Dag 16: 17 mei Embalsa de Alcantara- Grimaldo 19 km
Geschiedenis en andere weetjes:
De herberg en tevens slaapplaats aan de rand van het stuwmeer, heeft een prachtig uitzicht, is uiterst modern en zeer goed uitgerust. Een aanrader! De te volgen Romeinse weg loopt ongeveer parallel met de N630 en onderweg dwarsen die mekaar meermaals. Zoals het een oude heirbaan past dienen er oude Romeinse bruggen overgestoken. Alvorens Grimaldo te bereiken moet men het oude klooster van San Cristobal passeren en de hoogte van Castanos ( 493m) "overwinnen"...dan wacht een verdiende rust. Dagverslag: Meertaligheid op de Via de la Plata Vandaag gelukkig minder warm maar verschrikkelijk slecht pad ... Keien, dikke stenen en veel putten maken het verdomd lastig. Net zoals bij de vorige camino steekt de kleine teen weer de kop op. Vermits "Florence Nightingale" er deze keer niet bij is, kan ik een medische fout bij de behandeling niet uitsluiten. Tot op heden moet ik als Vlaming bij niemand onderdoen qua taalgebruik. Twee oudere Franse koppels, die mekaar van haar nog pluimen kenden maar nu met elkaar optrekken, zijn blij als ze op mijn "vertaaldiensten" kunnen beroep doen bij het bestellen van eten of drank. Ik denk dat ze anders na deze tocht bij Weight Watchers zeker een Award zouden krijgen. Een Britse Spanjaard uit Gibraltar trekt zich in meerdere talen uit de slag maar benadrukt dat hij zich Brits voelt en dit bij 99% van de bevolking in een referendum bevestigd werd. De "jonge" Ierse is haar andere talen die ze op school leerde "vergeten"...ze weet zelfs niet meer welke talen dit waren...ik denk niet dat ze er ooit veel voor gedaan heeft. Een Quebecqois heeft net als zijn "vriend- man" uit Gibraltar een uitgebreide talenkennis, ook op dit vlak "pakt" het tussen de twee. Johannes, een Oostenrijker, is als hij er wat aandacht aan schenkt ook in het Duits verstaanbaar... America and Engeland "rules" the world, allesbehalve in een ander taalgebruik. Zij zijn de analfabeten van de Camino. Dan is er nog onze Koreaan die er heilig van overtuigd is dat beide Korea's ooit terug één land zullen vormen. Jammer genoeg haalt de kennis van zijn Engels niet het niveau van mijn Spaans. En dan de Spanjaarden zelf...moeten zij een andere taal kennen?Wie moet zich hier aanpassen? Ik heb mijn keuze gemaakt!
Dag 15: 16 mei Casar de Cáceres- Embalsa de Alcantara 21 km
Geschiedenis en andere weetjes:
Net buiten Casar lopen we langs de Ermita van Santiago. De te volgen weg, de Calzada Romana, wordt ook wel de "Camino de los Barcas" genoemd. Hier werd men in vroegere tijden met een "barca" of schuit over de Taag overgezet.Via een kronkelend stijgend en dalend pad komen we aan bij een gigantisch stuwmeer. eerst dienen de rivieren de Almonte en de Taag( Tajo) overgestoken te worden. Het stuwmeer werd in 1969 aangelegd, hiervoor verdween de strategische Romeinse plaats Turmulos onder water. Bij lage waterstand is de " Torre de los Floripes" te zien. Deze toren werd in de 15de eeuw gebouwd op de resten van een Moorse vesting. Tijdens de dictatuur van Franco zijn veel embalsas( stuwmeren) aangelegd, hetgeen hem de bijnaam Paco Rana bezorgde. " Paco" is de roepnaam voor Francesco, de voornaam van Franco, en Rana is Spaans voor kikker. Volgens de bevolking sprong Franco als een kikker van het ene stuwmeer naar het volgende aan te leggen stuwmeer. In Spanje is de kikker ook het symbool voor de zonde... Dagverslag: Om 5u15 al geritsel en gerommel op de kamer...zijn zij zot geworden of kan ik niet meer volgen? "Midden in de nacht" stap ik naar de "churreria", een soort koffiehuis met lekkere churros, een café con leche en een zumo de naranja voor maar 2,90. Spanjaarden ontbijten blijkbaar zelfs niet meer thuis.De chocoladesaus heb ik voor Edy gelaten... Door een prachtig golvend landschap, waar geiten en schapen koningen zijn,bereik ik de eerste uitkijkpost op het stuwmeer van Alcantara. Adembenemend!!! Na 5 km stappen langs de N630 steek ik 2 reusachtige bruggen over de Tajo over...een beetje angstaanjagend die hoogte. Bij aankomst om 11u blijkt de albergue nog aan een onderhoudsbeurt toe maar heeft het een uniek uitzicht op het stuwmeer...zodat het wachten voorbij vliegt. Het is een zeer modern gebouw met mooie kamers, internet en zelfs keuze uit vooraf bereide gerechten. Eens wat anders dan de dagelijkse "menu del dia" of het "menu del peregrino". Ze doen er zelfs je was en dit allemaal voor 15... Sommigen stapten door toen ze merkten dat de albergue nog gesloten was...volgens mij een verkeerde keuze.
Cáceres is sinds de oudheid een middelpunt van vele rassen en culturen geweest. Er werden in de omgeving in de grotten van Maltravieso muurschilderingen van meer dan 30000 jaar oud gevonden. De huidige renaissancestad dateert uit de 15de en de 16de eeuw. Op de Plaza Mayor in het oude centrum lopen trappen naar boven, voorbij de poort komt men in het ommuurde gedeelte, overblijfselen van een Romeinse stad. Hier tref je statige panden en romantische straatjes. Naast de kathedraal staaat het Palacio Carvajal. Hier krijgen toeristen momenteel de info die ze wensen. Verderop liggen een aantal kerkjes en moeten we onder de A66 om Casar te bereiken. Dagverslag: Gisteren dus in een prive-woning overnacht. Met 4 hadden we elk onze kamer maar betaalden wel 12. Sommigen vonden dit teveel en opteerden voor de sportzaal en sliepen op de grond. De keuze tussen een pijnlijke rug en praktisch niet slapen en een "gaatje" in de portemonnee was voor mij vlug gemaakt... Vroeg vertrekken betekent niet alleen de strijd tegen de zon een beetje winnen maar ook tevens het "gevecht" om een onderste bed. De eersten die toekomen bezetten uiteraard de onderste bedden van de stapelbedden. Klauteren in de bomen was vroeger aan mij besteed...die tijd is jammer genoeg voorbij. Om 9u zat ik al op de Plaza Mayor in Caceres(12km) het ontbijt te nemen. Deze middeleeuwse stad heeft zo'n prachtige gebouwen in het historisch centrum dat je er niet kan aan voorbij gaan. In het info-centrum kreeg ik het adres van een internetwinkel van waar ik foto's naar het thuisfront kon sturen. Marleen plaatst ze dan vanavond op de blog. Op weg naar Casar gaat het langs een drukke verbindingsweg, na 3 km ben ik dan ook opgelucht om de weg te vervolgen langs een veldweg...dit was echt niet veilig. De albergue in Casar de Caceres is gratis...misschien is dat de reden waarom deze om 15u al "completo" is. Het lijkt hier een vrij levendige gemeente maar bij aankomst na 14u is het hier meer doods en snikheet. Zoals de meerderen houd ik dan ook een siësta om morgen uitgerust te zijn...
Onderweg dient er weer gestapt te worden op delen van de originele Romeinse heirbaan, de Calzada Romana. De eerste Romeinse mijlpalen staan er langs de weg. Sommige van die mijlpalen deden ook dienst als brievenbus en hadden bovenaan een inkeping.We moeten ook de driebogige Romeinse brug over de Arroyo de Santiago oversteken. Deze brug is nagenoeg nog volledig intact doordat zij voor vervoer niet meer wordt gebruikt en enkel door wandelaars betreden. Het dorp Casa de Don Antonio is een typisch dorp van de Extramadura...smalle straatjes, onregelmatige pleintjes en lage huijes in traditionele bouwstijl. Om Om Valdesalor te bereiken moeten we het sportvliegveld van Cacéres dwarsen en de Romeinse brug over de Mocha oversteken. Dagverslag:
Trop is teveel en teveel is trop...een uitdrukking van wijlen Paul Vandenboeynants, deze telt ook voor mij... Vannacht praktisch niet geslapen en vanmorgen opgestaan met lome benen. Gelukkig worden we pas "gelost" om 7u, de poort van het klooster gaat niet vroeger open...Iedereen stond dan ook vertrekkensklaar om naar de bar met het ontbijt te gaan...er waren nog wel 10 wachtenden voor mij. Gelukkig was er in het klooster de regel vam de "donativo", je geeft wat je wil. Van mijn gift zullen ze in elk geval niet rijk geworden zijn, een gevangene betaalt toch ook niet om in de gevangenis te zitten...
Onderweg begon de "inhaalrace" waarbij ik de ene na de andere "opraapte". Enkele Romeinse mijlpalen van wel 2 m hoog hebben de tand des tijds doorstaan, hoeveel zou er nog in de grond zitten? Zou hier ook het zelfde principe als bij de ijsbergen tellen?
Na 16 km ga ik in Aldera del Cano van de via af om een verfrissing te nemen. Mijn watervoorraad van 2,5 l is ondertussen geslonken tot 1 l.
Bij aankomst blijkt de albergue gesloten...gelukkig zijn er particulieren die bedden ter beschikking hebben, 12 per bed.
Samen met Ricardo een Spaans gepensioneerd zakenman in het scheepswezen en Johanna een Ierse dame, eten we een voortreffelijk menu in een restaurant van een benzinerestaurant wat verderop. Voor het internet is het wachten tot 18u30 als de bib opent...this is Spain.
Onderweg lopen we door de Extramadura op z'n mooist. Prachtig open landschap met weidse panorama's met in de verte de bergen. Veel weiden met steeneiken, andere stukken begroeid met struikheide of lavendel. Ongetwijfeld één van de indrukwekkendste stukken van de Via de la Plata.Ongeveer 5 km na Mérida ligt het stuwmeer van de Embalsa de Prosperina dat Mérida voorziet van het nodige water. Het heeft een capaciteit van 4 miljoen kubieke meter en een omtrek van 5 km. Het water verliet het stuwmeer door een ondergronds kanaal, een aantal van deze ondergrondse leidingen werden pas in 1988 ontdekt. Via het aquaduct " Los Milagros" kwam het water dan in Mérida terecht. Zoals de naam Aljucén al laat vermoeden werd dit dorp door de Moren gesticht. Hier verlaten we de provincie Badajos en komen in de provincie Caceres. In de vallei van de Zarga kan je in de lente getuige zijn van een grote bloemenpracht.Het grote granieten kruis onderweg werd er geplaatst als herinnering aan een jongen die er zou verscheurd zijn door wolven. In Alcuéscar wordt er overnacht in een klooster van de " Hermanos esclavos de maria y los Pobres". De monniken in zwarte habijt met donkerblauwe band ontvangen er hun gasten zeer gastvrij. Zoals de naam van het klooster al zegt...los pobres, verblijven hier ook zeer behoeftigen uit de omgeving.
Dagverslag: Gisteren rondgang gemaakt in de mooie stad Merida, stad met een rijk Romeins verleden. Rusten was het dus niet echt! Wel een serieuse siesta gedaan van 15u tot 19u. Ik zal dus toch wel moe geweest zijn. Deze morgen er als de kippen bij en vertrokken om 6u30. Vroeg vertrekken betekent ook vroeg aankomen in de voorziene halte van Aljucen waar ik al om 10u was. Behalve enkele Romeinse baden waar je op afspraak terecht kan, was er dan ook niets in dit dorp. Dan komt de gedachte op om de volgende etappe erbij te nemen ... 20 km. Wetende dat de zon ondertussen serieus begint te branden ... een niet eenvoudige klus. Voor het doorlopen van het natuurpark (15 km) raadt de baas van de bar waar ik het ontbijt heb genomen, 1 liter water per 5 km aan. Dus met 3 kg extra op zak nam ik de uitdaging aan. Later blijkt dit een goede keuze maar ik zou ze waarschijnlijk niet meer maken! Buiten een verdwaald konijn, enkele geschrokken hagedissen, liggen hier en daar ook een paar koeien in de schaduw van de zeldzame bomen. Je ziet ze zo denken ... je moet goed zot zijn om in die warmte te stappen. Getimed drinken zorgt ervoor dat ik juist genoeg drinken heb om het tot de albergue te trekken. Dit blijkt een klooster te zijn. Ze moesten eens weten wie ze binnengenomen hebben ... Tot 16u30 zitten we hier "opgesloten" voor de "rust" van de paters. Daarna mogen we de "wereld" verkennen en om 19u30 moeten we wel terug zijn voor de gezamelijke maaltijd. Nu eerst het allerbeste : de welverdiende douche!
De stad Mérida is gesticht rond 25 v.c. door de Romeinse keizer Augustus voor de veteranen uit de Spaanse legioenen. De huidige naam Mérida is afgeleid uit de Romeinse: Emerita Augusta. Mérida groeide uit tot één van de belangrijkste steden van het Romeinse rijk en veel monumenten uit die tijd zijn bewaard gebleven.In 713 veroverden de Arabieren de stad. Pas in 1230 lukte het de Christelijke troepen Mérida te heroveren. Langs de stad stroomt de Guandiana rivier waarover El Puente Romana werd gebouwd. Deze brug heeft 60 bogen en overspant een afstand van maar liefst 792 m. Het is de grootste bewaard gebleven Romeinse brug. In Mérida zijn, ondanks de Moorse bezetting, vele Romeinse bouwwerken bewaard gebleven. Deze werden in 1993 op de Werelderfgoedlijst geplaatst. Morgen 12 mei, de geplande rustdag, zal ik al deze prachtige Romeinse architectuur kunnen bewonderen. Dagverslag: Gisteren mijn warmterecord tot dusver op deze via gebroken...36 graden. Geen wonder dat geen mens zich nog buiten waagt in de namiddag...een gekke stapper niet te na gesproken. Vandaag zal ik het gevecht tegen de zon makkelijk winnen, korte etappe en vroeg vertrekken...ik kan niet verliezen! Na enkele kilometers naast de drukke N630 gaat het via een oude Romeinse heirbaan, die nog door landbouwers wordt gebruikt, richting Merida. Via de Puente Romano, alleen door voetgangers en misschien ook fietsers gebruikt, kom ik de stad binnen. Hoeveel Romeinse legioenen zouden hier 2000 jaar geleden over gestapt zijn? Zwaaiend met mijn wandelstok waan ik mij wel zo'n legioensoldaat. Voor 2 dagen zal ik mij in deze "Romeinse" stad kunnen terugplaatsen in de tijd, een beetje dromen mag wel. Na enig zoekwerk heb ik mijn hostal aan het andere eind van de stad gevonden, vlakbij de imposante aquaducten. Morgen neem ik een rustdag en dus ook geen verslag, zondag of maandag volgt dan nog wel een uitgebreid relaas van mijn bezoeken.
De streek, Tierra de Barros, wordt gekenmerkt door onafzienbare, glooiende, roodbruine akkers en wijngaarden met lage wijnstokken. Ze zijn zo gesnoeid om water- en vochtverlies te voorkomen. Uit deze streek komt een immense hoeveelheid tafelwijn. Onderweg passeren we Almendralejo dat een mooi stadspaleis heeft( nu gemeentehuis), gebouwd door de markies van Monsalad. Twee grote Spaanse dichters, Jose de Espronceda en Carolina Coronado, zagen hier het levenslicht. Torremegia ontstond in de 14de eeuw rondom de burcht van ordemeester Gonzalo Mexia van de orde van Santiago. Dagverslag: Gisteren nog even mijn vaderlandsliefde laten blijken en gesupporterd voor Atletico Madrid. De Spanjaarden begrepen er niets van...tot ik ze uitlegde dat de doelman een landgenoot was. Es un buen portero! En gelijk hadden ze. Eigenlijk waren zij allen fan van Atletic de Bilbao omdat daar alleen Spanjaarden spelen, is dit ook niet eigen volk eerst? Na overleg met mijn Waalse stapmaat, die vandaag al door trekt naar Merida, besloten we de etappe in te korten.Uit angst voor de voorspelde hitte lieten we het dorp Almendralejo letterlijk links liggen...3 km gewonnen. Om de zon toch wat voor te blijven vertrokken we om 6u45 in het donker. Een kilometerslange tocht op een rechte grindweg door de wijngaarden. Weinig afwisseling dus. Sommige zeer kort gesnoeid, andere werden dan weer geleid. Rond 10u begon de zon haar "sloopwerk" te doen en ben vrij vermoeid in de albergue aangekomen. Hier nam ik afscheid van Bernard die begin juni met zijn zoon afgesproken heeft in Ourense om de laatst 100 km te doen. Hij zal nog een stapke moeten doorzetten... Nu nog het dagelijkse wasje,een douchke en wat op bed gaan liggen alvorens dit bericht de wereld in te sturen. In dit "boerengat" is heel weinig te zien dus zal het na het menu del peregrino vlug 't beddeke in zijn. Morgen aankomst in Merida, een stad met een Romeins verleden. Hier blijf ik dan ook een dag "hangen".
Freddy, jammer dat het zo moet eindigen, maar de laatste 11 etappes kunnen we misschien volgend jaar samen doen. We spreken nog wel af.
Dag 9: 9 mei Zafra- Villafranca de los Barros 21 km
Geschiedenis en andere weetjes:
Onderweg passeren we langs veel oude roodbruine gebouwen die vroeger steenbakkerijen van keramiektegels waren. Het dorp Los Santos is ontstaan vanuit de burcht Marimon die in de Moorse tijd op een heuvel lag. In de 18de eeuw werd de plaats veroverd door de ridderorde van Santiago. Het wapenschild van de gemeente draagt nog steeds het kruis van Santiago geflankeerd door schelpen. Villafranca de los Barros ontstond in de Romeinse periode; De kerk van Nuestra Sra del Valle heeft een imposante toren met een portaal uit de 16de eeuw. Bij het verlaten van de stad komen we langs het Collegio de San José, een Jezuïtencollege. Dagverslag: Crisis?Op de via de la plata? Blijkbaar wel. Op maandag en dinsdag zijn de albergues gesloten in de Extramadura. Volgens de vriendelijke dame van het info-kantoor in Zafra "falta dinero para abrir". Blijkbaar gaan ze ervan uit dat de "pelgrim-stapper" gemakkelijker in zijn portemonne kan gaan en overnachten in een hostal. Niettegenstaande "luxe" en de prijs niet altijd in overeenstemming zijn. Gisteren overnacht op de "grande plaza" in Zafra, een miniatuurcopie van de Plaza d'Espagna in Madrid...Prachtig met de avondverlichting. Ook hier komen de Spanjaarden 's avonds "uit de grond gekropen" om hun terrasje te doen. Vandaag onder een stralende zon gestapt. Na de middag loopt het kwik op tot 30 graden. Gelukkig zitten we dan al te genieten van een cerveza en een boccadillo op het dorpsplein. Ofwel slaap je lang en stap je in de hitte, ofwel moet je vroeg uit de veren en "geniet" je van de ochtendzon. Een keuze die je moet maken maar de zon bepaalt deze wel...
Onderweg lopen we door wijngaarden, akkers en olijfgaarden. Ook duiken de eerste ooievaarsnesten op. Zafra wordt ook wel eens " Sevilla la Chica" genoemd. " Klein Sevilla" is een nationaal monument, één van de oudste plaatsen van de Extramadura. In de Moorse tijd was het een belangrijke handelsplaats. In juni werd er de jaarmarkt, safar in het Arabisch, gehouden, vandaar de naam Zafra. Het prachtige kasteel uit de 15de eeuw werd vorige eeuw omgebouwd tot een parador, een luxueus staatshotel. Ook zijn er nog enkele stadspoorten uit de Moorse tijd bewaard gebleven. In het Convento de Santa Clara, kunnen pelgrims via een draailuikje een stempel krijgen. Dit echter zonder contact te hebben met de "bewoners", de nonnen hebben totaal geen contact met de buitenwereld. Dagverslag: Vooreerst zou ik de mensen die mijn blog volgen willen bedanken, gezien het aantal volgers moet ik afleiden dat het toch nog interessant genoeg is. Ook mag ik het thuisfront niet vergeten, zij plaatsten de foto's. Dank u allemaal. In Monesterio wakker worden met een "verdwenen" Deense dame...In onze kamer, 2 Ieren, 1 Deense en 1 Belg was dat om 6u wel even schrikken. Mevrouw lag echter goed ingepakt in open lucht te maffen. Zij kon het "samenspel" van een Ier en een Belg niet meer harden en was er vanonder getrokken. Ik zal op de duur Marleen nog moeten gaan geloven dat ik snurk... Na een droge dag, eens iets anders, in een godvergeten gat beland in een hostal..albergue gesloten. Onder "druk" van mijn Waalse kamergenoot ben ik om 6u15 opgestaan, zo zijn er niet veel Walen! Toen wij om 6u45 in de bar kwamen voor het ontbijt zaten er al 5 ouderlingen hun koffie te slurpen, niet normaal!!! Ofwel zijn het weduwenaars en konden ze niet slapen ofwel waren ze het beu naast de oma te liggen, ik zou het in elk geval niet moeten proberen... Omdat ieder zijn eigen staptempo heeft , stapt praktisch iedereen alleen op de via. De gele pijlen wijzen je wel de goede weg. Een verkeerde "interpretatie" bracht mij na een afslag 1 km verder voor de poort van een boerderij terwijl de weg aan de overkant van"beek" goed zichtbaar was. Ik had 2 keuzes: ik ga terug en doe 2 km extra of ik probeer de beek over te steken. Na de loop wat gevolgd te hebben vond ik toch een mogelijke doorwaadbare plaats...schoenen en kousen uit, wandelstok als derde been en de beek met het water tot op kniehoogte overgestoken. Ook op de camino moet je keuzes maken. Blijkbaar was dit de beste maar volgens Bernard, de Waal, doe je dit niet zonder iemand te verwittigen. Risico's nemen hoort er nu eenmaal bij!!!
Stijgende en dalende staptocht waarbij het einddorp regelmatig in de verte te zien is.De laatste zondag van april houdt men er de feesten van Chianfiana, een typisch gerecht van de streek met schapenvlees. Hier komt heel wat volk uit de hele provincie op af... In 1598 werd in Fuente de Cantos de "bekende" schilder Zubaran geboren, zijn naam zegt mij echter niets maar ik ben dan ook geen artiest. Het voormalige 17de eeuwse klooster werd omgebouwd tot een prima albergue touristico. Deze wordt zeker uitgetest! Dagverslag: Ontmoetingen In tegenstelling tot de Camino Frances zijn er heel wat minder stappers ( pelgrims) en dus heel wat minder contacten. Per dag leggen ongeveer 25 moedigen 20 tot 30 km af dit naargelang de slaapgelegenheid onderweg. Heel wat nationaliteiten nemen deze uitdaging aan...echter weinig Belgen. Ik heb tot dusver nog geen woord Nederlands kunnen spreken, zelfs nog genen Hollander gezien. Je ziet echter elke dag weinig nieuwe gezichten vermits iedereen bijna een gelijklopend parcours kiest. Duitsers vormen, net als bij de EEG, de hoofdmacht. Zij zijn eerder gesloten en koel in de contacten. Fransen kom je ook regelmatig tegen, ze zijn blij als ze "le petit belge" herkennen aan zijn accent en ik doe dan nog zo mijn best... IK heb gisteren met 5 Ieren aan tafel gezeten om de menu te proeven en Roger...er was weer ne pastoor bij. Hij had de keuze tussen miswijn en Rioja snel gemaakt... Toffe babbel mee gehad, ze zien het eerder als een vakantie en houden er zoals gepland vandaag mee op. Vanavond nemen ze de bus terug naar Sevilla.
2 jonge Françaises staken mij echter de ogen uit. Niet omdat ze zo mooi waren maar jongeren zie je hier zelden. In een lang gesprek kwam naar boven dat de oudste de jongste moest begeleiden tijdens deze tocht die in zekere zin een rehabilitatieproject was voor de jongere. Deze had van de rechter blijkbaar deze opdracht meegekregen om terug in de maatschappij te kunnen integreren ipv een celstraf... Ze waren zo voor 4 maanden onderweg, er werd door de begeleider een verslag opgesteld dat dagelijks met de "gestrafte" besproken werd. Hopelijk maakt zij in de toekomst de juiste keuze om haar leven weer op de rails te krijgen. Vandaag heb ik in een pension gereserveerd en wonder o wonder... een landgenoot, een Waal, als kamergenoot. Dus...nog geen Nederlands kunnen spreken...
Monesterio is een dorp dat op 700m hoogte ligt, te vergelijken met het hoogste punt van België. Het was strategisch gelegen op de bergpas van Culebrin en het kruispunt van wegen.Deze streek is echter voornamelijk gekend voor zijn beroemde Pata Negra: de Cerdos Ibericos. De zwarte varkens zijn dan ook alom tegenwoordig in het landschap. Dagverslag: Gisteren na een heerlijk menu de perigrino (8 ) op de kamer om 21u30 waar de Duitse "machines" al op volle toeren draaiden. Dan maar mijn afweergeschut in de oren gestopt om de nacht geluidsarm door te brengen, wat dan ook lukte. Maar deze keuze houdt ook gevaren in ... Het ochtendspel van het gefriemel met de zakjes en het gestommel in de kamer, heb ik dus niet gehoord ... Om 7u30 ontwaakt, helemaal alleen in de kamer. Vlug alles inpakken, de sanitaire noodzaak uitvoeren en weg naar de bar voor het ontbijt : cafe con leche, 2 tostados en vers geperst fruitsap en dit voor de prijs van 3 . Ik kan het er zelf niet voor maken. Om 8u20 begon mijn achtervolging van de vroege vogels. Een inhaalrace die ik niet kan winnen. Onderweg staren de koeien je na met hun domme blik. Alle diertjes hebben ofwel een groot nummer gebrandmerkt op de rug ofwel dragen ze het wat modieuzer als oorring. Ook in de koeienwereld ben je dus maar een nummer. Om 12u30 sta ik aan de deur van de albergue, mijn snelheidsrecord gebroken. Vermits de zon schijnt vandaag ... enkele zaken eens goed uitwassen, laten drogen en dan eten zoeken ... wat op een zondag ook niet evident is.
Dag 5: 5 mei Almaden de la Plata- El Real de la Jara 16 km
Geschiedenis en andere weetjes:
Onderweg komen we door het domein van de Casa de la Postura, een parkachtig gebied met steeneiken en kurkeiken waaronder de zwarte varkens hun voedsel vinden. Kurkeiken worden gekweekt vanwege de kurk. De kurk wordt om de 8-10 jaar van de stam gepeld. Deze kurk wordt gebruikt als isolatie, voor schoenzolen, vloeren ...en natuurlijk als afsluiting van flessen. Het pellen van de schors moet heel voorzichtig gebeuren anders loopt men het risico dat de boom beschadigd wordt en sterft. El Real de la Jara is het laatste dorp in Andalucia. Bij de Moren was dit dorp gekend als Xara, na de herovering door koning Ferdinand III werd " El Real" aan de naam toegevoegd. Dagverslag:
Het weer...het doet wat met een mens. Gisteren verkleumd onder de dekens gekropen om 7u. Geluk...want niet alle albergues hebben dekens... Met de kleren aan de klok rond geslapen, er waren al heel wat stappers vertrokken voor ik de ogen open deed... Mijn geplande etappe voor vandaag liet mij toe het vandaag vanuit de luie kant te bekijken.
Naar Real de la Jara ( 16 km) een "makkie" tegenover gisteren.
De natte was van gisteren maar weer ingepakt, nog een kilome(t)er meer in de rugzak. Ik stap weer door de grote finca's met hier en daar de zwarte varkens, de pata negra die er vrij rond lopen. Alle poorten tussen de verschillende cortijos moeten dan ook direct gesloten worden zodat de varkens geen bezoek aan de buurman kunnen brengen...
Wie zegt dat je van druilregen niet nat wordt, kent er niets van! Hopelijk krijgen we het in de Casa Rural allemaal droog. Ik kom er in een kamer voor 4 personen terecht met...de "obersturmfuher" van de eerste dag...dat belooft. Hier kon ik niet kiezen anders was het wel anders verlopen. ...Morgen zon!dag, dat heb ik ook niet te kiezen.
Dag 4: 4 mei Castilblanco de los Arroyos- Almaden de la Plata 29 km
Geschiedenis en andere weetjes:
Onderweg komen we langs verschillende enorme cortijos( ook wel dehesa of finca genoemd). Via het landgoed " El Berrocal" is er een prachtige route naar Almaden ontstaan. Almaden de la Plata is afkomstig uit het Arabische " Al Medin Balat" dat Mijnen van de weg betekent. Van de Romeinse tot de Arabische periode werden hier zilver- en kopermijnen ontgonnen evenals marmergroeven. In het centrum van het dorp vind je de roodbruine kerktoren in de vorm van een minaret. Dagverslag:
Ik werd om 6u30 gewekt met een smsje van mijn trouwe
supporter marlene.Maar de dag belooft
verder niet veel goeds vandaag.Het
regent.Ik ruim alles op en neem een
desayuno in de bar.Het regent niet
meer.Het gezegde van een oud
schoolhoofd in gedachte : "het mag en zal niet regenen op het schoolfeest laat
ik mijn regenjas uit.Ik vertrek rond
7u30 en loopt 15 km op een asfaltweg.Zoals je het vroeger hebt geleerd, stappen we links.De autos vliegen toeterend voorbij, de
fietsers roepen buen camino.De
laatste 15 km stap ik doorhet
natuurpark El Berrocal.Hier zie je een
verzameling van steen- en kurkeiken.Het is prachtig.Langs een brede
grindweg passeer ik de afgepelde kurkeiken.Jammergenoeg gaan het laatste uur de hemelsluizen terug open en komt de
poncho goed van pas.Kletsnat en
stikkapot na de laatste beklimmingen, kom ik toe in de albergue.De natte kleren zullen vandaag niet droog
zijn.In het restaurant de menu del
perigrino genomen : costillas ze bestaan uit meer vet dan vlees....Je weet het soms te laat,... maar je moet keuzes
maken.
Dag 3: 3 mei Guillena- Castilblanco de los Arroyos 19 km
Geschiedenis en andere weetjes:
De streek wordt gekenmerkt door grote sinaas- en katoenplantages. De oranjekleur van de sinaasappel komt er door de "frisse" nachten, sinaasappels in de tropen blijven groen ook al zijn de vruchten rijp. Het dorp Castillblanco de los Arroyos dankt zijn naam aan de vele beken( arroyos) die in de streek vloeien. In de jaren 50-60 verdienden heel wat inwoners hun brood met de handel in palmtakken. Dagverslag: Heb gisteren de Deutsche "grundlichkeit" leren kennen. Mijn "bovenslaper" kon het allemaal...snurken, hoesten, woelen en zelfs 's nachts het licht aansteken. Hem wacht zeker nog een bevordering tot "obersturmfuhrer". Ik was dan ook aangenaam verrast dat hij voor dag en dauw het hazenpad koos...hij zal het wel geweten hebben. Rond 8u droog vertrokken en enkele km buiten Guillena in een bar, een gewoon cafe dus, een tostado en een cafe con leche binnengespeeld. Nu stappen we door de cortijos, uitgestrekte landerijen, maar door de inmiddels aanhoudende regen is hier geen plaats voor bewondering van deze mooie natuur. Zeiknat, broek en schoenen vol modder kom ik aan in de albergue. Buiten en waslijn in open lucht kunnen de natte kleren alleen aan het bed drogen...dit wordt dus een probleem. Met de "koninginnenrit"( 29 km) van morgen belooft dat niet veel goeds. Waarom ben ik geen week vroeger vertrokken? Dan was het misschien prachtig weer, maar...je moet keuzes maken in het leven.
Halfweg tussen Sevilla en Guillena ligt Santiponce, hier bevinden zich de resten van het klooster van San Isidro del Campo; Buiten de stad is een bezoek aan de resten van de Romeinse stad Italica aan te raden. De oude stad werd helemaal bedolven onder de bouw van Santiponce. Het nieuwe gedeelte, gebouwd door keizer Hadrianus, vormt nu het archeologisch park van Italica sinds de opgravingen in 1781.Er zijn nog tal van mozaiekvloeren, resten van tempels en een forum te bezichtigen. Indrukwekkend is het amfitheater met 25000 zitplaatsen, één der grootste uit de Romeinse tijd. Hier werden gladiatorenkampen en gevechten met dieren gehouden. Dagverslag: Faalangst?Stress? Termen uit mijn vorig schoolleven...feit isdat ik om 4u15 klaar wakker was. Maar...vertrekken in het donker houdt enkel gevaren in... Dan maar wat blijven liggen en om 7u30 na een vrij "eenvoudig" ontbijt de deur uit. Sevilla slaapt nog en toch duurt het nog een uur voor ik de stad achter mij heb gelaten. Onder dreigende wolken kom ik langs Italica, de resten van een Romeinse stad in de buurt van Santiponce. Wat foto's genomen van wat ooit een arena was waar gevechten plaatsvonden op leven en dood. Ik zet mijn tocht op een vreedzame manier verder en kom nu op een eindeloze, kaarsrechte weg tussen velden van wel 10 km. Je ziet je voorgangers in de verte en dan weer niet als ze verdwijnen achter een heuvelrug...eigenlijk saai!Gelukkig is het hier droog gebleven, buiten een glijpartij bij het oversteken van een beek levert dit mij een stinkende schoen en een vuile broek op...wasje komt zo. Tegen de verwachting in kom ik al om 12u30 in de albergue in Guillena...gesloten! Gaat pas open om 14u. Te rap zijn is ook niet goed...maar je moet soms keuzes maken
De stad kent gedurende zijn lange geschiedenis verschillende bezetters die allen hun sporen nalieten: Romeinen, Vandalen( niet die van de vernielde bushokjes),Gothen en Moren.Sevilla bezit talloze monumenten en prachtige plaatsen zoals de Catedral de Santa Maria de la Sede, de derde grootste kathdraal ter wereld. Bij de bouw ervan werden delen van de vroegere moskee behouden. Binnenin de kathedraal bevindt zich het 19de-eeuwse praalgraf van Columbus. " La Giralda" is het bekendste bouw werk van de kerk, een hoge toren die als minaret naast de moskee door de Moren werd gebouwd. Als bouwmateriaal werden heel wat bouwstenen uit de verlaten Romeinse stad Italia gebruikt. De Puente de Triana verbindt het oude stadsdeel met de wijk Triana, van oorsprong een zigeunersbuurt beroemd om zijn aardewerk en keramiek. In deze wijk zal ik de eerste 2 dagen overnachten in Hostal Triana alvorens te vertrekken op 2 mei
Dagverslag:
Groot was mijn verwondering...een verschijning op de luchthaven...mijn vroegere stapmaat Roger kwam mij uitwuiven. Hij ging met zijn Chris richting zwembad in Torrevieja...in het leven moet men keuzes maken...
Met de regen aankomen in Spanje,,,het weer is blijkbaar ook in crisis: Zoals het een (rijke?) stapper betaamt nam ik de taxi naar mijn "backpackershotel". Kennis gemaakt met de kamergenoten, 2 Spaanse agenten van de Guardia Civil, qua veiligheid dus geen probleem, en een Braziliaan die er precies spijt van had dat hij het mooie weer van Brazilië geruild had voor de Spaanse regen...je moet keuzes maken in het leven.
Vlug nog wat (teveel) gaan eten om morgen een kijkje in de stad te gaan nemen en dan op tijd mijn bed in.Hopelijk zijn er geen snurkers bij de "rijkswacht". ´t Zal wennen worden om vroeg te gaan slapen en gewekt worden door het lawaai in de kamer...alles went
Misschien komen Jean en Liliane wel langs op de terugweg naar Torre del Mar, ik kijk er al naar uit.Het krioelt hier in de stad van de toeristen, het is dan ook voor iedereen een vrije dag op deze "dag van de arbeid". De betoging van de arbeiders in crisis zie en hoor ik luidkeels passeren samen met Jean en liliane op een terrasje...hebben wij het dan zo slecht?
Het einde van mijn onderwijsloopbaan in 2009 bracht een wens in vervulling waarvan ik al jaren droomde... te voet naar Santiago de Compostela. Samen met Roger brachten we deze tocht tot een goed einde. Het bereiken van Compostela geeft in de eerste plaats een gevoel van euforie, het bereiken van het einddoel is dan ook voor alle "pelgrims" het hoogtepunt van de tocht.
Het onderweg zijn, de ontmoetingen met stappers van allerlei nationaliteiten maakte deze tocht voor ons dan ook zeer speciaal. Misschien was dit nog wel de mooiste ervaring en niet het bereiken van het einddoel...
De mooie natuur, het ontdekken van het rijke cultureel patrimonium van de prachtige Spaanse steden en de prachtige architectuur zullen een blijvende herinnering aan onze "pelgrimstocht" zijn.
Tot op heden ben ik nog steeds "besmet" door de "microbe" en wil dan ook een nieuwe tocht ondernemen. Een eerdere vakantierondreis door Andalusië met Marleen bracht mij op het idee ooit de Via de la Plata te lopen. Het lezen van reisverhalen en de ervaring van mijn vorige camino versterkten mijn gevoelens om deze tocht te maken.
Maar de tand des tijds knaagt en allerlei medische problemen staken de kop op. Na heel wat twijfels omtrent de organisatie en de lichamelijke problemen, kreeg ik van de behandelende dokter toch groen licht. Een kleine medische ingreep en de passende medicatie moeten mij in staat stellen deze tocht succesvol af te ronden.
De Via de la Plata doorkruist West-Spanje van Zuid naar Noord en eindigt natuurlijk In Compostela.
Waar komt de naam vandaan?
Het Spaanse woord "plata" betekent letterlijk vertaald "zilver". Sommigen zijn de route dan ook gaan vertalen naar "zilverroute". De Via de la Plata gaat terug op een Romeinse heirweg waarlangs het goud en zilver uit de Noord-Spaanse mijnen naar de havens aan de Middelandse zee werd gebracht.
Volgens andere historici zou "plata" komen van het Arabische "Balata" wat staat voor brede, geplaveide weg.
Aan de oorsprong van de Via de la Plata ligt een geheel van natuurlijke wegen, een stelsel van paden die de dalen en rivierbeddingen opzochten. Deze werden gebruikt door verschillende volkeren bij hun doorgang op het Iberisch schiereiland.
Aanvankelijk had Marleen, uit bezorgdheid, enkele bezwaren tegen mijn solotocht. Mijn gedrevenheid en het groen licht van de dokter zorgden ervoor dat haar mening wijzigde... waarvoor mijn dank!
Ik beloofde voorzichtig te zijn en het thuisfront dagelijks te informeren over mijn ervaringen...
Hopelijk houden jullie, de vrienden, er ook een beetje een vakantie- en pelgrimsgevoel aan over.
Nog even trainen, goed verzorgen en weg ben ik op 30 april...