+ Poëzie.
Niemand voelde wat doen de andere nacht kwam. Getrokken in de zee, oh, hou je adem in voor het licht. Schud als nooit, nooit, nooit, nooit verliefd geweest. Onder de wegen als we te lang blijven hangen. Ben je een gast? Of wil je het gewoon niet proberen? Ben je een beetje gespannen, oh, laat het aan de andere hemel vliegen. Slow motion crime, ik wil meer om jou van mij te krijgen.
Er zijn regels die ik heb vanaf mijn kindertijd, niet overtreden,
ik houd het goed. Mijn vader zei tegen mij: "Zet jezelf in de
plaats van Hem die wreed vernederd is! " Ga niet blind, doof,
en luister naar je hart. Toen dacht u om de vliegen te grijpen.
Wees niet boos als je niet begrijpt. Blijf bij de waardigheid.
Do not hoogmoedig en arrogant zijn. Herinnert u zich mijn
verhaal over de trommel het maakt een angstaanjagende
geluiden leeg van binnen en dom, als een schaap maar wat
nog belangrijker is. Overschrijd nooit fatsoen!
Ik herinner me...
Ik herinner me alleen dat de boeren mompelden,
opscheppen over hun vruchten op het land.
Alleen glimlachjes werden niet gegeven.
Toen botste ik voor het eerst met rijm.
Van de gastheer van gevoelens dizzy.
En ik zei: als deze jeuk ontwaakt,
spuug ik mijn hele ziel in woorden.
Ik rende door de landen van Europa. Als een arme zwerver tussen mensen. Overal sissen de geluiden van slangen. En ik dacht er zijn geen vrienden in de wereld. Er is geen vriendschap die zachtjes constant is. Beide ongeïnteresseerd en eenvoudig. Maar je kwam,als een gast,onuitgenodigd. En opnieuw keerde ik terug naar de vrede. Met jou fuseer ik met gevoelens, in een vrolijke,vrolijke toespraken die ik drink. Om saamen vrienden te zijn.
Er vloeide jaren. Jaren veranderen gezichten.
Nog een op hen ligt licht. Dromer landelijk.
Ik ben in de hoofdstad, ik werd een eersteklas dichter.
En, vervelend van de verveling van de schrijver,
ging ik dwalen tussen verschillende landen,
ik geloofde niet in samenkomsten, ik kwijnde niet
weg in afscheiding, de wereld totaal voor misleiding geteld.
Toen besefte ik wat vaderlandsliefde is. Ik begreep wat glorie is.
En daarom ben ik verdrietig in mijn ziel,
het is als een bitter gif.
In de avond, naar beneden getrokken onder de dorp,
niet te verraden cold ogen, ga ik kijken
schuine graslanden en luisterde als een link stream.
Ja ja en dan? De jeugd is gepasseerd. Het is tijd om zaken
te doen, een ondeugende ziel te maken. En laat een ander
leven in het dorp me vullen met een nieuwe kracht, zoals eerder.
De faam bracht de inheemse belgische paarden
met lange maanen terug.
Ons land, ons land, ons geboorteland. Oh, geluid, allemaal luider dan woorden. Wiens kam boven de aarde groeit, wiens breg boven het water uitstijgt, de bergen en de oevers van het vaderland. Aan ons de vaderen liefhebben.
Wanneer het lot je streelt.
En je vreugden schenkt.
Werpt niets ons zo op als
een gevoel van vriendschap.
Koester het lot van vreugde.
Toe was het....
Met een langzame blik van een schaduw die de nacht doordringt.
Om op de zijkanten je zelf te ontmoeten.
Trillende lichten van trieste dorpen. Ik hou van de rook
van een verbrande stoppels, in de verte, een nachtwagentrein,
op een heuvel in het midden van het gele veld van de wit wordende
berken.Met vreugde, veel onbekend, zie ik een volledige dorsvloer,
bedekt met stro, met gebeeldhouwd luikenraam.
En op een feest, in de avond bedauwde. Kijk tot middernacht klaar
om te dansen met stampen en fluiten.
Onder het gezang van dronken boeren.
Toen was leven, echt ZO, zo gewoon...
|