Hello evrybody
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Toen we op dag zes uit bed stapten was het alsof we op een strijkplank gebonden lagen.
Ja, zo stijf voelde mijn lichaam en vooral mijn kuiten deden mij aan de wandeldag van gisteren denken.
Een wandeling van meer dan zes uur blijft nog wat nazinderen en met een paar uurtjes slaap is dit niet zomaar verdwenen.
Op weg achter de krant en koffiekoeken woog de kleinste helling door en het ergste was dat er daar geen kleine hellingen waren maar dat het zelfs tot bij de bakker steil bergaf ging om daarna terug te moeten klimmen.
Mijn kuiten lieten mij alvast weten dat we het vandaag wat kalmer aan zouden mogen doen en ook mijn lief en de jongste snotter waren volmondig akkoord.
We besloten dan maar om ons eens te laten zakken tot in La Chambre aan de voet van de Col de La Madeleine.
Onderweg waren vele fietsers terug bezig de beklimming aan te gaan en soms vroegen we ons af wat een mens er nu toe aanzet om zo een inspanningen te leveren bij zo een warm weer.
20km klimmen waar het lichaam zich in alle bochten moet wringen en waar de kuiten gespierd zitten te vloeken bij een mens die het verstand op nul probeert te zetten om toch de top te halen.
Och
hoe was ik zelf dacht ik toen ik zelf nog in de sport zat en elke uitdaging wou aangaan.
Langs de kronkelende weg duurde het ongeveer een half uur om beneden te raken en dan stelden we ons de vraag hoelang een beklimming met de fiets wel zou duren.
Eens we beneden waren was het juist markt in La Chambre maar veel stelde dat niet voor en er was zelfs geen vergelijk met de markt in Annecy.
Vijf of zes kraampje en meer stond er niet.
We slenterden dus maar wat rond in de voornaamste straat waar ook een parking lag waar de fietsers hun wagen konden achterlaten om van hier direct aan de col te beginnen.
Iets verder in de straat zagen we een reclamebord tegen een gevel hangen van een coöperatieve die kaas maakte en op de deur konden we lezen dat de kaasmakerij ook te bezoeken was.
We staken dus maar eens ons licht op maar het bezoek was juist voorbij en dus waren we te laat.
De dame wist ons wel te vertellen dat er elke dag bezoeken waren en dus namen we maar een afspraak voor de volgende maandag.
Om 9u30 moesten we in de winkel staan die een heerlijk aroma verspreidde van verschillende soorten kazen.
Buiten een paar oude huizen was er in La Chambre niet veel te ontdekken of we zouden er moeten aan voorbijgelopen zijn.
We slenterden dus maar wat in de kleine straatjes waar we langs een kerkhof liepen en waar de salamanders op de witte muur zaten te zonnen.
Tegen de middag gingen we ons dan maar op een terras zetten van een hotel dat gespecialiseerd was om fietsers en motorrijders te logeren.
Ja ook de motoren zoefden hier met honderden door de streek en in mijn binnenste hoopte ik van ook mijn motor nog eens tot hier te krijgen om de verschillende cols te doen wat dit moet wel een heel leuke ervaring zijn.
Tijdens onze wandeling hadden we gemerkt dat we via een andere kant ook terug naar St-Francois konden rijden en om eens iets anders te zien besloten we dan maar om die weg te nemen.
Zoals meestal begon ook deze weg tussen een paar huizen en was dus breed genoeg om twee wagen naast elkaar te laten passeren maar na een paar bochten ging de weg over naar een steil pad dat als een dakgoot tegen de berg hing.
Mijn lief neep de rest van de armleuning stuk en telkens ik vroeg of ze het mooie landschap had gezien riep ze met haar ogen toe dat ik voor mij moest rijden en vooral niet te rap en zeker niet tegen de afgrond.
Ja, en terwijl ik niet te rap mocht rijden wou ze dan zo rap mogelijk dat pad verlaten
vrouwen hé.
In Montgellafrey een klein bergdorpje tegen de wand van de berg hielden we nog even halt om een paar fotos te trekken en ook hier hadden de 15 huizen een kerk en een gemeentehuis.
Toen we nog iets verder reden verbreedde de weg terug en besloten we om nog even te stoppen en de benen wat te strekken.
Ja, als ge zo 15km met de billen dichtgeknepen zit van de hoogtevrees kan dat wreed deugd doen hé.
Maar de kuiten lieten mij toch nog aan de dag voordien denken en dus hielden we het rustig.
Op zeker moment zagen we een pijl staan naar een bergmeertje en we zouden het zeker eens opzoeken op de kaart om het later op de week te gaan verkennen.
Wat ons hier op deze korte wandeling opviel waren de verschillende soorten vlinders.
Soorten die ik nog nooit had gezien en waar ik me afvroeg of het wel vlinders waren en of we soms geen nieuwe soort hadden ontdekt.
Eens terug aan de wagen besloten we van terug naar het appartement te rijden en na het koken wat te kaarten en te scrabbelen.
Zo trokken we rustig de avond in waar de nacht een zwart deken over de toppen hulde en waar de bergdorpjes hun lichten als glinsterende ogen liet schijnen.
Dorpjes die wel tien kilometer verder lagen kon je zo ontdekken in de nacht.
Maar ook de hemel had heel wat te bieden.
De sterren hingen er te flikkeren tegen een pikzwarte achtergrond alsof ze allemaal op de afspraak waren.
Zo trokken wij naar bed om onze ogen te sluiten en in het donker te reizen naar de volgende morgen met de vraag wat de volgende dag zou brengen.
Er was hier nog zoveel te ontdekken en te bewonderen dat we soms gehaast waren om in slaap te vallen en dus met een trein vroeger aan te komen de volgende morgen.
Ja, dag zes verliep alvast veel rustiger en zo mocht er ook wel eentje tussen zitten.
Groetjes chauffeurke
|