Ik ben Nanske, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Chocosnousse.
Ik ben een vrouw en woon in Herentals (België) en mijn beroep is Onderwijzeres.
Ik ben geboren op 26/11/1971 en ben nu dus 53 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Lezen, schrijven, schilderen, tekenen, luieren....
Geef gerust een quotering op mijn schrijfsels (de meesten zijn van mijn hand...). Vind het bijzonder leuk om reacties erop te krijgen, al dan niet positief...ik kan er alleen maar uit leren ! Lieve groeten en hopelijk tot gauw... xxx
Bloesemroze bomen met muisgrijze duiven, saffraangele krokussen zoenen de krieuwelende liefebeestjes die krioelen tussen zachte mollenpropjes die miauwend poezetateren met de fanfarebloemen, kijk ze feestelijk staan pronken en lameren tussen de wollige lammetjes. De trouwjurkkleurige magnoliaboom staat wiegelend te popelen om zijn eftelingprinsesjes te laten performen. De plezante fazant zit camouflagemislukt gebukt tussen het dorre wintergras, dansende bronzen mensen in een statige rondedans, een koffiemelkhert met roomstaart staart bambigewijs naar de graffititrein, chocoschrijfsels op de graffititrein, het moet maar zo lekker niet zijn ;-)
Knarsetandekoude snijdt door mijn tintelhuid, verwarmd door mijn verwardhart. De zilte lucht van de wilde zee vervult mijn verstilde gedachten met zekerheid
Jij bent hier het drijfzand waarin ik mij graag laat verglijden ik laat me verstrengelen
Me toegewijden
Het schuimkopwater bruist door mijn oren, zo ook jouw streelzachtestem de schuilduin is van ons, fluisterduinstiekem
De man die maar blijft sjorren aan een relatie. De vrouw die daar eigenlijk geen zin meer in heeft. De man die maar blijft sjorren aan een relatie. De vrouw die het hem niet verteld. De man die maar blijft sjorren aan een relatie. De vrouw die een minnaar is van een ander. De man die maar blijft sjorren aan een relatie. De vrouw die niet meer weet waar zij staat. De man die maar blijft sjorren aan een relatie. De vrouw die dan toch maar hopeloos verliefd wordt. En de man vergeet...
Marijn zat fijn in de trein en zat ondertussen te peinzen : 'k Zou misschein wat blijer moeten zijn als ik bij Evelijn zou zijn... Wanneer ik mij het zicht doe verdwijnen, kan ik mij haar op privéscherm doen verschijnen... Zie...wat een lijn! In haar karmijnen, fluwijnen, vol met robijnen, cherubijnen en zwijnen kleedje en op haar rug een klein zaknijntje... 't Zal van de venijnige wijn zijn en dan ook nog eens die buikpijn. Ja, een meisje zijn is niet altijd even fijn... Marijn is trouwens op weg naar Turijn om van zijn madame af te zijn. Hij heeft haar betrapt met de Stijn en wil nu een beetje in quarantaine, weg van Evelijn...was hij al maar in Turijn...
Slapen is leuk, Slapen is fijn, Slapen is er effe niet zijn, waarom ben je er dan wel... en wordt slapen een hel ? Je bent er en toch ook weer niet... keelkrop en droomverdriet, kan niet zonder jou.. besef op een droomverdrietelijke manier weer es dat ik van je hou...
Draaien, keren, woelen... Ik wil je wangen voelen, woede in mijn hart klopt zo fel en vecht met de liefde een zwaar gevecht... Tekenfilm maar dan wel echt, weet niet of ik je in de ogen kan kijken, zonder te weten dat, zonder dat... het doet teveel pijn...
Het is donkerblauw en boomzwart en flitst trainfast aan me voorbij, lichtjes lichten op tussen de knipperende reality-tv-treinbeelden en in mijn slaperige hoofd zap ik naar de viervoudige weerspiegeling van de treincabine, de wallen verviervoudigen mee... ik voel me zo quatromoe...
Lelijke monsters gluren, afwachtend verkneukelend op de komst van de onheilspeller, die dra zal binnen stappen. Zou zijn hart ook zo benepen, verfrommeld, gekwetst, verward, pruttelend aanvoelen ? ... Zou hij 's nachts ook zo dwingend slapeloos zitten staren met zoute ogen naar de langspeelfilm ? De rode neus van het linkse monster doet me grijnzen... Hij doet me denken aan de cliniclown die kinderen probeert op te vrolijken in zeer moeilijke tijden, niet door hen bepaald... Stom schilderij ... Weet zelfs niet meer wat ik wil... maar ja, niet dat het wat uitmaakt...je hebt toch al beslist... bolleke...
Je hebt knijpuitnodigende wangen, streelwangetjes, die zo zacht zijn als de binnenkant van een kastanjebolster, zo zacht als de vacht van mijn zwarte langharige kitten, zo zacht als de veertjes uit mijn donskussen, Zo fluweelzacht als een perzikhuidje...
Kerstlichtjes liggen in een grillige slang rond de roodgemutste beertjes op de bommabank. Een killig windje zoekt zijn weg tussen de vele kieren van de oude terrasdeur. Afgebladderde Christus -en Mariabeeldjes kijken met een melige blik in de ogen de Auberge rond, alsof ze al het leed van de wereld zouden kunnen dragen. Misschien ligt dat wel in hun devote, schijnheilige blik, het 'melige' besef dat dat nu eenmaal niet mogelijk is. Waarom dan de moeite nemen ? Ik sip nog eens van mijn kruidige Glühwein en knabbel zuinig aan mijn kaneelwarm kerstgebakje. God jul til alle,..weetjewel, het gevoel dat je jezelf graag hebt, pas dan kan je anderen ook graag zien..
Elleboog op de grijsmarmeren tafel, tussen wijs- en middenvinger een sigaret, de blauwwitte, sierlijke, maar grillige slierten vullen de dompige ruimte boven haar hoofd, al was het een mengeling van gedachten in een wolkachtige stripballon. Dan zuigt ze met rimpelmond en vernauwde ogen, peinzend...haar woorden bedachtzaam afwegend, en met ingehouden adem en gedachten en rook, overweegt ze haar antwoord op zijn vraag. Dan spuwt ze haar antwoord eruit, ondersteund door het effect van de levende rookmachine, met krachtige wolkstoten duwt ze haar antwoord in en rondom zijn gezicht. Terwijl ze haar creatiewolk dooreen haalt bij het verlaten van de cafégaskamer, blijft hij verdwaasd flou achter in haar verwardmistige rookballon, terwijl de bij plaats neemt naast zijn Hoegaerden, ah, 't klaart op...
6,7,8,9 ...netjes op een rij gelegde Orvalkaartjes, meetkundig nagenoeg perfect op een rij gelegd met de wijsvinger, 2 handen op de toogbalk, ritmisch gaan de beide wijsvingers op en neer, als waren ze het doffe, monotone praten van de toogbuur aan het dirigeren. Kaartje 10 wordt erbij gelegd. De bierkaartlegger speelt tamtam op de toogbalk en langzaam neemt hij zijn bierglas en brengt het met vrijdagnamiddagkalmte naar zijn mond. Even later rusten zijn handen op de toogbalk, net als bij de start van de achtbaan op de kermis...dan laat hij ze los...
De vrouw met de voeten in nauwsluitende fijne Assepoesmuiltjes staat naast hem... Hij straalt.