+Poëzie.
September klopte op het raam.
Met een karmozijnrode tak van de wilg.
Zodat ik klaar was en zijn aankomst
bescheiden tegenkwam.
Zonder jou is een heldere dag niet zoet. Zonder jou alleen de nacht eromheen. Zonder jou is er niet genoeg kracht. De regen stroomt achter mijn raam. De duisternis omringt je. zonder jou is het leven zo grijs als as. Zonder jou vertraag ik, geen kracht. Zonder jou is er niet genoeg kracht. Zonder jou vertraag ik de stap. Zonder jou in het hart is er geen liefde, ik kan niet zonder jou op enige manier. Zonder jou ben ik eenzaam tot tranen op mijn wimpers. Zonder jou in het hart is er geen liefde. zonder jou leef ik niet serieus, zonder jou. pourquoi? C'est la vie!
Het is niet jouw vriend die aan de tafel met je mee drinkt, en die, in het ongeluk van wie dan ook, ter hulp komt. Wie een stevige hand geeft, zal de angst verlichten. En hij zal zelfs geen cadeau geven dat hij je heeft geholpen.
Er is altijd iemand.
Wie elk moment ademt,
staat altijd voor je klaar om te helpen.
Er is altijd iemand die er gewoon is,
die niet onnodig is,
niet bang is.
|