+Poëzie.
Die pijnlijke blik die ik niet kan vergeten. Ik wacht, en bid, en ik dwaal, zoals in delirium,ik zal deze ziel van jou nergens vinden. Elektrisch licht,stil geritsel van sleeën, en impotente reactie, met een eeuwige gedachte aan haar.
En sindsdien ben ik boos, het is onmogelijk voor mij om te leven.
'S Nachts woedde de storm, en met de dageraad in het dorp, op de vijvers, in de verlaten tuin, werd de eerste sneeuw geboren.
Je zult overal in de hemel worden verspreid,
een heilige verlaat het feest, draagt je leven,
breekt door naar de verre regionen en vult de wereld.
Je baadt in Gods slaap tussen de sterren, waar eindeloze ruimte is.
En temidden van de ruimtes bezaaid met stralen, schittert je refrein.
Ben je altijd dol op wat je bent. Geëerd of niet
oordeel niet over ons.
Maar geluk in de wereld is er nog steeds!
En, zodat de liefde de ster niet smelt.
Ben gevuld met sublieme kunst.
Laat je gevoelens niet opraken.
Raak nooit meer aan geluk geluk geluk.
|