Mijn broer is al eens aan de orde geweest op mn blog. Hoewel het momenteel redelijk gaat met hem, heeft hij ook andere tijden gekend. Hij is zo'n beetje verslaafd aan alles waar je verslaafd aan kunt raken, en wel sinds hij een jaar of 20 was.
Een jaar of 12 geleden was hij (weer eens) dakloos. Wij (dit gezin) woonden in Zoetermeer toen. Hij was helemaal uit Utrecht gekomen, en verwachtte een warm onthaal, eten en natuurlijk iets te stelen. Dat was de dag voor Kerst. Daar stond hij voor de deur, in vodden, broodmager, uitgeteerd, met de bekende blik in zn ogen die ik al zo vaak gezien had.
Ik zal eerst iets vertellen over junks. Junks zijn maar gedeeltelijk menselijk. Ze hebben maar een doel: aan het spul komen. Daar wordt alles aan opgeoffert, familie, vrienden, zichzelf. Ze denken van shot tot shot en de rest is bijzaak. Hard ? Nee realiteit. Na zoveel jaren, zoveel ellende van zo dichtbij mee te hebben gemaakt weet ik inmiddels waar ik over praat. Ze zijn een bodemloze put, een zwart gat dat alles opslokt, en waar niets uit terugkomt. En zolang je het zwarte gat blijft voeden wordt het sterker. Totdat het niet meer gevoed wordt, en de persoon ofwel sterft, ofwel zichzelf helpt. Wij kunnen die mensen niet helpen, niets dringt tot ze door. Ze moeten zelf een breekpunt bereiken en daar kunnen ze alleen zelf, en dan nog alleen met hulp van professionals iets mee doen. Tot die tijd wordt goedheid geabsorbeert en omgezet in slechtheid, liefde misbruikt.
Ik zie hem staan, bibberend van de kou in zijn te dunne kleren. Maar ik laat hem niet binnen. Ik weet dat als ik heb binnenlaat, hij mij zal gebruiken, leegzuigen tot er ook bij mij niets meer te halen valt. En niet alleen mij, maar m'n gezin ook. Ik kan en zal dat niet toestaan, mijn eerste verantwoording ligt bij mijn gezin, niet bij hem. Ik houd mezelf voor dat dit mijn broer niet is, maar slechts iets wat er op lijkt. Ik zeg hem weg te gaan, en voeg er aan toe dat ik de politie zal waarschuwen als hij niet onmiddelijk verdwijnt. Binnenin me breekt er iets. Het is mn broer die ik in de kerstnacht de toegang tot m'n huis ontzeg. Terug in de woonkamer ben ik kapot, aan stukken gereten door tegenstrijdige gevoelens. Mijn vrouw troost me, liefdevol en begrijpend, maar ik begrijp het zelf maar gedeeltelijk.
Korte tijd later hoor ik dat hij in een afkickcentrum zit. Nog twee jaar later, als hij weer afgekicked is en we weer contact hebben geeft hij me groot gelijk. Door hem weg te sturen gaf ik een signaal af dat het tijd was voor een ommekeer, een signaal dat wél doordrong.
Feit blijft dat zo'n confrontatie iets afschuwelijks is. En hoewel de historie me gelijk geeft blijft de vraag hangen: Wat, als dat het laatste was wat we van hem vernomen hadden? Hoe had mijn mooie gelijk er dan uitgezien? Had ik dat mezelf ooit kunnen vergeven? Ik ben blij dat ik die vraag niet heb hoeven beantwoorden.
29-12-2005, 17:25 geschreven door Caerwyn
|