Holala, de baasjes willen ons een extra plaatsje geven in huis op het terras buiten waarin we lekker kunnen zonnen en rusten. Toen kwam een mens met een klein tasje. Ik was de enige hond in huis en ik ben altijd heel blij als er bezoek komt. Dan kom ik kwispelend aangelopen en wil een lieve knuffel. Ik ben goed opgevoed hoor. Die meneer vond mij echter niet leuk en hij wilde mij niet in de buurt. Het zou wel mijn huisje zijn hé. Toen die meneer hoorde dat het nieuwe huisje voor mij en mijn vriendjes zou zijn, zei hij heel venijnig dat hij geen hondenkotjes bouwde maar leefverandas. Wij leven toch ook zeker: wij zijn windhonden. De baasjes wilden een extra leuk plekje voor ons met een groot schuifraam, een knus zonwerend dak en nog veel meer
de baasjes vonden dat niet zo fijn en de meneer kon heel vlug terug naar buiten. Ik keek wel een beetje vreemd op hoor. De meneer raapte zijn spulletjes heel vlug bij elkaar en verdween heel snel. Vreemd, ik kan mijn knabbelstokje niet zo vlug op krijgen hoor. Ik ben dan heel vriendelijk tegen iemand en dan krijg je dat. Foei! Ik weet zeker dat de baasjes voor een leuk extra huisje zorgen voor ons en daar kan zelfs zon rare kwast niets aan doen. Allez, een dikke poot van luna in naam van mijn vriendjes.
![](http://blogimages.seniorennet.be/chica/604536-caa78e818ff162820116570408658cb8.jpg)
22-03-2010 om 22:13
geschreven door jef deklerck
|