De olifant
Hij stapt behoedzaam en ziet grijs van zorgen dat hij geen muis of mier of mens vertrapt. De rafelige oren vaal gelapt, een slurf hangt uit, het slimme oog verborgen.
Als zak van Sinterklaas zou hij voldoen, met in het rommelige vel cadeaus zoals entreekaartjes voor circusshows, veel pindas, boekensteunen, een klaroen.
Ik weet waarom ik hem zo mild benader. Hij draagt me naar mijn jeugd terug toen vader bij t olifantenperk dit vers begon:
Nu zal ik u iets wondermoois verhalen: Heer olifant gaat aan het koffiemalen. Hij deed het nooit, maar k wist dat hij het kon.
|