Hello evrybody
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Op dag 11 waren we nogal vroeg op en de dag zou zich heel warm aankondigen.
Zoals elke morgen liep ik achter brood en krant en bij het ontbijt namen we de wandelkaart om onze benen nog eens te folteren.
We geraakten er niet echt uit en met onze vingers volgden we een paar wandelingen waaronder één die met een rode lijn was aangeduid en ondertussen wisten we maar al te goed wat rood betekende.
De laatste rode wandeling had ons doen afzien dat we niet direct geneigd waren om ons nog te laten vangen.
Maar toch leek het eindpunt interessant want er lag een bergmeer en dat zou waarschijnlijk wel terug wat leuke en mooie beelden opleveren.
De wandeling was in tijd vermeld en een goede wandelaar zou er ongeveer 2u15 over doen om het hoogteverschil te overwinnen.
Op de kaart hadden we ontdekt dat men er ook via de weg kon geraken en dus dacht ik dat het beter was op het asvalt te stappen dan over die onverharde wegen te klimmen.
Ja, ne mens moet zijn lief een beetje sparen dacht ik en dus begonnen we voor de zon hoog aan de hemel stond aan de wandeling.
Rustig liep de weg naar beneden en bocht na bocht verdween St-Francois in de verte.
We genoten van het landschap en van de bloemen en vlinders en vooral van de onverwachte zaken zoals plots een paar Arenden die hoog boven onze hoofden vlogen.
Ze waren nog heel ver van ons verwijderd maar aan de grootte van hun vleugels te zien kon het zeker geen bergmus of zelfs geen valk zijn.
Ook de kleine houten huisjes op de rand van de afgrond leken ons speciaal en zo stapten we van ontdekking naar ontdekking en vooral kilometer na kilometer zonder er erg in te hebben dat we in feite nog ver van ons doel waren.
Het was rond de middag dat we een bank vonden en even het flesje water aan onze lippen zetten en tevens een stuk brood aten.
We namen nog even de kaart ter hand en het bleek dat de weg zodanig kronkelde dat alles wat we naar beneden waren gestapt straks dubbel zoveel bergop zou gaan.
Bocht na bocht begonnen we ons vragen te stellen en op zeker moment dachten we zelfs te liften.
De weg werd steiler en zelfs op de baan leek het niet evident om vlot naar boven te stappen.
Het lichaam voorrover gebogen met de zweetdruppels die voor onze voeten vielen.
Telkens probeerde ik mijn lief en de jongste snotter moed in te spreken door te zeggen dat het via het onverharde pad nog slechter zou geweest zijn maar echt oren hadden ze er niet naar en toen we al bijna dubbel zover hadden gestapt dan dat de wandeling via de rode lijn had aangeduid kwamen we aan een waterreservoir waar we ons even konden verfrissen en waar er daar ne slimme een bordje gehangen had met de bewegwijzering dat het meer nog op 5km lag.
Nu zonk de moed zeker in onze oververhitte schoenen en teruggaan was ook geen oplossing.
Zelfs toen we op zeker moment de weg konden afsnijden leek het nog moeilijker dan de vorige dagen.
We hadden ons niet alleen laten vangen aan de afstand maar blijkbaar ook aan de moeilijkheidsgraad.
Een wandeling die was aangeduid met 2u15 hadden wij er niet minder dan 4u voor nodig om ze via de weg af te leggen die veel langer bleek te zijn.
Het laatste stuk was afzien en ik voelde mee met mijn lief want we waren niet ver van de uitputting beland.
Ik zat vooral met de vraag hoe we zouden terugraken want via de weg zou het ons nog eens meer dan 4u kosten en dat zag niemand zitten.
Zouden we het wagen te vragen of er iemand van aan het meer terug zou rijden naar St-Francois?
Nadat we een paar ruïnes waren voorbijgelopen die vroeger huizen bleken te zijn stelden we ons opnieuw de vraag wie er nu in godsnaam in zo een verlaten gat komt wonen.
En het was niet alleen vroeger zo maar ook nog vandaag vonden we op onze weg nieuwgebouwde chalets.
Na een steile klim kwamen we aan het meer waar we ons op grote platte stenen gingen zetten om op adem te komen en hoe meer ik op adem kwam hoe meer ik dacht dat we niet te lang moesten treuzelen indien we te voet zouden terugkeren want wie weet hoelang we er nog zouden overdoen.
Het meer weerspiegelde de bergen en het omliggende landschap en gaf een rustig gevoel.
Niet echt groot en in de kleine waterspiegel zag je een blauwe lucht zonder wolken maar met een brandende zon.
Maar telkens we naar het water keken stelden we ons ook de vraag hoe de terugweg zou zijn.
We waren niet alleen, er waren nog een paar mensen naar het meer gekomen maar blijkbaar hadden ze minder afgezien want de meeste waren met de wagen tot hier gereden.
Ja, hadden we nu maar een wagen dacht ik nog bij mezelf.
Na een korte stop besloten we dan maar verder te trekken en het risico te lopen van via het rode pad terug te keren en de weg achter ons te laten.
Ongelooflijk maar waar, het pad ging in feite in dalende tred en het viel nogal mee hoewel onze voeten en benen als oververhit konden beschouwd worden.
Via een klein pad baanden we ons een weg door het bos en daar kwamen we mierennesten tegen zoals we ze nog nooit hadden gezien.
Soms met vijf zes naast elkaar en wel 1m50 hoog en ongeveer 2m breed.
De passie van mijn zoon en hij wist zelfs uit te leggen dat de nesten nog dieper onder de grond zaten en verdeeld waren in werkers en soldaten en dat in één van de nesten de koningin zat.
Miljoenen rode mieren sleurden hier met takjes en dennennaalden en als je te lang ter plaatse bleef kropen ze via je schoenen tussen het beenhaar naar de broekspijpen van de short waarna het springen en lopen was.
Stap na stap begon het door te wegen en ik denk dat het één van de zwaarste wandelingen van ons verblijf was.
Na meer dan 6u wandelen kwamen we terug aan in ons appartement en wou ik nog eens lachen door te vragen of we morgen de wandeling in omgekeerde richting zouden doen maar blijkbaar kwam de humor niet over en besloten we maar om te douchen en de avond al kaarten door te brengen waarna we als drie rotsblokken in slaap vielen.
Ja, we wisten nu al dat het de volgende dag veel kalmer zou worden en dat we geen rode of zwarte wandeling zouden kiezen maar eerder een plaats waar we konden rusten en op adem komen.
Maar toch waren we blij dat we een prestatie hadden neergezet en hoewel alles in tijd wordt uitgedrukt stel ik mij vandaag nog de vraag hoeveel kilometers we daar hebben gelopen want dat was zeker niet min.
Ja, het hoort bij het avontuur en dus hoorde je ons de volgende uren niet meer klagen en kwamen we op krachten met de sauccisons en de witte wijn.
Groetjes chauffeurke
|