Amai mijne frak, t is toch niet gemakkelijk schrijven, als ge zo uw armen rond uwe buik moet wringen om aan uw klavier te geraken. Ja, den overschot van de kalkoen heb ik in de kelder gezet tot volgende kerst, en van het nieuwjaarsmenu was er toch niet veel meer over. Een gans jaar zit een mens goede voornemens te maken van ik zal eens aan mijne régime beginnen, zodat ik terug in mijn broeken van 2005 kan, maar het nieuwe jaar is nog maar bezig, dat ik al naar de kleermaker heb kunnen bellen met de wensen voor 2007, en ook de wens er een knoopsgat bij te maken ppfff Zelfs de doktor hoorde mij zuchtend het nieuwe jaar binnen stappen, maar hij wist zeker dat het geen magerzucht was. Ik moet toegeven, dat ik de beloftes voor mezelf nog moeilijk kan nakomen. Ik ging in 2006 terug wat sporten en vooral op mijn voeding letten. Ik ging meer bewegen, en wat meer gaan reizen. Wat het sporten betreft, wou ik een gans jaar goedmaken op één dag. Dat wil zeggen dat ik met mijne fiets tot voorbij Ath was gereden, en dat het al bijna avond was, toen ik in Deftinge van mijne vélo viel op tien meters van mijn deur. Op mijn voeding was ik ook gaan letten, en vooral producten gekocht zonder vetstoffen. Maar ik denk dat dit een averechts effect had op mijn lichaam. Ja, ik at van alles het dubbele omdat er toch geen vet in zat, tot op den dag dat er daar in de straat ne kleinen tegen zijn moeder zegt: kijk mama, precies ne grote eekhoorn! Ja, mijn kaken en mijnen buik stonden zodanig bol dat ik precies al gehamsterd had tot 2008. Nog een geluk dat ik een paar jaar geleden mijne paardenstaart heb laten knippen, of ik was het helemaal geweest! Wat het bewegen betreft, was het ook al een fiasco. Voor mijn werk beweeg ik wel enorm veel, maar dat is dan met de wagen, en veel vermageren doet ge daar niet af hé. Er bestaan zelfs geen statistieken van hoeveel calorieën een mens zou verliezen met het openen en sluiten van zijn deur of kofferdeksel, dus zal het wel de moeite niet zijn. En eens ik de wagen buitenstap, is het op weg naar de zetel voor de computer. Hem aanzetten vraagt ook al niet veel energie, en woordelijk op het internet reizen brengt ons bij mijn laatste voornemen, waar ik in feite ging reizen in de virtuele wereld zonder echt een voet buiten te zetten. Hoewel het schrijven mij niet alleen dichter bracht bij alles wat met de schrijfwereld te maken heeft, bracht het mij ook dichter bij de mens. Een schrijver kan met woorden naar de mens stappen, zonder dat hij fysiek aanwezig is. De schrijfsels zijn in feite de fysiek van de schrijver, en zoals in het gewone leven, moet men de mens, of moet men hem niet. Ja, in feite moet een schrijver niet echt op régime gaan, want hij kan gewoon zijn woorden slank voor ogen brengen, terwijl hij zich verschuilt achter een typetje. En als ik dan toch eens op wandel ga in ons landelijke Lierde, dan hoor ik soms achter mij fluisteren: is dat chauffeurke, hij ziet er gans anders uit dan dat we hem lezen. Sommigen gaan dan in détail, en voegen er nog aan toe: ik dacht dat hij magerder was en groter. En zo sluit ik telkens mijn jaren af als kleinen dikken, en moet ik telkens opnieuw voornemens maken voor het nieuwe jaar. Ja, t is niet gemakkelijk een mager jaar te hebben als ge met de beste bakkers en beenhouwers in uw streek zit hé. Och misschien ga ik mijn lettertype wat aanpassen en het dikker of vetter op papier zetten, zodat de mensen een beter beeld krijgen. Maar ja, voornemens moet men voor zichzelf maken, en niet voor een ander. En terwijl ik een gans jaar de tijd heb gehad om erover na te denken welke voornemens ik nu zou maken voor 2007, die zit ik hier nog steeds met dezelfde vraag. Soms denk ik even over de gemoedstoestand, en dan zit ik mij steevast af te vragen, of ik er nu een ernstig jaar zou van maken, of gewoon het onnozele manneke zijn gang laten gaan. Meestal zijn het de ernstige beelden van het jaaroverzicht op tv, die mij vertellen dat het er al te serieus genoeg aan toegaat. Vaak zie ik zelfs dat het ernstige zelfs niet meer serieus wordt genomen. Ja, ik zeg het vaak, we leven in een omgekeerde wereld. Niemand neemt het voornemen om tijdens het jaar een moord te plegen, en toch krijgen we elk jaar een portie bloedvergieten op het scherm. Geen film, maar harde realiteit! Niemand heeft het voornemen om iemand te laten verhongeren, maar elk jaar zitten we aan een goedgevulde tafel naar de beelden te kijken, waar in een uitgemergeld lichaam, twee grote zwarte ogen naar ons zitten te staren. Niemand neemt voornemens, om ziek te worden of gekwetst. En toch zijn ze er elk jaar de trieste berichten. Ik denk dat ik ga proberen om af en toe een lach te brengen in onze ernstige wereld. Ja het is een voornemen zoals een ander, en ook dat weet ik niet of het telkens zal lukken. We kunnen maar proberen, het voornemen nemen is op zichzelf al een goede zaak, want anders staat ge daar volgend jaar zonder iets. Ja, stel dat ge geen voornemens neemt, zou de wereld er dan anders uitzien? Als ik zo eens naar de voorbije jaren kijk, dan denk ik dat een voornemen zoiets is dat men zijn eigen wenst, zonder er echt een verplichting aan vast te binden. Och weet ge wat, ik laat alles gewoon op mij afkomen, en zie wel volgend jaar wat ervan is geworden. Misschien passen onze voornemens niet altijd in het jaaroverzicht, en zouden ze dat ook beter op een ludieke manier brengen. Awel, binnenkort kunnen we zoals elk jaar naar het jaaroverzicht gaan kijken in ons eigen Lierde hé. Ja ja, t spelleke van Lierde heeft ook terug een jaaroverzicht gemaakt. Een jaaroverzicht van en over mensen en gebeurtenissen van bij ons. Awel, ik moet zeggen dat ik verleden jaar bijna ne kilo vermagerd was van zodanig dat ik daar zat te schokken van het lachen. Ja, in Lierde kan een mens nog eens lachen met euh .awel met de mens hé. Ja ja, ga maar eens kijken, want misschien passeert ge daar ook wel de revue. En wie weet leest ge nog juist op tijd de Beiaard, om te lezen dat ge ook op 5 januari naar de magische nachten in Geraardsbergen kunt. Dan moet ge zeker tussen 20 en ? eens binnenstappen in de Erfzonde, waar drie woordenkunstenaars aan de bak komen, samen met een verkleed kieken uit Deftinge. Verleden week waren ze zelfs uit Nederland gekomen, want t was gratis hé. Maar ik kan mijn tekst niet afsluiten, zonder ieder van u het beste te wensen voor het nieuwe jaar. Wat jullie voornemens ook zijn, ik wens jullie alvast een mooi, gelukkig en gezond nieuwe jaar. Een jaar vol lachende gezichten om de vier jaargetijden aan elkaar te knopen tot aan onze volgende wensen of voornemens.
De verkiezingen zijn al een tijdje voorbij, en met het begin van het nieuwe jaar gingen ze ook in ons landelijke Lierde het gemeentebestuur installeren. Curieus als ik was, ben ik dan maar eens gaan kijken hoe dat juist in zijn werk ging. Bij het binnenkomen ging het er nog losjes aan toe, en werden de wensen voor het nieuwe jaar uitgewisseld, maar om 20u kon de installatie beginnen. Jawadde zeg, azo een saaie bedoening! Ik dacht dat er daar wat ambiance zou zijn, maar dat is allemaal wreed officieel zenne. Ja, en wat doet een mens als hij zich verveelt, hij begint op detailles te letten hé. Zo had ik bij het binnenkomen al gezien dat ze in Lierde niet nutteloos met de centen smijten. We hebben een schone raadszaal met een grote tafel in U vorm, maar aan accessoires wordt geen geld verspild. Ja, de naamkaartjes van de verkozen leden, waren gewoon op een stuk karton geschreven. Precies of ze hadden een kartonnen doos waar ooit een taart inzat, gerecycleerd tot naamkaartje. Op één van de kaartjes zat zelfs een rode kleur, het had dus een kriekentaart kunnen geweest zijn, of anders misschien wat lippenstift. Awel dat vond ik een goed gedacht zie, niet teveel geld geven aan chi chi, maar sparen voor de burger. De secretaris mocht dan weer al zijn documenten achter hem op de grond leggen, want aan een bijzettafel hadden ze ook bespaard. Om nog maar te zwijgen van de accessoires die bij de geheime stemming hoorden. Er was daar vlug een stuk van de kerststal tegen de muur gezet om discreet en in volle geheim uw stem uit te brengen, en op tafel werd dan een keukenhanddoek gelegd om de zware kist op te zetten, waar de stembrieven moesten gedeponeerd worden. Om nog maar te zwijgen, dat het de eerste schepen was die daar het potlood moest scherpen op ouderwetse wijze. Nu wou dat toch wel lukken zekerst, dat er daar al bij de eerste stemming een paar blancos en ongeldige stemmen tussen zaten. Amai mijne frak, ze zaten daar al met niet teveel aan tafel, en dan zitten er nog blancos en ongeldige stemmen tussen. Volgens mij moet dat aan dat potlood gelegen hebben! Ja, als de punt van uw potlood afgebroken is, kunt ge niet anders dan blanco stemmen hé. Maar allé, nadat de stemmen geteld waren, konden de officiële documenten opgesteld worden, en dat duurde wel een tijdje. Ik denk dat de typmachine uit dezelfde periode van de kerststal dateerde. Opgelet, ge hoort mij hier zo af en toe eens lachen met t één of t ander, maar dat is om mijn schrijfsel niet zo saai te laten lezen hé. Op het werk en de installatie hoort ge mij geen slecht woord zeggen hoor. Nee nee, integendeel, alles verliep zoals het hoorde. Zelfs de mensen die hun al jaren kennen, en in de straat met de voornaam of bijnaam genoemd worden, werden hier met hun titel aangesproken. Nee, t was niet van: Tiste geef mij dat water eens aan, of van, Rudi mag ik uwe blauwe stylo eens lenen. Nee nee, Meneer de burgemeester, secretaris, voorzitter, schepen en gemeenteraadsleden waren de titels waarin ze herdoopt werden. Ja, het hoort nu éénmaal zo, en in feite is het niet slechter dat ze aangesproken worden met hun titel als ze in functie zijn hé. In elk geval, ik moet zeggen dat er veel volk was komen opdagen voor de installatie van het gemeentebestuur. Alle stoelen waren bezet, en stil zat de kijker te luisteren, alsof het de zevende dag was. Ik had mij daar dan maar aan een lege tafel gezet, en ik moet zeggen dat ik daar een heel goed overzicht had. Eerst dacht ik nog dat het een bureau was voor vertalers, maar in Lierde hebt ge dat niet echt nodig hé. Nee nee, die van Deftinge verstaan het dialect van Molierde, en dus zijn dat weeral kosten gespaard. Ja, ik moet zeggen dat als ik zo alle détailles bekijk, we toch een zuinige gemeente zijn hé. Wat mij wel opviel, is dat die mannen daar water zaten te drinken aan tafel. Allé, niet dat er iets verkeerd is met water drinken, maar ik dacht om het zuinig te houden, dat ze het water ook uit onze streek zouden gaan halen. Awel nee, ze rijden er potverdekke achter in de Ardennen. En zeggen dat ze hier in de Top bronnen al van 1906 aan het bottelen zijn om alles schoon in die flessen te krijgen. Ja, misschien is er wel een reden voor hé. Wie weet is het niet naar aanleiding van die reportage over de Vlaamse onafhankelijkheid, dat wij ons water in Wallonië gaan halen, en ons water wordt dan weer geëxporteerd naar het Franse landsgedeelte hé. Ja, ne mens leeft nu eenmaal van eten en drank, en dat zijn wel zaken waar we op letten, en waar we nog eens voor naar buiten komen. Ik denk dat de meeste aanwezigen niet alleen gehoopt hadden op de installatie van het gemeentebestuur, maar ook op een receptie om de goede installatie te vieren, en tevens op het begin van het jaar het glas te heffen. Maar op het einde van de zitting, werd er nog een speech gehouden door alle partijen, en daar heb ik mijn oor nog eens naar te luisteren gelegd. De burgemeester streefde naar een goed en constructief beleid voor Lierde en Lierdenaar. Een beleid waar ons landelijke karakter zou mogen behouden blijven. Een beleid in het belang van de Lierdenaar. Hij sloot dan nog af met te zeggen dat er geen receptie voorzien was, en daar riep er toch wel ene oooch.. in de zaal. Maar de andere partijen wilden ook nog iets zeggen, en dus nam Johan Persyn ook nog even het woord, om te zeggen dat zijn partij een constructieve en stevige oppositie zou voeren, en dit ook in het belang van de Lierdenaar. Maar hij voegde er wel aan toe, dat zij wel een receptie hadden voorzien. Hij had de champagne al warm gezet tegen de verwarming, en legde er toch even de nadruk op dat het champieter van de wereldwinkel was, en wou dat ook even als punt zien op de volgende vergadering. Ik ben dan maar rap even gaan proeven, en ik moet zeggen dat hij niet slecht was. Naar het schijnt ook veel goedkoper, dus kan dat ook de reden zijn waarom ons water uit Wallonië komt hé. Guy Depraetere nam ook nog even het woord voor zijn partij, en ook hij had het over een stevige oppositie in het belang van de Lierdenaar. Awel, in feite moet ne mens maar juist de rode draad onthouden in een verhaal, en dit zonder naar één partij te willen wijzen hé. Elke partij had het over een beleid voor en in het belang van de Lierdenaar. Dus kan ik maar besluiten dat iedereen zich zal inzetten voor onze landelijke gemeente (dorpen) en de mensen die er wonen. Allé, we hebben blijkbaar goed gekozen, want iedereen is akkoord. In feite zitten we nu de volgende zes jaar met twee partijen hé. Aan de ene kant het gemeentebestuur die moet presteren, en aan de andere kant de Lierdenaar die er moet opletten of ze presteren. Och we moeten het ons niet te moeilijk maken, want iedereen heeft zo zijn wensen, en met meer dan 6000 inwoners weten we ook wel dat het niet mogelijk is om alles op zes jaar volgens de wens van ieder van ons te laten verlopen. Als iedereen zijn steentje bijdraagt, dan komt het zeker in orde. Ja, ook de Lierdenaar kan zijn steentje bijdragen hoor, allé ik neem maar een voorbeeld. Men zou bv zijn steengruis naar het containerpark kunnen brengen, in plaats van het hier beneden in de gracht of het veld te deponeren hé. Ja, het nieuwe containerpark opent bijna zijn deuren, en dan komt het zeker in orde. Maar allé, ondertussen was het al laat geworden op het gemeentehuis, en was het tijd om daar de deuren te sluiten. Ik reed dan via de kartuizerpoort naar huis, en daar aan de kerk sta ik daar om middernacht toch wel in een file zekerst! Ja, ik weet wel dat het niet de rechtstreekse weg naar Deftinge was, maar ik wou genieten van de nachtelijke stilte van onze dorpen hé. Amai mijne frak, dat was daar in een café aan de kerk nog vollen bak! Naar het schijnt was het daar om de eerste werkdag te vieren. Awel ik moet zeggen dat Lierde leeft, en dat ze op geen werkuur kijken hoor. Nee nee, ze waren daar nog duchtig aan het vergaderen, en ik ben dan ook maar wat gaan werken hé.
Als een mens zo eens in t straat loopt, en hij komt toevallig iemand tegen, dan moet ge toch weten over wat te klappen hé. Meestal begint het met de vraag en hoe is t nog met u, om dan meestal te eindigen over het weer. Ja, dat zijn de grote klassiekers in de straatgesprekken als er geen verkiezingen zijn. Awel, de laatste tijd kunnen we potverdekke elke dag over het weer klappen. Och er is wel altijd kritiek te geven hoor! Vandaag is het te warm, en morgen te koud. De aarde warmt op, en daar gaan we de fout rap bij een ander leggen om zeker niet in een slecht daglicht te komen, want ge weet maar nooit dat ge tegen ne groene aan het klappen bent. We hebben de zomer kunnen rekken tot in december, en dan is het nog niet goed. Vroeger zaten de mensen te klagen van hun stookkosten, en dat hun lippen aan het slot van de wagen gevroren waren tijdens een poging om alles te ontdooien. Ja dat waren nog eens winters, waar is den tijd, dat in 1986 mijn varken dood vroor. Ja ja, chauffeurke had ooit een varken om vet te mesten, maar het was al ingevroren voor ik het had kunnen slachten. Ik had mijn varken Markies Léon Charles genoemd, om toch iets van adel in huis te hebben, en vooral naar mijne chef die ik zo goed afkon. Maar tijdens de winter van 86 had het niet alleen blauw bloed zoals de adel het wil, maar zagen ook de varkenspoten en zijne krulstaart blauw. Naar het schijnt zijn de seizoenen aan het opschuiven, en begint de wereld vierkant te draaien. Allé, neem nu de laatste stormen! Op zee een 12 beaufort gemeten, wat gelijkstaat met orkaankracht, en in het binnenland kwamen we ook aan 9 beaufort. Ja, de storm raasde over onze kleine dorpen! De bronzen manen van den dikke van sesjans wapperden als wimpels, en op de watermolenbeek sloegen de golven bijna tegen de brug. De storm gebruikte sommige dorpen als muziekinstrument, en floot zo een paar deuntjes door de kartuizerpoort in St-Martens-Lierde. En de hanen op de kerktorens, konden niet rap genoeg hun gat draaien om te zien vanwaar de wind nu juist kwam. Ja, naar het schijnt zou het één van de zwaardere stormen geweest zijn, die onze contreien te verduren kregen. En als de storm dan gaat liggen, dan komt de mens terug naar buiten. Eerst om de schade op te nemen, en daarna het gesprek over het weer aan te gaan met één of andere passant. Zelfs dat is tegenwoordig een soort competitie geworden. De één wil niet onderdoen voor de andere hé. Als er drie dakpannen afgewaaid zijn, dan is het best van te klappen over een half dak. Dat klinkt erger, en tegen dat het verhaal de ronde van het dorp gedaan heeft, zit ge dakloos volgens de laatste vertellers. Ondertussen staan onze monumenten al eeuwen de weergoden te trotseren, en is het klappertanden van de dakpannen op één of andere schuur de normaalste zaak. Lierde ligt er nu éénmaal landelijk bij, en de mens kan niet anders dan de weergoden toe te laten hé. Hier iets verder in de kouter hebben ze met de oogst een modern monument neergezet. Een metershoge constructie van hooi of stro, en dat hebben ze schoon ingepakt in plastiekfolie. Ik dacht eerst dat het S.M.A.K hier een nieuwe tentoonstellingsruimte had geopend, of dat Lierde uitgeroepen was tot cultuurdorp van het jaar, maar nee, het is doodgewoon een manier van de oogst op te slaan. Awel, met de laatste storm is de plastiek losgekomen, en ziet ge van ver dat er beweging in het kunstwerk zit. Het is soms eigenaardig, hoe oude constructies stand houden tijdens zware stormen, daar waar de nieuwe al vlug een paar pluimen verliezen. En over pluimen gesproken, mijn kiekenkot staat ook nog recht! Ja, ik moet zeggen dat mijne pa ook steeds werkt met oude materialen, en op een ambachtelijke manier hé. Ja, waar is den tijd van vroeger hé. We zitten nu wel te klappen over dienen storm, maar met dubbel glas en een perfecte isolatie is daar niet veel meer van te merken. Vroeger moest het zelfs niet stormen! Nee, dan lag ik in mijn bedde dood van schrik te luisteren hoe de wind zijn deuntjes floot tussen de kieren van deur of raam. En in de gang voelde je zelfs hoe de koelte op je schouders viel, en hoe de wind door je haren blies door de dakpannen van de zolder. Er was zelfs een jaar, dat er op onze zolder sneeuw lag, omdat de stofsneeuw gewoon onder de dakpannen werd geblazen. s Morgens waren er op mijn kamerraam mooie ijstekeningen te zien, en onderaan schreef ik dan mijn naam alsof ikzelf de kunstenaar was. Buiten kraakte het gras onder je voeten, en in een zinken emmer stond een grote klomp ijs. En daar waar we vroeger water dronken van de pomp, daar was het dan tevergeefs pompen, want alles was bevroren. Ja, zelfs in de stal stonden de glazen flessen met een ijslaag. Och de weergoden geven mij de kans om eens terug te blikken naar vroeger, en dat is een enorme waarde. Of het weer door de jaren veranderd is, of dat het plots unieke weersverschijningen zijn zou ik niet durven zeggen. Als ik vroeger mijnen bompa hoorde praten, werd er niet gezegd dat het weer aan het veranderen was, en was het dan eens een jaar van extremen, dan moest de mens er maar tegen kunnen. In de zomer stonden de boeren ook onder de brandende zon te oogsten. De jonge gasten kwamen helpen in hun bloot vel, om s avonds met een rode rug aan tafel in een dikke boterham te bijten. Maar de echte boeren hielden hun hemd aan, en na een paar sikkelslagen veegden ze hun zweet aan de mouw van hetzelfde hemd. In de winter deden ze een paar scheppen kolen op de stoof, en af en toe staken ze hun voeten tegen de stoof tot hun kousen begonnen te dampen. Ze lieten de stoof uitbranden, en kropen ingeduffeld of met een warme waterkruik in het bed. En ondertussen gierde de wind tussen de spleten, en maakte kunstenaar winter zijn ijstekeningen. Ja, waar is den tijd. Vandaag giert de wind wel, maar de ijstekeningen blijven achterwege. t Is zelfs wreed warm voor de tijd van het jaar. Ja, het is al een paar jaar op rij, dat we een weersverandering zien, maar of daarom alles gaat veranderen? De geleerden praten over het weer in termen die we niet altijd verstaan, en als we dan al eens iets verstaanbaar opgevangen hebben, dan is het om schrik van te krijgen. Ja, de vraag is wat we nu juist willen hé. De mensen willen een warme zomer, en trekken zelfs naar de heetste landen op vakantie. Anderen kunnen dan weer niet tegen de warmte, en zitten een ganse zomer onder de parasol. Sommigen willen een echte winter, met een witte kerst en bevroren meren waar ze de schaatsen kunnen onderbinden. En anderen houden niet van de kou, en willen de stookkosten beperken, en kijken telkens uit naar een zachte winter. Voila, hier zitten we weer met het probleem dat we telkens ontmoeten bij de mens. Goed doen voor iedereen is onmogelijk, en daarom zullen de weergoden zelf af en toe aanpassingen doen zekerst. Och het weer is altijd een wreed spel geweest in de volksmond, gewoon omdat iedereen het anders aanvoelt hé. Ik zou zeggen, laat de zon schijnen voor iedereen, en het mag af en toe ook eens waaien. Nee, over het weer moeten we in Lierde zeker geen spel maken! Integendeel, Lierde heeft zijn eigen spel. Ja, t spelleke van Lierde doet het ook af en toe eens stormen, met lachbuien tijdens het jaaroverzicht. Wedden dat er daar in Molierde zal gezweet worden tijdens de storm!
Toen ik onlangs bij den beenhouwer stond te wachten, trekt er daar ineens ne kleinen aan mijn mouw.
-Dag chauffeurke, ik moet u eens iets vragen.
-Euh jamaar voor gekapt en trippen moet ge bij die madam achter den toog zijn hé.
-Nee nee, mijn mama leest elke avond één van uw schrijfsels voor als ik ga slapen, maar ik kan daar geen oog van toedoen.
-Ja manneken, dat is serieuze zever, en dat is normaal dat ge daar niet kunt van slapen hé.
-Maar zou ge dan voor ene keer geen sprookje willen schrijven chauffeurke, want er zijn waarschijnlijk nog kindjes die van sprookjes houden in Lierde en omstreken hé.
-Ja manneken, sprookjes dat zuigt ge zomaar niet uit uwen duim hé, maar ik zal eens zien wat ik kan doen.
Ja, ik kan nooit nee zeggen, en om dienen kleine snotter zijn nachtrust te gunnen die heb ik dan maar een sprookje geschreven hé.
Och misschien houden volwassenen ook wel van sprookjes, en slapen ze er ook beter van.
Vaak gaan sprookjes over prinsen of kabouters, en dus moest ik even mijn fantasie laten werken om het geloofwaardig te brengen hé.
Euh wat ik ook nog moet melden, iedere gelijkenis met bestaande personen is louter toeval.
Er was eens lang geleden, een wreed schoon en groot kasteel.
En in dat grote kasteel, woonden een koning en een koningin met hun drie kinderen
Twee prinsen en een prinses liepen er in de lange gangen, en speelden en ravotten in het grote park.
Maar in feite waren ze afgesloten van de buitenwereld, en vaak stonden ze te kijken op de grote muur die het park omringde.
Het was de grens met de buitenwereld, waar andere kinderen speelden.
Soms maakten de koning en de koningin zich ongerust dat hun kinderen moesten opgroeien in een andere wereld.
Ja, als prins en prinses, moet je natuurlijk met schoner en groter speelgoed spelen, want anders kan je evengoed een gewoon kind zijn .
En hier in het grote kasteel was het niet anders!
Ze picknickten op een groot laken, in de schaduw van de serres en de hoge bomen.
Maar af en toe gingen de prinsen en de prinses ook op bezoek bij een tante en een nonkel in een ander groot kasteel, en daar was de opvoeding veel strenger.
Tante Fabi at een Ola ijsje, terwijl nonkel Bou de wijn dronk.
Prins Lo Rent zat hem daar te vervelen voor de open haard, en was aan het wegdromen naar later.
Hij droomde van schone autos en motos, en van mooie prinsessen die een boontje voor hem hadden.
Maar de prins stond niet echt stil, dat een prinselijk leven alleen tussen de muren van een groot kasteel kon, en dat eens er buiten, moest betaald worden zoals ieder van ons.
Het leek allemaal zo gewoon, en dus groeiden ze op als echte prinsen en prinses.
Voor het slapengaan, ging het zoals bij de gewone kinderen, hoewel zij wel telkens iets speciaals kregen.
Zo kreeg de prinses elke avond een rood kruisje voor het slapengaan en kwamen ze bij prins Flup een sprookje lezen over koningskinderen, waarop deze telkens riep, pa hola kik wil konink wort.
Toen ze bij prins Lo-Rent aan zijn bedde kwamen, lag deze telkens al te ronken, en was hij al ver in prinsenland.
Maar zoals alle kinderen, groeiden ook de prinsen en de prinses, en na enige tijd volgden ze de weg van de sprookjes die hun vroeger werden voorgelezen.
De prinses volgde de weg van het rode kruisje op haar voorhoofd, kreeg vele kinderen en leefde lang en gelukkig.
Prins Flup kreeg ook een sprookjeshuwelijk, en ook hij vulde de leegstaande wiegjes, waarna hij nog telkens riep kik wil konink wort.
Prins Lo-Rent, dat was een ander paar mouwen, want nu iedereen het kasteel uit was, bleef hij eenzaam en verlaten achter.
Het was in die eenzaamheid dat hij soms verdwaalde in de lange gangen, en dat hij droomde van een gewoon leven zoals zijn broer en zuster.
Maar niet getreurd, op een dag kreeg de prins een peperkoeken villaatje voor zijne verjaardag, met lanen zo ver als hij maar kon turen.
De prins leerde al vlug op eigen benen staan, en wist wel van wanten.
Zo ging hij elk jaar met Driekoningen zijn dotatie bij elkaar zingen voor nen nieuwe hoed, maar omdat hij geen hoeden droeg, kon hij dus het geld besteden aan andere zaken hé.
Prinsen op een wit paard waren al lang uit de mode, en dus kocht hij maar een wagen zoals iedereen.
Om de eenzaamheid te breken, ging de prins af en toe eens naar een bal, en daar kreeg hij op een dag een glazen muiltje.
Potverdekke, de prins was zo blij, vooral omdat hij het volledige paar had gekregen, en dat er zijn toekomstige prinses inzat.
De prins hield er niet van om in de schijnwerpers te staan, en toch was het juist bij hem dat de fotografen dagenlang stonden te flitsen, zodanig dat de suiker van zijn poort al gaan smelten was.
Maar ook hij kon zich niet blijven verschuilen, en dus moest hij ook wel trouwen zoals een prins.
Jaren had hij in het donker van de eenzaamheid moeten leven, maar vandaag zag hij eindelijk Clair.
De jaren gingen voorbij, en elke dag knabbelden ze een beetje van het peperkoeken huisje.
Toen ook zij twee kleine prinsesjes kregen, riep de prins al op voorhand tegen de fotografen, ge moet ze niet komen trekken, want t zijn toch twee lelijke
In feite was het een noodkreet uit zijn kinderjaren, en wou hij de pers op afstand houden, om de prinsesjes niet te overbelasten.
Dag na dag, ging het leven voorbij, en de prins besefte maar al te goed dat het leven niet zo prinselijk was als in zijn leven.
Met een paar monden meer, waren de binnenmuren van het peperkoeken villaatje al vlug kaal geknabbeld, en met een paar speculaasdakpannen minder was het ook wreed aan het tochten in de slaapkamers.
Ja, zo een villa is nu éénmaal geen paleis, en omdat het in feite een geschenk was, kon de prins er zelf ook niet teveel gesuikerde verbouwingen aan doen.
Maar een geluk komt soms met een ongeluk, en op een dag waren de vijvers van Tervuren zodanig overstroomd, dat de boten van de marine tot voor de prins zijnen villa kwamen varen.
Potverdekke dat was nog eens een geluk zie!
Uit dankbaarheid, omdat de kapitein zijn schip met het slechte weer in de garage van de prins mocht parkeren, zou hij daar rap eens wat speculaas en peperkoek leveren om een paar herstellingen uit te voeren.
Ja, het klonk zoet in de oren, en de prins stond er niet echt bij stil, dat het in feite peperkoek en speculaas was voor de gewone mensen.
Het peperkoeken huisje zag er al vlug terug netjes uit.
Maar toen op een dag, Sinterklaas vroeg waar zijnen speculaas gebleven was dat op het schip lag, dan gingen de zwarte pieten pas echt aan het dansen.
Jawadde zeg azo nen ambras dat het daar was.
De kapitein gaf zelfs de prins de schuld, en vertelde dat hij zelf gene speculaas at, want dat hij er buikpijn van kreeg.
Daar zat de prins dan voor de zoveelste maal als zwart schaap, en kon niet anders dan zich beschaamd af te sluiten van de buitenwereld.
Ja, de prins heeft het al lang begrepen,dat prins zijn, alleen kan in een paleis met hoge muren rond.
Maar hoe moet het nu verder?
De prins durft zelfs geen Driekoningen meer te gaan zingen voor zijn dotatie.
En toen kwam er een varken met een lange staart, en was het prinselijke leven niets meer waard.
Moraal van het verhaal:
Ik heb vroeger ook vaak gedroomd van speculaas en prinsessen, en ik heb er rotte tanden aan overgehouden en dotatiegeld betaald voor de prinses.
Het komt er dan op aan, van eens van iets anders te dromen, en je zal zien dat elke droom anders is, vooral deze van de realiteit.
Mensen kunnen een prinselijk leven hebben, maar of prinsen een menselijk leven kunnen hebben ?