Het Schravers Couvent wordt ook wel het Caermers Couvent of het Godshuis Breydel genoemd. Het lag oorspronkelijk in de Ganzenstraat, maar verhuisde later naar de Molenmeers. De stichting van het Schravers Couvent gebeurde in 1315 door Nicolaus De Schraevere en zijn echtgenote Adelise ten voordele van vier arme weduwen.
Over het oude godshuis is weinig bekend. Kanunnik Duclos schrijft in zijn boek Bruges. Histoire et Souvenirs dat in 1579 aan de ingang van de Ganzenstraat rechts het godshuis Sgraeven Couvent stond waarover geen informatie bestaat.
Nochtans wordt het godshuis vermeld in verscheidene stadsrekeningen tussen 1550 en 1560 waar het telkens Scarmers Couvent Ganzestraete genoemd wordt. In de registers van de Zestendeelen staat het aangegeven als het zevende huis in de Ganzestrate, westzijde gaende zuydwaert nr. 629
nr. 630
nr 631: godshuys ghenaemt Sgraven Couvent; nr. 632; thuys daerneffens pertinet tclooster van de Jacobijnen.
Het godshuis werd bestuurd door twee voogden. Tevens is bekend dat de vrouwen die er woonden een doodschuld dienden te betalen hadden en dat een derde van hun nalatenschap aan het godshuis bleef.
Het bestaan van het godshuis in de Ganzestraat op het einde van de 17de eeuw blijkt uit de rekeningen van de diskamer van Sint-Salvators van 1709. Daarin is sprake van de Fondatie Joffr. Barbara Breydel, waardoor het godshuis ook het Weduwenhuis Breydel wordt genoemd.
In 1745 werd het godshuis overgebracht naar de Molenmeers. Uit een archiefstuk van 1794 blijkt dat het beheer toevertrouwd was aan leden van de familie Vanden Bogaerde. De laatste was André-Louis Van den Bogaerde, burgemeester van het Vrije van Brugge.
|