Woensdag 12 juli.
De nacht van dinsdag op woensdag was allesbehalve rustig. Voor drie uur had ik zowat geen oog dichtgedaan. Dan nam ik 2 Dafalgans in tegen de pijn. Dan kon ik eindelijk wat slapen. Tegen halfvijf werd ik wakker van de pijn en die was toen erg hevig. Ik maakte Margriet wakker en zei dat zij een van onze kinderen wakker moest bellen om mij naar het spoed te brengen. Zij belde Babette op en zij kwam er meteen aan.
Om kwart voor vijf strompelde ik de spoedafdeling binnen ondersteunt door Margriet. Wij probeerden in het kort uit te leggen wat er aan de hand was aan een hele vriendelijke verpleger. Daar namen zij meteen bloed om het te laten analyseren. Dan kwam de dokteres van de spoedafdeling. In mijn ogen een heel jong vrouwtje. Zij gaf meteen de indruk dat zij heel goed wist waarover zij het had. Ik had meteen vertrouwen in haar en voelde mij veilig. Ik wist dat ik in goede handen was.
Ik kreeg een spuitje Dolantin tegen de pijn. Zij zeiden dat het een paardenmiddel was.De spuit hielp meteen dus mijn conclusie was dat paardenmiddelen ook werken bij ezels.
Dan maakten zij röntgenfotos van mijn longen en buik,en een echo van mijn buik.
Dan werd ik overgebracht naar afdeling 5B waar ik ook in oktober had gelegen. en ik kreeg nog 2 zakken bloed. Dan werd ik gestuurd, nou ja gewoon weggereden op mijn bedje, naar een afdeling waar zij een gastroscopie gingen maken.
Omdat ik wat minder aangename herinneringen heb aan de bronchoscopie die vorig jaar in oktober werd uitgevoerd, vroeg ik aan de dokteres of dit iets dergelijks was. Zij vertelde me dat het onder verdoving zou gebeuren. Voor de rest weet ik er niets van. Ik was blijkbaar meteen in slaap.
De uitslag van de gastroscopie was dat in een zweer had aan het begin van de twaalfvingerige darm, dus vlak bij de maag.
Omdat het duidelijk was dat ik niet meteen mee naar huis zou mogen, gingen Margriet en Babette was toiletgerief en aangepaste kleding voor mij halen.
|