+ Poëzie.
De schietgaten van de vensters werden donker.
De vallei bries zucht niet, de avond is helder.
Die morgen de eerste straal die de zon ons geeft.
Ik keek op de heiligen neer, mensen zijn blij met de schaduw van de flitsende, en kalme gouden ogen.
Wij zijn vrouwen, wij zijn feeën, wij zijn godinnen. Wij zijn engelen, sommigen met vleugels, andere zonder. Als we liefhebben, fladderen we als vlinders. Als we bemind worden, vliegen we naar de hemel. En de wereld rond glinstert en schittert. Bloesems en geuren, zoals plotseling lente. Wij zijn aanhankelijke katten in liefhebbende handen. Wij zijn het geluk.
Alsof de ziel zich opnieuw verheugt en zingt, de lente komt eraan.
De lente komt eraan. De sneeuw dieper geworden door stoepranden
splash zwembaden, en de zon in de blauwe lucht, en de sneeuw
smelt in de velden, de bossen, en het geluid van druipen, de drukte
van de vogels, cirkel van gelukkige gezichten, radiance van het oog,
kleur glimlacht, favoriete vrouwen boeket. Dit alles het was.
Maar alsof het weer komt, de lente komt eraan, liefde komt eraan...
Een maand is overleden,
het draaien van blauw in het raam van de dageraad.
Ah, jij, nacht, wat ben je, nacht,
krabbelde?
Ik ben in de cilinder,
ik ben niet met iemand,
ik ben alleen ...
En met een gebroken spiegel.
Soms in het leven van ieder van ons, liefde komt als de eerste keer,
verliefd is niet op zoek naar iets, hield van alles wat het uitbrengen
van haar warmte. Denk niet dat er geen liefde in de wereld is,
ik hoop dat al het andere voor staat. De lente zal komen
en het hart zal tot leven komen, liefde, bloem bloeit prachtig.
Begrijp waar je op hoopte, en je zult gelukkig zijn en liefhebben.
Over ieder van ons heeft God een dossier. Zelfs als er weinig in wordt genoteerd, zullen we op de dag des oordeels vóór Hem verschijnen, wij allemaal, en alles bij ons heel strikt vragen.
Wat waar en wanneer...
Wanneer liefde nergens heen gaat. En er is bitterheid, dat zelfs in vele jaren, soms, soms huilt, verliet zonder de warmte van liefde, mannen. Geloof ze niet, als ze zeggen: "Het maakt niet uit!" De zielen en zij zijn immers gemakkelijk kwetsbaar en laten je nooit tranen zien, geloof me, ze huilen soms, medelijden met de verloren man.
Deze dagen zijn op een afstand.
Achter een oude stenen muur.
Is geen man, een daad: Een daad
van groei met een bol van de aarde.
|