De vriesman komt,
November bracht ook dit jaar de vriesman mee.
Ja, het was op een morgen dat hij op het raam van mijn slaapkamer een mooi winterlandschap had getekend.
In samenwerking met de condensatie had hij schone witte sterren en strepen op het raam gezet.
Toen ik uit mijn bed sprong liet hij mij voelen dat het menens was want mijn voeten stonden te trappelen op de koude ondergrond.
Het was even aanpassen voor mijn lichaam en dus trok ik de kraag van mijn pyjama wat hoger.
Na het ochtendritueel van scheer en wasbeurt haastte ik mij naar buiten om de schoonheid van het vrieslandschap te bewonderen.
Ja, het heeft iets speciaals als plots alles wit geverfd is.
Tussen de siergrassen was zelfs het spinnenweb volledig wit.
Daar waar de spin haar verblijfplaats zoveel mogelijk verborgen houd waren de fijne draadjes nu aangedikt met witte parels.
Prachtig hoe de architectuur van zo een klein beestje nu plots in de schijnwerpers staat van een rood opkomende zon.
Geleidelijk bracht de novemberzon een oranje gloed over het vrieslandschap en dat gaf er nog een extra tintje aan.
Ik haalde even diep adem en bij het uitademen zag ik mijn adem als warme wolk mijn mond verlaten.
Het is ook één van de kenmerken dat ons lichaam uit tegenover de vriesman.
Al blazend stapte ik even tussen de velden en ik genoot van alles wat de vriesman had getekend die nacht.
Eén van de velden was volledig wit gekleurd en af en toe zag men een paar bruine klompen aarde steken waar het oneffen lag.
Een mannetjes fazant liep er te paraderen met zijne schone frak aan alsof hij hier de laatste nieuwe wintermode kwam tonen.
Toen ik te dicht in zijn buurt kwam liep hij een paar meters om daarna met enkele vleugelslagen op te stijgen en zich te laten zweven tot aan het volgende veld.
In de schijn van de zonnestralen was het een prachtig contrast.
Ook de donkergroene velden met wintervoer voor de beesten hadden een lichtere tint gekregen.
Druppels lagen als parels op de bladeren en ondiepe plassen waren omgetoverd tot spiegels.
Zoals in de tijd dat ik nog een snotter van twee keer niks was zette ik ook nu mijn voet op het zwakke ijs om te zien hoe hard het gevroren had.
Blijkbaar niet veel in verhouding met al dat wit want mijn voet schoot door het pelletje ijs.
Daar lag de ijsspiegel nu gebroken zoals ik ze ook brak in mijn kinderjaren.
Sommige waren niet te breken als het hard gevroren had!
Soms stonden we er met vrienden op te springen of gooiden we er stenen op.
Niet dat we de natuurspiegels wilden breken, maar het hoorde nu eenmaal bij het opgroeien in de winterperiode van al die jonge snotters.
Ook de boomgaard stond nu in een oranje schijnwerper met een fel contrast van maagdelijk wit tegenover een schaduwplaats waar de bomen met kale takken als armen in de lucht stonden.
In al mijn fantasie kreeg elk voorwerp een andere gedaante en toverde ik als in mijn jonge jaren het stijf bevroren landschap tot leven.
Mijn kiekens schreven dan weer met hanenpoten hun verhaal op de harde ondergrond en de kanaries waren al aan het oefenen om white christmas te fluiten.
De vissen lagen stil alsof ze het gevoel hadden te worden ingesloten onder een dak van doorzichtig ijs, hoewel aan de kleine waterval het water bleef stromen en zo de ijsvorming onmogelijk maakte.
Het is eigenaardig hoe de vriesman mij details voor ogen brengt waar ik anders geen oog voor heb.
Misschien omdat alles plots een andere aanblik krijgt en de mens de overstap moet maken van seizoen naar seizoen.
De schouwen spuwen hun rook naar buiten en witte of grijze slierten tekenen zich grillig tegen blauwe hemelen.
Je kunt zelfs ruiken waar er hout wordt gebrand en dat heeft zo zijn charmes.
Ik krijg dan vaak een open haard voor ogen met een schapenvel ervoor waar ik mijn wildste verhalen laat op rusten.
Verhalen uit mijn kinderjaren waar we ook op koude dagen buiten gingen spelen en waar tv of spelconsole maar toekomstmuziek was.
Vandaag staan ze in de kamers van onze jeugd die niet meer omkijken naar winterlandschappen en hun duimen opwarmen op de toetsen van het computerklavier of de afstandsbediening.
En ik
ik breng even mijn handen voor mijn mond om ze warm te blazen.
Ik stamp met mijn voeten op de grond en mijn armen slaan als vleugels om mijn lijf alsof ik zelf boven het winterlandschap zou willen vliegen.
Boven mij tekent ondertussen een vliegtuig geruisloos witte strepen die na enige tijd ook oranje gaan kleuren.
Waarschijnlijk op weg naar warmere oorden ver van de wit gevroren velden en akkers van ons prachtige Lierde.
Ik stap, ik spring en loop een paar meters zoals vroeger om warm te krijgen tot zelfs mijn pull-over precies gaat roken omdat mijn lichaamstemperatuur ontsnapt.
En terug thuis stap ik nog even het gazon in waar het witte gras onder mijn zolen kraakt en waar elke afdruk een verhaal is.
Achter mij liggen mijn donkergroene afdrukken en zoals in mijn kinderjaren verander ik soms van richting om een gazontekening te maken en waan ik mij een artiest.
Straks ontdooit het landschap en zal ook mijn schilderij verdwenen zijn.
Mijn raam kan ik momenteel nog als lei gebruiken en met mijn nagel probeer ik er een gedicht op te schrijven.
De vriesman,
Nagels krassen ijzig
rillingen op mijn rug
letters als parels
op bevroren regels
blauwe vingers
zullen straks ontdooien
waar woorden huilen
als tranen over het raam.
Straks is alles weer verdwenen en zal het wachten zijn tot de volgende vriesman komt.
Parels van ijs zullen terug tranen worden en langzaam het landschap vullen met herinneringen.
En ik
ik verwarm mij vandaag aan de herinneringen van mijn Lierde van vroeger.
Groetjes chauffeurke
|