Hello evrybody,
Gisteren had ik even het scherm verlaten om een wandeling te maken.
Het was zo een moment waar ik de woorden ruil voor mijn wandelschoenen.
De vraag is steeds waar ik naartoe trek.
Hoe meer ik aan het scherm gekluisterd zit, hoe minder ver mijn wandeling wordt .
Maar ik zat al ganse dagen te schrijven, en ik moest even buiten.
Ik keek naar buiten en zag het mistige weer.
Ik zou dan maar een wandeling maken die aan het weer aangepast was.
Ik begon te stappen door het veld, op weg naar het kerkhof van Deftinge waar mijne vriend Rogéke ligt.
Na een half uurke stappen duwde ik het ijzeren hek voor mij uit.
Ik stond op het kleine kerkhof waar de resten van Allerheiligen nog zichtbaar waren.
Bloempotten lagen stil te rotten en te verkleuren in de gangen.
Af en toe zag ik een graf met verse bloemen.Dit waren de graven waar mensen zoals ik niet alleen met Allerheiligen kwamen.
Maar ook een paar nieuwe graven lagen er bebloemd bij.
Telkens ik hier kwam, ontdekte ik terug een leven die voorbij was.
Ik was vandaag zonder bloemen gekomen, maar ik voelde er mij niet schuldig bij.
Rogéke vroeg dat ook niet, en hij was al blij dat ik af en toe op bezoek kwam.
Ik stapte door de gangen, om voor de zerk van Rogéke tot stilstand te komen.
Ik kijk dan steeds naar zijn foto, en zie hem nog zo voor mij staan.
Nee, ik sta niet te bidden voor zijn graf, maar ik kom er gewoon even praten met mijne vriend.
-Dag Rogéke
-Dag chauffeurke.
-Tis ni te warm hé Rogéke.
-Ik weet ni,want ik voel dat hier ni hé.
-Ja tis waar ook.
-Ik heb ne nieuwe gebuur gekregen.
-Ha ja
.????
Ik keek naar de hoop aarde naast Rogéke, en inderdaad er lagen vele bloemen op een hoop losse aarde.
-75j chauffeurke, hij heeft het langer volgehouden dan ik.
-Ja Rogéke, ge zijt veel te vroeg vertrokken.
-Dat is het leven chauffeurke, ne mens legt zich voornemens op.
Ne mens maakt plannen, en plots is het gedaan.
-ppffffffffffff zeg kunnen we over niks anders klappen ?
-Allee, zeg ne keer hoe het met het huis is, en hoe het met mijn vriendin is en met het café.
-Awel alles wat gij aan het huis gedaan hebt staat nog rechtJ))
En met uw vriendin en het café is alles goed.Ze begint er zich over te zetten.
Telkens ik in het café kom, en er niemand is praten we over u.
Voor de rest zijn da nog altijd dezelfde die in het café komen hé.
En de dag dat ze niet meer in het café komen, dan liggen ze meestal hier hé.
-Ja tis waar, ik heb hier al een paar klanten zien aankomen.
-Euh
Rogéke ik heb geen bloemen mee, en ik heb ook niks mee voor uwe Sinterklaas.
-Ik heb geen bloemen nodig chauffeurke. Ik zie ze toch niet liggen.
En ik heb vandaag wel een Sinterklaasgeschenk gekregen.
-Ha ja
..??
-Ja chauffeurke een heel schoon geschenk.
-Allee gij, van wie dadde???
-Van u chauffeurke!
-Hoe van mij??
Ik sta hier met lege handen, ik zeg just dat ik niks mee heb!
-Chauffeurke, je bezoek af en toe is een geschenk.
Die bezoeken die je brengt zonder verplichtingen.
Je woorden brengen een beetje leven na de dood.
-Leven na de dood???
-Ja, je noemt het hoe je wil.
Maar als je hier staat, weet je dat je tegenover een dode staat.
Je praat met de woorden van je herinneringen aan mij, en dat brengt mij voor jou terug wat tot leven.
-Euh
ja tis waar!
-Thuis praat je wel tegen een scherm, en daar verstond ik vroeger ook niks van.
Ik zat soms te denken dat ge zot geworden waart.
Maar nu je hier voor een grafsteen staat te praten weet ik dat het niet zo is.
Ik keek nog even naar de grafsteen, en nam de verslenste bloemen weg.
-Rogéke ik ben er maar eens mee weg hé!
-Ja jongen, wees voorzichtig op de baan.
Tot nog eens hé.
-Dag Rogéke.
Telkens vertrok ik aan zijn graf met tranen in mijn ogen.
Hij wees me erop dat ik moest voorzichtig zijn, terwijl hij zelf verongelukt is.
Ik heb al meer tranen gelaten voor Rogéke dan voor mijn eigen familie.
Ja, misschien was Rogéke ook veel meer.
Ik stapte door de gang, en droogde mijn tranen die zich mengelden met de mistdruppels.
Ik keek nog even in zijn richting, en trok het ijzeren hek achter mij dicht.
Met een krop in de keel stapte ik weer door het veld naar huis toe.
In de verte zag ik mijn huis staan, maar ook zijn café waar hij nooit meer aanwezig zou zijn.
Ja, Rogéke is zeker niet vergeten, anders zou ik er ook niet over schrijven.
Groetjes chauffeurke
|