Besluit Raad van State zorgt voor verwarring over Kraaienhorst
Het Actiecomité Kraaienhorst
meent dat het gedaan is met crossen,
maar de plaatselijke motorclub
ziet nog wel kansen. MC Sint-
Lenaarts baat het terrein al sinds
1989 uit en organiseert er jaarlijks
een tiental evenementen. De club
had toelating voor vijf autocrossen
en vijf motorcrossen per jaar.
De meest recente vergunning dateert
van 26 juni 2008.
Een aantal buurtbewoners en
actiegroep Red de Voorkempen
gingen daartegen in beroep: ze
klaagden over lawaai- en verkeershinder.
Hilde Crevits, toen
minister van Leefmilieu, willigde
een aantal van hun wensen in en
stelde strengere voorwaarden op,
waaronder het opmaken van een
geluidsstudie. Voor het overige bevestigde
zij op 27 maart vorig jaar
de bestaande vergunning.
Intussen verzamelden tegenstanders
van crossactiviteiten zich
in het Actiecomité Kraaienhorst,
dat op zijn beurt klacht indiende
tegen de beslissing van minister
Crevits. De Raad van State gaf hen
gelijk. Lowie Van Doninck van de Actiegroep
Kraaienhorst: We zijn tevreden,
maar we begrijpen niet dat
dergelijke procedures nodig zijn om
de wet te laten naleven. We vinden
het hoogst merkwaardig dat minister
Crevits haar eigen wetten niet
toepast. Logisch dus dat de Raad
van State haar terugfluit.
Crossen mag wél
Maar zo eenvoudig liggen de zaken
niet. Volgens Guido Verboven
van de Federatie van Amateurs Motorcrossbonden
(FAM) én waarnemend
burgemeester Daan De Veuster
(CD&V) van Brecht struikelde de
Raad van State vooral over de bijkomende
voorwaarden in de tekst van
Crevits. MC St-Lenaarts kan volgens
beiden gewoon terugvallen op
de eerder afgeleverde - lees: soepelere
- vergunning van de Bestendige
Deputatie. We gaan juridisch uitpluizen
wat nog allemaal mogelijk
is, luidt het cryptisch bij FAM.
Verwarring alom dus en voer
voor rechtskundigen. In het voor
MC St-Lenaarts allerslechtste
scenario kan de club nog drie crossen
per jaar organiseren, maar dan
moet de aanvraag gepaard gaan met
een onderzoek naar de mogelijke
(milieu)hinder die zulke activiteiten
voor de omgeving teweegbrengen.
Pas daarna kan het gemeentebestuur
telkens weer een éénmalige
vergunning afleveren.