Zwarte luchten daalden af in de steeg, maar vermoeidheid kon die nacht het hart niet overwinnen. Gedimde lichten, stomme stemmen, is het alles wat er nog over is van een droom.
Oh, hoe droevig was haar atlas en de hals is vreselijk wit tussen zwarte schouders. Wat jammer dat ik had voor haar onbeweeglijke ogen. En de besneeuwde husky van handen, gebedsvol gehoorzaam.
En hoeveel zielen waren daar verdreven? Onder de verstrooide, opstandige en harteloze. Wat klinkt gemorst, gekoesterd in stilte, lila en aanhankelijk en sterrenhemel.
******************************
|