Een vest breienxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
MAAT: 40/42, 44/46,48/50 .
De gegevens voor maat 44 /46 en 48 / 50 staan,
wanneer ze afwijken, tussen (haakjes).
Materiaal: 450 (500 / 500 ) gr garen,
looplengte ca,275 meter voor 50 gram.
Voor het vestje: 2 Breinaalden Nr,2 en 2½:
1 lange rondbreinaald Nr .2½ en 5 knopen.
Tricotsteek, naalden Nr 2½: de heengaande, naalden .
Recht, de teruggaande naalden averecht.
Motief 1, naalden Nr,2 ½: volgens de teltekening breien.
Alleen de heengaande naalden zijn aangegeven:
in de teruggaande naalden, de even toeren de steken,
breien, zoals ze zich voordoen.
Het rapport in de breedte ( =16 steken.) en de 1e. tot en
met 8e naald .
In de hoogte steeds herhalen.
Motief 2, naalden Nr, 2½: over 56steken, volgens de
teltekening breien .
Alleen de heengaande naalden zijn aangegeven:
in de teruggaande naalden de steken breien zoals ze zich
voordoen, de omslagen averecht en de gedraaide rechte
steken, nu gedraaid averecht breien .
De 1e tot / met 16e naalden, herhalen
Stekenproef ( 10 x 10 cm. ) : In tricotsteek : 33 steken en 45 naalden ; in motief 1 of 2 : 37 steken en 45 naalden.
|
= 1 steek recht |
- |
= 1 steek averecht |
v |
= 1 steek gedraaid recht |
o |
= 1 omslag |
< |
= 2 steken recht samenbreien |
> |
= 1 steek recht afhalen, 1 steek recht breien de afgehalde steek overhalen. |
← |
= 3 steken op één hulpnaald voor het werk nemen, 3 steken recht, dan de steken van de hulpnaald breien. |
. |
. |
- |
- |
. |
. |
- |
- |
. |
. |
. |
. |
. |
. |
- |
- |
|
|
- |
- |
|
|
- |
- |
|
|
|
|
|
|
- |
- |
|
|
- |
- |
|
|
- |
- |
← |
← |
← |
← |
← |
← |
- |
- |
|
|
- |
- |
|
|
- |
- |
|
|
|
|
|
|
- |
- | 15 13 11 9 8 3 2 1 rapport = 16 steken
- |
- |
. |
. |
. |
. |
. |
. |
- |
- |
v |
. |
- |
. |
- |
. |
v |
- |
- |
. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
- |
- |
|
|
|
|
|
|
- |
- |
v |
- |
|
- |
|
- |
v |
- |
- |
> |
o |
|
|
|
|
|
|
|
|
- |
- |
← |
← |
← |
← |
← |
← |
- |
- |
v |
|
- |
|
- |
|
v |
- |
- |
|
> |
o |
|
|
|
|
|
|
|
- |
- |
|
|
|
|
|
|
- |
- |
v |
- |
|
- |
|
- |
v |
- |
- |
|
|
> |
o |
|
|
|
|
|
|
- |
- |
|
|
|
|
|
|
- |
- |
v |
|
- |
|
- |
|
v |
- |
- |
|
|
|
> |
o |
|
|
|
|
|
- |
- |
← |
← |
← |
← |
← |
← |
- |
- |
v |
- |
|
- |
|
- |
v |
- |
- |
|
|
|
|
> |
o |
|
|
|
|
- |
- |
|
|
|
|
|
|
- |
- |
v |
|
- |
|
- |
|
v |
- |
- |
|
|
|
|
|
> |
o |
|
|
|
- |
- |
|
|
|
|
|
|
- |
- |
v |
- |
|
- |
|
- |
v |
- |
- |
|
|
|
|
|
|
> |
o |
. |
. | 56 29 28 Teltekening van 28 tot 1 ( linkerzijde ) in spiegelbeeld breien
Werkwijze :
Rugpand: 194 (208/220 ) steken opzetten met naalden
nr. .2 en voor de dubbele boord 2 centimeter tricotsteek,
1 gaatjesnaald . ( =kantsteek, dan steeds afwisselend
2 steken recht, samengroeien en
1 omslag, kantsteek: in de teruggaande naald alle steken,
en omslagen averecht, breien ) en 2 centimeter
tricotsteek breien .
Verder breien in tricotsteek met naalden Nr 2½ .
Op 40 centimeter hoogte voor het armsgat aan
weerskanten 1x13steken.afkanten=168 (182/194 steken ).
Op 66 (67/68 ) centimeter voor de hals en dan
middelste 38 steken.
Afkanten en dan aan weerskanten ervan in elke 2e naald
1x5,1x3 en 1x2 steken, afkanten.
Op 68 (69/70 ) centimeter de overige steken voor de
schouders afkanten .
Linker voorpand:
98 (104/110 ) steken .Opzetten met naalden Nr.2 en
de dubbele boord breien als bij het rugpand .
Verder breien met naalden Nr2½ als vocht: kantsteek,
72 (78/84 ) steken tricotsteek, verdeeld over de volgende
24steken 4 steken, meerderen en over deze 28 steken;
de 1e tot/ met 28e steken van motief 2 breien,
kantsteek, =102 (108/114 ) steken.
Op 34 (35/36 ) centimeter hoogte voor de schuining
halslijn aan de linkerkant1x1steek, dan in elke 4e naald,
14x1steek, 1x1steek, dan in elke 4e naald.14x1steek,
en daarna in elke 6e naald 15x1 steek minderen .
Voor elke mindering in een heengaande naald breien
tot 4 steek voor motief 2, dan 1steek, recht afkanten,
1steek recht breien en de afgekante steek overhalen en
daarna de naald verder uitbreien .
Bovendien op 40 centimeter voor het armsgat aan de
rechterkant 1x13 steken afkanten .
Op 68 (69/70 ) centimeter de overige steken voor de
schouder afkanten .
Rechtervoorpand:
In spiegelbeeld breien.
Hierbij het motief na de dubbele boord als volgt indelen:
kantsteek, verdeeld over de volgende 24 steken,4steken,
meerderen en over deze 28steken, de 29e steek tot/met
56e steek, motief 2 breien,72 (78/84 ) steken tricotsteek,
kantsteek .
Voor de halsminderingen als volgt breien: kantsteek,
28 steken, motief2,2 steken recht, de volgende 2 steken,
recht, samen breien en daarna de naalden verder uitbreien .
Mouwen:
76 (82/88 ) steken, opzetten met naalden Nr2 en de dubbele
boord breien als bij het rugpand
Verdeeld over de laatste naald 20 steken meerderen=96
( 102/108 ) steken .
Verder breien in tricotsteek met naalden nr.,2½.
Hierbij aan weerskanten van de mouw in elke 4e naald,
46x1 steek meerderen= 188 (194/200) steken .
Op 50 centimeter hoogte alle steken, afkanten .
Zak :
42 steken, opzetten met naalden Nr 2½ en in tricotsteek breien .
Op 11 centimeter hoogte een dubbele boord breien als bij
het rugpand en dan de steken afkanten .
De 2e zak hetzelfde breien .
Afwerken,
De panden opspannen en onder vochtige doeken laten drogen .
De schoudernaden sluiten, de mouwen aannaaien en dan de
overige naden sluiten .
De boorden en de bovenkant van de zakken telkens op de
gaatjesnaald, naar binnen omslaan en vastzetten .
De zakken op de voorpanden naaien .
Langs de voorranden en de hals met de lange rondbreinaald
ca. 466 (476/486 ) steken opnemen en in heengaande,
en teruggaande naalden een dubbele boord breien als bij het rugpand .
Hierbij bij het rechtervoorpand in de 1e naald,5 knoopsgaten breien
als volgt: voor 1knoopsgat 3steken, afkanten en in de volgende naald,
weer opzetten .
Het 1e knoopsgat ca,3 centimeter en het 5e ca,31 ( 32/33 ) centimeter
vanaf de onderkant, de overige 3ertussen verdeelt .
De boord op de gaatjesnaald, naar binnen omslaan en vastzetten
en hierbij de knoopsgaten vrij laten .
De knopen aanzetten .
|