Ik denk, geachte belastingbetaler, dat u mijn identiteit wel hebt
vastgesteld. Ik pas vast en zeker in het hokje waarin u mij wilt
indelen en u vindt mij natuurlijk 'typisch'.
Tot mijn spijt kan ik dat van u niet zeggen; ik weet niet wie u bent.
Vanaf hun geboorte leert u uw kinderen dat ik de boeman ben en zij zijn dan geschokt, omdat ik met mijn traditionele vijand, de
crimineel, vergeleken word.
- U beschuldigt mij dat ik de jeugd te zacht aanpak, totdat ik op een keer uw kind de les lees.
- U neemt waarschijnlijk een uur middagpauze en zo nu en dan een koffiepauzes, maar u beschuldigt mij van luiheid als ik een keer ga zitten.
- U bent erg tevreden met uw goede manieren, maar u vindt het normaal om mijn maaltijd met uw problemen te onderbreken.
- U windt zich op als iemand u in het verkeer de weg afsnijd, maar als ik u op hetzelfde betrap, voelt u zich onterecht behandeld.
- U kent alle verkeersregels, dus u hebt nooit terecht een bekeuring gehad.
- U stoort zich eraan dat ik mij met hoge snelheid naar een plaats des onheil spoed, maar u beklaagt zich erover als het meer dan 10 seconden duurt voordat ik bij uw probleem ben.
- U ziet het als een deel van mijn werk dat ik geslagen word, maar als ik terugsla, noemt u dat machtsmisbruik.
- U zult er niet aan denken om uw tandarts te vertellen hoe hij een
kies moet trekken, of een dokter te laten zien hoe hij een blinde darm moet opereren, maar vindt het heel normaal om mij steeds te vertellen hoe ik mijn werk zou moeten doen.
- U praat tegen mij op een manier die u in elke andere situatie een bloedneus zou opleveren, maar verwacht van mij dat ik dat zondermeer accepteer.
- U schreeuwt: "Er moet wat tegen de criminaliteit gedaan worden!" maar u wilt niet als getuige optreden of er op een andere wijze mee lastig gevallen worden.
In uw ogen deug ik absoluut niet, maar het is natuurlijk volkomen
terecht als ik uw vrouw help bij het verwisselen van een band, haar op weg naar het ziekenhuis voor een bevalling begeleid, uw zoon met mond-op-mondbeademing het leven red of overuren maak om uw weggelopen dochter te vinden.
Welnu, geachte belastingbetaler, beklaag u over de manier waarop ik mijn werk verricht en geef mij alle mogelijke scheldnamen. Maar vergeet niet dat uw eigendom, uw familie en ook uw leven van mij of mijn collega's af kan hangen.
Jawel, geachte belastingbetaler, dat ben ik, die 'waardeloze politieman' .
|