Sint - Paulusbekeringxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
of
- Paleken met de roggebroodjes -
In galop met snelle vaart bewoog zich,
door de zonnige vrieskoude, een ruiter.
De winter was zo meedogenloos dat
zijn berijmde mantel sterren schitterde.
In een molenaarszak droeg hij
versgebakken roggebrood mee,
die over Galmaarden, geplaagd door de pest,
een weldoend aroma verspreidden.
De manen van zijn zilverwitte schimmel,
overdekten zijn koude handen
die om het lederen zadel klemden;
zijn gelaat leek verstijfd van de kou.
Water was noodzakelijk,
want hij stopte bij een bron, waarvan het water, beschermd door menig struikgewas, nog niet bevroren was.
Nadat het paard van het
deugddoende bronwater had gedronken,
deelde de nobele man, onder de miserabele
hovelingen, zijn geurige broden uit.
Later begrepen de Galmaardenaren dat
de vrome ruiter, die met zijn brood
de mensen van de pest genas
hun dorpspatroon de Heilige Paulus
was.
Sindsdien galmt door Galmaarden
rond Sint - Paulusbekering:
"Plòaajk! Plòaajk!"
Karel De Pelsemaeker.
|