aders stroomde. Hij zei altijd: Niet opgeven, je moet blijven vechten, niet blijven zitten. De laatste keer dat ik hem zag, gingen Margriet en ik hem opzoeken in het ziekenhuis. Hij was toen nog vol strijdlust en wij spraken af dat wij nog eens samen een lekkere Leffe zouden pakken. Helaas mocht dit niet zijn.
In de vrij korte tijd dat wij hem kenden, zijn wij hem gaan beschouwen als een hele goede vriend. Iemand waarop je kon rekenen en vertrouwen. Ik putte altijd heel veel sterkte en moed uit zijn woorden en hij was voor mij een voorbeeld hoe je als kankerpatiënt moet proberen te vechten en om te gaan met je ziekte.
In het begin van deze week had ik wat last van constipatie. Nadat dat ik een zakje Movicol had opgelost in wat water en de oplossing had ingenomen, leek het beter te gaan. Maar ik bleef druk voelen en had constant drang om naar het toilet te gaan. Op den duur begon ik me ongerust te voelen. Vanmiddag toen Margriet en ik naar Babette en de jongens gingen om te lunchen, had ik eindelijk besloten. Ik zou meteen na het eten mijn oncologe bellen. Om 12h30 belde ik. Ik kreeg haar meteen aan de lijn, legde de situatie uit en vroeg voor een afspraak. Zij vroeg eerst of aanstaande Woensdag ok was. Toen zij de twijfel in mijn stem hoorde, stelde zij voor dat ik meteen om 13u30 kon komen. Eenmaal in haar spreekkamer mocht ik eerst uitleggen hoe de skivakantie was geweest. Ik antwoordde dat het de belangrijkste vakantie uit mijn leven was. Toen ik zei dat ik in Oostenrijk besefte dat het net een half jaar geleden was geweest dat ik meer dood dan levend in het ziekenhuis had gelegen en dat ik toen niet meer had verwacht om ooit nog op skivakantie te gaan, antwoordde zij: dat had toen niemand verwacht.
Zij onderzocht mij en uitte meteen het vermoeden dat mijn darmen vol zaten. Voor alle veiligheid schreef zij een röntgenfoto van mijn buik voor. Dat was heel snel geregeld en om 14h30 waren wij terug bij haar met de foto. Samen keken wij ernaar en zij kon ons meteen geruststellen. Met een zakje Movicol per dag en wat gedroogde pruimen zou het gauw in orde moeten zijn. Zij vroeg mij om Dinsdag of Woensdag volgende week te laten weten per telefoon hoe het met mij gaat. Dat zal ik natuurlijk doen.
Ondertussen ben ik maar al te blij dat ik hier woon in een land waar je snel geholpen kan worden wanneer dat nodig is.
Het was weer tijd om terug te keren naar huis. Na een lekkere uitgebreide ontbijt en het volladen van de autos en het betalen van onze drankrekening begonnen rond negen uur wij de terugreis naar Merksem.
Omdat Sjaak en Babette gisteren bij het terugbrengen van de skis naar het verhuurbedrijf, vergeten waren om de skibotten van de jongens af te geven, moesten wij alsnog er even langs rijden.
Ik ben er nu nog van aan het nagenieten en zal dat waarschijnlijk en hopelijk nog heel lang doen.
Het hotel waar wij verbleven was uitstekend. Nog nooit aten wij zo lekker in Oostenrijk en de sfeer was ook fantastisch. Wat wij enorm waardeerden ondanks dat wij dat (nog) niet nodig hadden, was dat het hotel helemaal is aangepast voor rolstoelgebruikers. De bar, de sauna, de meeste kamers, het zwembad. Supertof. Er waren dan ook veel rolstoelgebruikers aanwezig en vele van hen gingen ook skiën op de gletsjer. Hun website is http://www.weisseespitze.com/
De laatste skidag. S morgens in het hotel zagen wij dikke wolken die heel laag in het dal hingen. Onderweg naar boven naar de gletsjer reden wij verschillende keren in de wolken. Het zag er niet te best uit. Maar een paar bochten voor het einde van de rit veranderde het ineens. De zon brak door en wij zagen grote stukken blauwe hemel tussen de wolken. Babette en Margriet gingen zitten op het terras terwijl Sjaak en Jules en Olivier en ik gingen skiën.
Na 2 afdalingen stelde Sjaak voor dat wij ook naar het terras zouden gaan. Gelukkig maar wantminuten later waren de pistes helemaal onzichtbaar door een dikke mistwolk. Nog geen 20 meter zicht.Wat later trok het weer open en wij konden terug gaan skiën.
Na wat wisselende weersomstandigheden begon het tegen twee uur weer te bewolken. Omdat Sjaak last had van rugpijn (niet van het skiënmaar van een keihard bed) en Jules en Olivier genoeg hadden geskied, besloten wij om terug naar het hotel te gaan.
Voor zaterdag hadden zij hetzelfde weer als de dag voordien voorspeld maar er waren wat dunne wolken Dat kon de pret en het genot echter niet bederven. Jules ging weer snowboarden en daar hebben wij mooie videobeelden van.
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Over mijzelf
Ik ben Anders Gunnar BERG, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Bompa.
Ik ben een man en woon in Merksem (Belgie) en mijn beroep is vroeger SW designer bij Alcatel, sinds 1 augustus 2003 bruggepensioneerd.
Ik ben geboren op 26/09/1948 en ben nu dus 76 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: mijn kleinkinderen,lezen, gitar spelen, computeren, skien,genieten van het leven.
Officieel heet ik dus Anders maar iedereen noemt mij of Gunnar of Bompa.
Sinds longkanker met metatstases werd vastgesteld in oktober 2005 hoor tot de grote club van kankerpatienten met levenslang lidmaatschap.