VEURNE Vorige maand vertrok Gerald Oyaert op een helse missie: samen met negentien andere fietsers wou de Veurnaar in drie weken tijd van Brugge naar Moskou rijden. Per fiets, nota bene. Een bewonderenswaardige onderneming die evenwel niet zonder slag of stoot verliep
Brugge Moskou, 3.000 kilometer, en dat op drie weken tijd. Een snelle berekening leert dat dat overeenkomt met een gemiddelde snelheid van 25 km/u en dat jullie per dag een kleine 150 km hebben afgelegd. Je bent goed getraind ?
Gerald Oyaert: "In feite liggen die cijfers nog wat hoger: 28 km/u en 150 tot 200 km/dag. We hebben immers maar 18 dagen gefietst en de laatste twee dagen hebben we Moskou bezocht. Maar ik ben wel wat gewoon, ja. Zo heb ik Parijs Brest Parijs en Londen Edinbrugh Londen al uitgefietst, dat zijn ritten van 1.200 en 1400 km. Ik zit zowat de hele zomer op mijn fiets en in de winter ga ik lopen, zwemmen of mountainbiken. Zo blijf ik fit, ondanks mijn 51 lentes."
Jullie waren de eerste Belgische groep die zich aan deze tocht waagde. Hoe komen jullie er in godsnaam bij om zo ver te fietsen ?
Gerald: "Het idee van deze tocht kwam niet van mij, maar van de krasse zeventiger Roland Hurtecant. In het wielermilieu staat die ook wel gekend als Monsieur Mont-Ventoux, omdat hij de Provencereus al meer dan 150 keer bedwongen heeft, maar hij is ook al vele jaren de inrichter van de fietstrip Brugge Mont-Ventoux. Hij speelt al dertig jaar met het idee om een fietstocht naar Moskou te organiseren, maar het politieke regime liet dit nooit eerder toe. In Rusland kom je immers niet zomaar binnen en buiten. Vorig jaar zag hij zijn kans toch schoon en dan is hij ook meteen met de voorbereidingen gestart."
Wat houden die voorbereidingen precies in ?
Gerald: "Er komt een hele papiermolen op gang. Je moet de route uitstippelen, hotelreservaties regelen, maar dus bovenal visums en dergelijke documenten aanvragen. Gelukkig hebben de ambassades hierin voldoende medewerking geboden, maar het blijft een absoluut te ontziene rompslomp die Roland evenwel tot in de puntjes verzorgd heeft."
Heeft hij je overtuigd om mee te gaan ?
Gerald: "Gedeeltelijk wel, omdat ik hem goed ken en omdat ik zo wist dat ik hem kon vertrouwen voor een goed verloop van de tocht. Maar naast hem kende ik ook nog een paar andere fietsvrienden die zich al hadden ingeschreven voor dit avontuur. Dat is niet onbelangrijk, want tenslotte ben je toch drie weken van huis, en dus kan het maar beter wat klikken met de andere fietsers binnen die groep. Bovendien is dit een echte once in a lifetime opportunity, en de combinatie van al die factoren heeft mij er na lang nadenken uiteindelijk toch toe bewogen om me in te schrijven, als laatste van de hele bende."
Hoe groot was die groep ?
Gerald: "Aanvankelijk telde ze een vijftiental personen, maar later zijn er daar nog een paar bijgekomen. Uiteindelijk zijn we met twintig man vertrokken: negentien fietsers en één begeleider. Die reed mee met een camionette met aanhangwagen en stond in voor de bevoorrading van het eten en het materiaal."
Jullie zijn op 15 augustus van op de Burg van Brugge vertrokken, met het doel om drie weken later op het Rode Plein van Moskou toe te komen. Is dat gelukt ?
Gerald: "Ja, maar ondanks de grondige voorbereidingen heeft onze doortocht toch wel wat voeten in de aarde gehad. Soms letterlijk, want de wegeninfrastructuur in Rusland is zo dramatisch dat een provincieweg plots kan veranderen in een zand- of kiezelweg, of na x aantal kilometer zelfs uitmondt in onafgewerkte wegenwerken. Het was dus zeker niet doenbaar om hier met een gewone koersfiets te rijden, maar de grootste problemen ondervonden we toch bij de grensoversteken "
Omdat in die Oosterse landen nog steeds een strenge dictatuur heerst ?
Gerald: "Precies. Zo zijn we op de grens tussen Wit-Rusland en Rusland en op de provinciegrenzen van beide landen meermaals tegengehouden geweest door de politie. Het levert straffe verhalen op en we hebben veel kostbare tijd verloren, maar uiteindelijk is alles opgelost geraakt."
Hoezo, straffe verhalen ?
Gerald: "In Wit-Rusland werden we vier dagen lang op een soort autosnelweg begeleid door een politie-escorte voor en achter ons, wellicht omdat men vreesde dat we anders zouden afwijken van het uitgestippelde parcours en dat we de kleine gemeentes onderweg zouden bezichtigen. We hebben ook een paar kilometer noodgedwongen in een lege vrachtwagen moeten afleggen, en we hebben zelfs met onze fietsen in een halfvolle bus gestaan, omdat de arm der wet ons anders niet wou doorlaten."
De wegen bevonden zich in een erbarmelijke staat en de grensoversteken waren misschien een tikkeltje té avontuurlijk. Waarom trokken jullie dan precies naar Rusland ? Waren die ongunstige omstandigheden niet te voorzien ?
Gerald: "Gewoon omdat dat de ultieme droom was van de inrichter. Wij hebben ons daar eigenlijk weinig vragen rond gesteld, maar we kwamen alleszins voor verrassingen te staan, zoveel is zeker. Maar goed, dat hoort nu eenmaal bij Rusland. We hebben geleerd dat je daar niets op voorhand met zekerheid kan weten!"
Betekent dat ook dat jullie dagindeling dikwijls in het honderd liep ?
Gerald: "Er was een strikte planning, indien mogelijk We stonden telkens om 6 uur op, ontbeten om 7 uur en vertrokken om 8 uur. s Middags gingen we ergens inkopen doen en zetten we ons ergens onderweg aan onze picnictafel, om vervolgens ergens tussen 14 uur en 18 uur te moeten inchecken in het gereserveerde hotel, afhankelijk van de lengte van de rit. Als bij wonder is dat iedere dag gelukt, maar één enkele keer heeft de schrik er serieus ingezeten dat we op de grond van een station moesten overnachten."
Heb je eigenlijk ook leuke momenten beleefd ?
Gerald: "Natuurlijk wel! Die problemen zie ik trouwens als avontuurlijke belevenissen. Het hoort erbij en het maakt de voldoening alleen maar groter. Deze reis was een onvergetelijke ervaring, ik heb veel bijgeleerd over de scherpe contrasten tussen de rijke steden en het arme platteland, en ik heb er veel nieuwe vrienden aan overgehouden. Maar de ultieme kick was natuurlijk het binnenrijden op het Rode Plein. Wat er dan door je lijf gaat, valt werkelijk niet te omschrijven. Zelfs niet door de beste journalist."
Mag ik toch een poging wagen en het vergelijken met een wielrenner die na een lange solorit als eerste over de eindmeet komt ?
Gerald: "Het zal waarschijnlijk wel in de buurt komen, ja. Maar op het einde van de rit weegt de balans dus toch zeker door aan de positieve kant, hoor. Mocht de gelegenheid zich stellen, dan zou ik het binnen een tiental jaar waarschijnlijk nog eens overdoen, maar dan in een kortere tijdspanne en wat vroeger op het jaar. Nu was het daar immers al volop herfst, waardoor je veel van de prachtige natuur mist."
Staat er anders al iets concreets op de agenda ?
Gerald: "Ik ben momenteel bezig met de voorbereidingen voor Parijs Brest Parijs van volgend jaar. Dat is een brevet dat je maar om de vier jaar kan rijden, en waarvoor je eerst moet aantonen dat je 200, 300, 400, 600, 1.000 en 1.200 km kan fietsen. Bovendien moet je de 1.200 km in minder dan 4 dagen kunnen afleggen. We hebben de 3.000 km naar Moskou in 18 dagen overbrugd, dus dat lukt me wel, maar ik wil er natuurlijk een zo scherp mogelijke tijd neerzetten."
Fietsers zijn Belgen, sommigen in hun oude leeftijd ( de oudste deelnemer van de expeditie is 71 jaar oud). Ze reizen van Brugge (België ) naar Moskou met haltes , waaronder: in Aalter , Berlijn , Warschau en Minsk.
Elke dag , ongeveer 170 km te overwinnen. Tot nu toe gereden hebben ongeveer 1600 km, voor hen is er een tweede achter. De expeditie is liefdadigheid. Hun doel Reizen is om een actieve leefstijl te bevorderen , met aandacht voor het probleem van mensen met een handicap en hun beperkingen van beweging en steun voor de Belgische organisatie Anvasport helpen personen met een handicap die actief beoefenen sport en wil je niet op te geven hun handicap .
"Elke persoon die ondanks een handicap, en nog veel belemmeringen voor het succes groeit voortdurend en onze belangen , is een voorbeeld en ook een aanmoediging voor andere mensen, niet alleen mensen met een handicap " - zegt een deelnemer van de expeditie - Kris Heyerick , een medewerker van CTO van de Belgische onderneming (Centrum Technische Orthopedie ). "Daarom is het onze plicht om deze actie te ondersteunen , elk op hun eigen manier. "
Chris Heyerick een bezoek aan de Poolse tak van de CTO - Orthopedische Engineering Centre (voorheen de Scandinavische Orthopedische Laboratorium ), en een ontmoeting met zijn personeel. CTO is van de hoogste kwaliteit orthopedische oplossingen die helpen mensen met een handicap om terug te keren naar een normaal zelfstandig leven . CTO Polen is verheugd te kunnen programma's die gericht zijn op het overwinnen van eventuele belemmeringen , hulp bij de aanpassing aan nieuwe realiteiten te ondersteunen en nieuwe voorwaarden van het dagelijks leven voor mensen met een handicap en de mate van zijn mogelijkheden ondersteuning van mensen met een handicap.
Het was de CTO prothese Jas Mel heeft twee polen gewonnen. Lekkoatletce Joanna Czarnecka en Vlodiemu Tafel - drummer , CTO uitgevoerd en financierde een beenprothese , zodat ze kunnen blijven om hun dromen na te streven.
W poniedziałek 23 sierpnia, w godzinach 13.30 - 14, ulicami Warszawy od strony Starych Babic w kierunku ul. Kłopotowskiego na Pradze, przejechał 20-osobowy peleton rowerzystów pilotowany przez warszawska policję.
Rowerzyści są Belgami, niektórzy w starszym wieku (najstarszy uczestnik wyprawy ma 71 lat). Podróżują z Brugii (Belgia) do Moskwy z przystankami m.in.: w Aalter, Berlinie, Warszawie i Mińsku.
Codziennie pokonują około 170 km. Do tej pory przejechali ok. 1600 km, przed nimi jeszcze drugie tyle. Wyprawa ma cel charytatywny. Celem ich podróży jest propagowanie aktywnego trybu życia, zwrócenie uwagi na problem osób niepełnosprawnych i ich ograniczeń ruchowych oraz wsparcie belgijskiej organizacji Anvasport pomagającej inwalidom, którzy aktywnie uprawiają sport i nie chcą się poddać swojej niepełnosprawności.
"Każda osoba, która mimo niepełnosprawności i wielu barier, osiągnęła sukces czy wytrwale rozwija swoje zainteresowania, jest przykładem i jednocześnie zachętą dla innych osób, nie tylko niepełnosprawnych" - mówi uczestnik wyprawy - Kris Heyerick, pracownik belgijskiego koncernu CTO (Centrum Technische Orthopedie). "Dlatego naszym obowiązkiem jest wspierać takie działania, każdy na swój sposób".
Chris Heyerick odwiedził polski oddział CTO - Centrum Techniki Ortopedycznej (wcześniej Skandynawskie Laboratorium Ortopedyczne) i spotkał się z jego pracownikami. CTO zajmuje się najwyższej jakości rozwiązaniami ortopedycznymi, pomagającymi osobom niepełnosprawnym powrócić do normalnego samodzielnego życia. CTO Polska chętnie wspiera programy, które mają na celu przełamywanie wszelkich barier, pomoc w przystosowaniu się do nowych realiów oraz stworzenie nowych warunków życia codziennego dla osób niepełnosprawnych i w miarę swoich możliwości wspiera osoby niepełnosprawne.
To właśnie na protezie CTO Jaś Mela zdobył dwa bieguny. Lekkoatletce Joannie Czarneckiej i Vlodiemu Tafel - perkusiście, CTO wykonało i ufundowało protezy kończyn dolnych, dzięki czemu mogą nadal realizować swoje marzenia.
Walter Velle weer thuis na fietsavontuur naar Moskou.
"Iets uniek meegemaakt"
Gistel Walter velle maakte deel uit van de 18-koppige groep fietsers die in 18 dagen van Brugge naar Moskou fietste. Hij had slechts twee keer af te rekenen met een lekke band. "We reden in Wit-Rusland op de autosnelweg, met voor en achter ons een politievoertuig", vertelt Walter.
Walter Velle is blij weer thuis te zijn in de Stationstraat, 4 en bij zijn echtgenote Monique Matton, na een fantastisch avontuur. Hij fietste samen met nog 17 andere avonturiers en fietsfanaten van Brugge naar Moskou "je kan de tocht in drie delen opsplitsen. Er is stuk door midden Europa, het stuk door Wit-Rusland, Belarus dus, en het laatste stuk door Rusland tot in Moskou", begint Walter zijn verhaal.
Van het eerste deel wil hij vooral kwijt dat de wegen er in Polen onbeschrijfelijk slecht bij liggen.
"We hebben de gewoonte met een armgebaar onze collegas te waarschuwen voor een serieuze put in het wegdek. In Polen moesten we echter meters achter elkaar blijven en zelf uitzien om de valkuilen te vermijden."
In Belarus hebben we vier dagen lang op echte autosnelwegen gereden. Er is eigenlijk geen alternatief, want andere wegen zijn er omzeggens niet." Of dat niet gevaarlijk is, wil je dan wel weten: je kan je namelijk moeilijk voorstellen dat een fietser hier op de snelweg zou rijden zonder binnen de korste keren door de politie opgepakt te worden of erger nog er het leven bij in te schieten. "De snelweg is best wel erg druk vanwege vrachtvervoer. Maar de Belgische consul een Bruggeling in Minsk, hoofdstad van Wit-Rusland, organiseerde politiebegeleiding voor ons op de autostrade. Zou dat bij ons kunnen: 18 fietsers op de autostrade, met vooraan en achteraan een politievoertuig?" vraagt Walter. Diezelfde consul ontving het gezelschap op het consulaat voor een schitterende receptie. Met echte Belgische streekproducten, echt Belgisch bier en echte Belgische pralines.
Op de vrachtwagen
Aan de grensovergang van Wit-Rusland met Rusland liep het echter serieus fout. Om welke bureaucratische reden dan ook mocht er de eerste 20 kilometer niet op de autosnelweg gereden worden. "Het probleem was dat er echt geen andere weg te bespeuren viel. Geen nood: de politie hield een lege vrachtwagen die Belarus binnen wilde tegen. De chauffeur werd verplicht rechtsomkeer te maken en ons met hebben en houden 20 kilometer ver terug te brengen. Het koste ons ongeveer 600 roebel, zeg maar 15 euro. Niet te geloven", lacht Walter.
Zowel in Belarus als in Rusland viel de behulpzaamheid van de plattelandsbevolking op. "Zoals die keer dat we al kilometers ver door een zandweggetje geploeterd hadden, in een stadje aankwamen en een trein wilden nemen die er niet was om de verloren tijd in te winnen.
De stationschef slaagde erin om een busje en een camion te organiseren zodat we toch nog tijdig in het afgesproken stadje aankwamen", vervolgt onze fietser.
Gevaarlijke fotos
En dan was er natuurlijk Moskou. "Twaalf miljoen inwoners. Indrukwekkend. Het Rode Plein, onvoorstelbaar. We wilden er fotos maken met onze vlag en andere reclametributen. Het was buiten de politie gerekend : ze controleerden onze fototoestellen en wisten alle gevaarlijke fotos", vertelt Walter Velle.
Met 18 mensen een paar weken wel en wee delen. Hoe lukt dat? "De sfeer was werkelijk uitstekend, hoewel we elkaar van tevoren niet kenden. Iedereen hielp iedereen. Een dikke proficiat aan onze organisator en leider, de 72-jarige Roland Hurtecant. Elke dag was hij er de eerste en de laatste, regelde de soms moeilijke besprekingen aan de grensovergangen, wist voor alle problemen een oplossing te verzinnen en zorgde ervoor dat wij iets uniek konden meemaken", besluit Walter Velle.
Mijn naam is Roland Hurtecant, zoon van Jozef met dezelfde familienaam en Maria Van Driessche. Mijn vader was gareel- en zadelmaker, een knap vakman en altijd bereid iemand te helpen. Mijn moeder was eveneens de goedheid zelve. We woonden in Oostkamp. Mijn ma was huisvrouw nadat ze jaren bij kasteelheren gediend had in de streek van Nazareth. Jozef, Maria en Nazareth, maak de link. Ik had Jezus kunnen heten. Ik ging naar de gemeenteschool te Oostkamp, later naar het Sint-Leocollege in Brugge tot het tweede middelbaar. Iemand die Frans kende zou het ver brengen, dus werd ik naar Pecq gestuurd naar het voorbeeld van Jan Bauwens die er ook gestudeerd had en de zoon was van Gaston, die een grote meubelfabriek runde in Oostkamp.Ik moest hard knokken bij de Walen en de Heer Derideau - leraar Frans -was biezonder streng en veeleisend. Toch kwam ik als 2de uit het 3de jaar met onderscheiding. Wat nu gedaan, ik moest normaal nog naar de humaniora. Mijn leraar Nederlands raadde me aan het voorbereidend regentaat te proberen aan de École Normale de Nivelles. Toen een klinkende naam in Frans Belgenland. Met hard werken ging ik de Walen kloppen op eigen terrein en werd er Regent in de Germaanse talen, later ook in de Romaanse talen, zowel in het Franse als Nederlandse taalstelsel, zodat ik eigenlijk over het hele Belgische schoolnetwerk kon en mocht lesgeven. De humaniora heb ik dus overgeslagen. Twaalf jaar Wallonië en later 22 jaar Vlaanderen (Atheneum en Middenschool Knokke) waren goed voor een geslaagde loopbaan om onze jeugd een beter taalgevoel te geven.
Nu ben ik een gepensioneerd fietser, alhoewel de meesten in mij meer een avonturier zien. In de normaalschool had ik de voetbalmicrobe te pakken. Ik kon aardig overweg met een bal, technisch en snel. Samen met Raymond De Baets (Gantoise) maakten we heel wat goals bij de Zeemacht in Brugge Sint Kruis. We speelden toen ook kampioen. Ik speelde bij Oostkamp, toen bij de lagere provinciale afdelingen en maakte heel wat goals bij de reserve. Ik zag die sport als zuivere recreatie en toen kon je ook nog een paar man dribbelen zonder dat ze je tegen de grond katapulteerden. Toen ik les gaf in Profondeville bij Namen werd ik meteen aanvaard in 2de Nationale bij de Union Namur en speelde er verschillende matchen in eerste reserve. Ik was zelfs de trainer van Toussaint Nicolay, de broer van Jean, toen de keeper bij Standard Luik. Ik kon verdorie hard schieten. Fernand Boone ex-doelman van Club Brugge complimenteerde me zelfs een keer dat ik zo hard schoot als Toine Van Poelvoorde.
Ik ben trouwens één jaar lid geweest van Club Brugge en speelde met de tweede reserveploeg... Het waren mooie jaren en ik verdiende nog mooi drinkgeld ook. Stel je voor van derde provinciale onmiddellijk aanvaard worden na een kleine test in 2de Nationale. Ik bleef dus een rasechte amateur en zag er echt geen geldgewin in omdat het me eigenlijk niet interesseerde. Ik deed graag eens iets anders, liever dan in een bepaald keurslijf gedwongen te worden, nu nog eigenlijk.
Mijn Franse periode bij onze zuiderburen nam een einde via Moeskroen, waar de École Technique de LÉtat mijn laatste verblijf was alvorens in 1970 definitief mijn laatste school in Knokke te vinden. Intussen was ik overgestapt naar het fietsen en maakte furore bij de Breydelzonen in Brugge, de club van wijlen Flor Kellner, waar ik samen met andere leden uithoudingsprestaties neerzette die menigeen nu als reinste waanzin zou bestempelen. Nu vind ik dat ook waanzin, maar in die jaren 60 werd je geen kampioen zonder elk weekend minstens 500 km te fietsen. We vonden die krachtpatserijen heel normaal en zelfs amusant. Er zijn er te veel om op te noemen maar een Knokke-Aubange (692 km) heen en terug, een Ronde van België 800km, een De Panne-Maaseik-De Panne (530 km non-stop) stonden bijna elke week op het programma.
Ik voelde me al heel vlug aangetrokken tot het buitenland en vooral Frankrijk dan. Ik heb er trouwens al meer dan 130.000 km gefietst. In 1973 werd Brugge-Mont Ventoux gesticht. Ik was er de eerste keer in 1969 samen met mijn vriend Roland Bonny. We hadden toen een heilige schrik van die berg, waar een zekere Tommy Simpson, twee jaar vroeger in speciale omstandigheden de dood gevonden had. Met trekken en sleuren bereikten de twee Rolands toen de top, kant Malaucène. Met een veel te groot verzet. Toen wisten we van niet beter en bestond er ook niet veel van kleine kamwielen en kroontjes achteraan. Het kleinste was toen 45 x 24 en 26. Later in 1972 werd ik nog uitgenodigd voor een klimtijdrit op de Mont Ventoux door de A.S.P T.T. van Avignon. Ik trok er naar toe met Eric De Bel en Willy Verburgh . Het was mijn droom meer mensen naar die berg te brengen. Een weddingschap met Monsieur Gravier Marie-Louis, de stichter van de Syndicat dInitiative - zeg maar het Bureau voor Toerisme - en de burgemeester mondde uit in de eerste Brugge-Mont Ventoux, die nu aan zijn 32e editie toe was en zopas een prachtig geslaagd verloop kende. Een stèle (standbeeld) vereeuwigt de moed en volharding van alle wielertoeristen die de Mont Ventoux beklimmen. Het staat er al sinds 1979.op de geografische plaats de Col des Tempêtes, aan de voorlaatste bocht, kant Bédoin. Het is de meest winderige plaats, waar de Mistral ongenadig kan toeslaan. Mijn naam staat er op samen met een paar andere medewerkers en sponsors. De zware tocht met competitie van de beginjaren, waar we bekend en later berucht werden, heeft een hele gedaanteverandering ondergaan en is nu toegankelijk voor een normaal getraind wielertoerist die kan in peloton rijden. Brugge-Mont Ventoux is in geheel België bekend. Brugge-Mont Ventoux zal ik blijven koesteren en organiseren zolang de gezondheid me niet in de steek laat. Na 142 beklimmingen heb ik er nog steeds niet genoeg van en hoop nu in september er nog een paar bij te doen, kant Bédoin, zonder natuurlijk de cols rond de Mont Ventoux te vergeten, want het is een uniek mooie streek. Vergeet ook de Gorges de la Nesque niet, alvast een aanrader voor beginners...
Ik heb intussen een groot deel van de wereld bereisd, bergen beklommen van meer dan 4000 m . De fiets was vaak mijn vervoermiddel in Afrika, Amerika; en vooral in Frankrijk.
Aangezien ik ook vliegtuigpiloot ben, werd de fiets vaak meegevoerd. Ik trok er zelfs mee naar IJsland. Het waren reizen waar cowboywerk en hilariteit de doorslag gaven zonder natuurlijk de sportieve prestaties te vergeten, die niet van de minste waren. Brussel Beirut (4300 km ) in 1971, Brugge-Noordkaap in 1985, Brugge-Dakar in 1989 scherpten mijn zin voor avontuur en bevestigden mijn uithoudingsvermogen.
Rugproblemen veroorzaakt door een in mijn ogen te snelle afdaling van de Mont Ventoux, waardoor ik een nid de poule of een van die lichte verzakkingen in het wegdek niet opgemerkt had, zorgden ervoor dat ik van de ene behandeling in de andere terechtkwam en maanden op non-fietsactief geplaatst werd gedurende verschillende perioden. Een harde dobber voor wie niet stil kan zitten. De rugkliniek in Sijsele heeft er me doorgeholpen. Nu kan ik sinds twee jaar gemakkelijk de Mont Ventoux opnieuw beklimmen en er werkelijk van genieten met een aangepast verzet. Regelmatige rug- en buikspieroefeningen zijn wel noodzakelijk eenmaal de tussenwervelschijven beschadigd zijn. Ik moet echter niet klagen .
Uit mijn eerste fietsperiode herinner ik me nog dat ik als amateur gekoerst, enfin meegereden, heb met Eddy Merkx, Jean-Pierre Monseré, Freddy Maertens, Roger en Eric De Vlaminck, de Van Damme broers, Wolfhohl om er maar een paar te noemen. Vandaag ben ik nog de oudste cyclo-crosser bij de Wielerbond Vlaanderen, niet om prijzen te winnen, daarom heb ik al te veel lentes meegemaakt, maar wel omdat ik het een mooie sport vind, me er amuseer en me sociaal kan uitleven met die sportvrienden die kou of regen trotseren om hun geliefkoosde sport te beoefenen Voor de ouderdomsdeken hebben ze nog veel respect.. Zo blijf ik me jong voelen. Ik zal het maar hierbij laten.
Ook de motorfiets heb ik nog bereden dwars door de Sahara tot in Dakar, wel achttien keer op mijn bek gevallen, maar het strand aan de Lac Rose heb ik bereikt. Ik ben trouwens geen echte motorrijder, maar ik ben wel in Dakar geraakt.
De Sahara heb ik trouwens ook met de fiets doorkruist . Ik heb er ook twee maal vier dagen vastgezeten met het zelfde sportvliegtuig de OO.RTD, maar heb nadien de helft van Afrika overvlogen: pittige verhalen zijn eraan verbonden. Het boek zal u verder helpen om me beter te leren kennen. Hopelijk kunnen we samen de "vernissage" meemaken. Nog wat geduld, want ik heb ook fouten, ik ben voor sommige zaken nogal nonchalant.
Intussen blijf ik verder fietsen en nodig kandidaat deelnemers uit om samen in een paar organisaties (zie de website) onze geliefde hobby in een prachtige omgeving te beoefenen met een paar bergjes in de achtergrond als absolute spraakmakers. Alles kan, niets moet. Fietsen, maar ook "genieten op de fiets" is het motto die ik voortaan hoog in het vaandel draag, alleen of met een paar vrienden die meer willen genieten dan alleen maar het achterwiel van hun voorganger willen zien, alhoewel sommigen "hijgen" over hun stuurstang ook als genieten bestempelen. In het Frans zou men zegge "Les goûts et les couleurs ne se discutent pas".
NAZARETH - Drieduizend kilometer in achttien etappes. Dat is de afstand die twintig wielertoeristen afmalen in de eerste editie van Brugge-Moskou. Hilaire Vandevelde uit Nazareth is erbij: 'Een groot avontuur.'
Hilaire Vandevelde (62), lid van WTC Lozer, zit iedere dag op zijn fiets. 'Pardon, ik moet correct zijn. Per week neem ik een rustdag. Om te recupereren, om klussen op te knappen thuis, om te sleutelen aan mijn fiets of om mijn bestuursfunctie op te nemen in het Gulden Eicomité van Kruishoutem. Voor de rest is er geen houden aan, ik moet de fiets op. Geen weer houdt me tegen. Vorig jaar 14.000 kilometer op de teller. Ik stond al op de trappers in vele Europese landen maar ook in Kreta, Mallorca en de Verenigde Staten. Met vakantie gaan zonder tweewieler, dat bestaat niet', vertelt Hilaire.
Vorig jaar vernam hij dat de organisator van Brugge-Mont Ventoux een nieuwe fietshappening aanbood: Brugge-Moskou vanaf 15 augustus. Hilaire: 'Slechts twintig deelnemers mogen mee. Ik was er snel bij om mij in te schrijven. Met mijn fietservaring en mijn zin voor avontuur als troeven werd mijn kandidatuur aanvaard.'
Wat verwacht hij van de toch wel zware uitdaging? 'Nieuwe horizonten, vooral in Polen, Wit-Rusland en Rusland. Voorts boeiende cultuurbreuken, diverse landschappen en ten slotte het pure fietsplezier. Zeg maar het genot van het afzien.'
Veilig verkeer
Houdt de trip naar Moscou gevaren in ? 'Bah, ik weet het niet. De reis is perfect uitgestippeld. Iedere nacht slapen we in een gereserveerd hotel. Ik hoop dat we niet terechtkomen in onveilige verkeerstoestanden. En vooral, ik zal bijzonder goed uitkijken dat mijn lichtgewichtfiets niet wordt gestolen. Voor de rest moet de tocht puur amusement worden'.
Naast zijn dagelijkse ritjes, onder meer op het Scheldepad tussen Gent en Oudenaarde, heeft Hilaire nog een en ander in petto op zijn oefenschema. Volgende maand begeleidt hij een groep wielertoeristen in Spanje. Nadien volgt dezelfde taak in de Pyreneeën. En met de club uit Lozer maak ik nog een weekend in Malmédy. Tegen dan moet hij helemaal scherp staan om de achttien etappes van gemiddeld 160 kilometer richting Moscou aan te kunnen.
'Fietsen is mijn leven', zegt de ex-ploegbaas in Esso Antwerpen. 'Sinds ik twee jaar geleden met pensioen ging, doe ik niets anders. Die Brugge-Moskou is werkelijk een droom die uitkomt.'