Hello evrybody
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Toen we op dag 14 onze ogen openden schoof het daglicht al door het gordijn en bij het openen van deze lachte de zonbeschenen berg ons terug toe.
En toch was dag 14 anders dan de andere dagen omdat het onze laatste dag van de vakantie was.
Morgen zouden we vroeg vertrekken en dus moesten we er vandaag nog het beste van maken.
Och
en waarom geen laatste wandeling maken?
De andere zijde van de Col De La Madeleine was ons nog onbekend buiten de zware wandeling die we dan liftloos hadden moeten doorbrengen.
Maar hier dachten we eerder met de wagen de Col over te rijden tot het eerste dorpje en vandaar een wandeling te starten.
We reden de kam van de 2000m over en lieten ons zakken naar het eerste dorpje dat Cellier noemde.
Een tiental huizen schatte ik waar een kleine kapel aan de ingang van de straat stond en veel meer was er niet want er was maar één straat.
Voor we de wandeling zouden aanvatten zouden we de straat even doorwandelen en toen we tegen elkaar terug bezig waren over leven als God in Frankrijk en over hoe rustig het hier wel was en over hoe we het hier zouden hebben (want we zagen ons daar al wonen) wil het toch wel lukken dat we een huis tegenkomen dat te koop staat.
Redelijk groot met een schuur die zeker kon omgebouwd worden tot tweede woonst.
En wij maar dromen terwijl we terug naar de weg liepen om onze wandeling aan te vatten.
Waar we zouden wandelen was nog onbekend en dus besloten we maar om de weg naar beneden te volgen en zo belandden we in het tweede stuk van Cellier.
Ja, zoals veel kleine gehuchten had je Cellier boven en Cellier beneden.
Op zeker moment namen we een pad en liepen over een onverhard pad.
Na een half uur stappen kwamen we terug op een kleine plaats dat je zelfs geen dorp of gehucht kon noemen van zo klein dat het was.
Een paar huizen, meer niet.
En nog een half uur verder terug hetzelfde beeld.
Veel verder zouden we ons niet wagen en dus besloten we terug naar boven te klimmen met fototoestel in aanslag.
Zo liepen we terug door via de paar huizen waar we al doorgelopen waren en voor een deur zat een oude man.
Ja, waarom geen gesprek aangaan?
Het eenvoudigste is van de mensen hier een compliment te maken en te beginnen door te zeggen dat ze op een prachtige plaats wonen.
Veel impact had het niet op de man die hier al meer dan 70 jaar woonde.
Maar toch gaf hij graag antwoordt op onze vragen.
Zo kwamen we te weten dat wat in onze ogen een paradijs leek voor hem de normaalste zaak was.
Niet meer dan een paar huizen waar ook de lente komt en waar de zomer schijnt.
Een plek waar de herfst de bladeren kleurt en waar de winter een sneeuwtapijt van soms 3 meter voor zijn deur legt.
Ja, je moet begrijpen dat met drie meter sneeuw er van uw deur niet veel meer te zien is.
Voor de rest eten en drinken de mensen zoals bij ons en het enige wat verschilt is het landschap en de streekproducten.
Maar de man wist ons nog wel te zeggen dat in de steile straat ook Belgen een huis gekocht hadden en dat ze hier hun verlof kwamen doorbrengen.
Het was het moment om te zeggen dat ook wij een huis te koop hadden gezien in Cellier en dat het wel leuk was.
Hij knikte en met wat uitleg en vragen kwamen we te weten dat het huis verkocht werd voor 192.000.
Wij waren terug aan het dromen gegaan en vonden het alvast een tof gesprek met iemand die hier zijn dagen slijt.
De oude man zat er op een stoel voor zijn deur alsof hij er gezet was voor de toeristen.
Het beeld van een oude man zoals we ze van één of andere prentkaart kennen.
Ja, hij maakte deel uit van het landschap met de kleine steile straatjes en de oude huisjes.
Hij was vooral de montagnard in levende lijve die we hier wel 100 jaar zagen worden.
We wensten hem nog een leuke en zonnige dag toe waarop hij ons een goede terugreis wenste.
Zo klommen we terug naar de volgende huizen waar een café was en waar we eens top zouden houden om een witte wijn te drinken.
En soms stel men zich de vraag wie er nu in zo een boerengat op café komt maar allen hadden ze hun cliënteel.
Voor het café liep een grote witte hond en toen we binnen stapten kwam de hond ook mee binnen en riep de baas dat hij buiten moest blijven en de mensen gerust laten.
Wij kwamen op adem met een witte wijn en toen het glas leeg was besloten we verder te trekken en straks nog even te stoppen boven op de Col De La Madeleine om daar nog even te zonnen in een ligzetel.
Zo stapten we buiten op de voet gevolgd door de hond en toen we 100m verder waren liep de hond nog steeds mee.
Ja, en blijkbaar was de hond niet aan het café verbonden want toen we bijna in het andere dorp waren liep de hond nog steeds mee en dachten we nog dat hij in de wagen zou springen om mee naar België te reizen.
Het was pas toen we aan de wagen waren dat de hond zijn wandeling verder zette zodat we dus geen hond zonder papieren hebben het land binnengesmokkeld.
Zoals gezegd stopten we nog even op de kam van de 2000m en gingen ons wat in de zon leggen waarbij ons vel zelfs op de laatste dag nog wat kleur ging bijkrijgen.
Genietend vloog de laatste dag voorbij en binnen de kortste keren was het tijd om terug te keren naar St-Francois waar we straks het laatste avondmaal zouden nemen en ook nog eens naar de winkels gaan om één of ander souvenir te kopen.
Zo geschiedde het ook en tussenin kwam er dan nog bij dat we de valiezen moesten inpakken en de wagen laden om terug naar ons klein land te vertrekken waar we ondertussen niet de enigen waren die er waren ontsnapt.
We konden niet anders dan besluiten dat het een heel plezante vakantie was waar we toch wat aan onze fysiek hadden gewerkt of was het nu eerder afzien.
Nadat we nog een glas waren gaan drinken aan het restaurant en de baas gingen vertellen dat ik zeker zijn schaatsen niet zou vergeten opsturen trokken we terug naar boven om er onze laatste nacht door te brengen.
Veel nacht zou het niet worden want voor een vertrek slaap ik meestal zeer slecht.
Ondertussen mochten we bij het opstaan ook niet vergeten van onze souvenirs uit de koelkast te halen want steeds nemen we een deel van de Alpen mee naar huis in de vorm van een paar kazen en sauccissons.
(Wat de kaas betreft zijn we ondertussen aan de laatste bezig en van de sauccissons liggen er nog vijf te drogen).
Ja, morgen nog de terugreis en dan zit het verlof er op.
Niet dat ik al moet gaan werken maar de reis bedoel ik dan.
Nee, mijn verlof startte rond 26 juli en ze loopt nog tot 7 september en dus zullen we ondertussen in eigen land nog wel wat gaan wandelen en misschien zijn deze wandelingen ook wel de moeite om op papier te zetten.
Groetjes chauffeurke
|