+Poëzie


Dit virus wordt nostalgie genoemd.Helaas, het internet helpt niet.Het is alleen dat we nu anders zijn geworden.We begrijpen dat er geen verleden is.Wat hebben we nodig? In feite een beetje.Raak die warme huizen aan.Wij zijn met je, gaan op pad.Onze jeugd was daar achtergelaten.Ver, ver voorbij de zeeën.Voorbij de bergen, niet zichtbaar in de verte,De wereld is enorm, verloren door onsop de andere helft van de aarde.Bekende gezichten zullen worden gedroomd,uitgaande van de duisternis van morgen.Niet in staat om naar het buitenland te gaan,we verlieten onze jeugd.Het zou leuk zijn om een keer terug te gaan.Verschijnt op een wit paard! Iedereen droomt.Of het lijkt mij allemaal, hoe de overgebleven delen te monteren?En neem ze vanaf daar met hen.Ik herinner het me nu vaakwat was er misschien niet met mij.Dit virus wordt nostalgie genoemd.Helaas, het internet helpt niet.Het is alleen dat we nu anders zijn geworden.We begrijpen dat er geen verleden is.

 De nacht viel met een sluier Gehuld in een sterrenhemel. Waarom ben je verdrietig? Kijk rond, de wereld is zo prachtig zo mooi.
Weet u, de maand heeft gelachen, zilver heeft het gras versierd, in de stilte van de afgebroken straten. De dromen lopen als voorgeen.
Nightingale zoetharige prachtige muziek verweeft trillers, aroma van wilde rozen gecharmeerd onze steegjes.
Voor het slapeloze horloge zijn Cupido's pijlen aan het scherpen. Vonken van aanhankelijke gloed laaiden teder op.
De wereld rondom is geïmpregneerd met een stille, zachte tederheid gevuld. Bloemblaadjes als sneeuw. De stad is slaperig.
Voor jou op de fluwelen hemel van de sterren zal ik diamanten verspreiden, en de zilveren berk. Het zal draaien op de spitzen.
Ik zal je omhelzen bij de schouders, ik brand met een waanzinnige passie. In de kristallen kaarsen schitteren. Bedwelmd met gewaagd geluk.
Hart zweeft zachtjes. Weg verlegen dekking. We vliegen, doordringende eeuwigheid, geïnspireerd door liefde.









 Gouden ochtend, roze ochtendgloren. Roze rozen, van jou. Vogels zingen liedjes aan het raam, de zon bruist, het is licht in mijn hart. Ik geloof dat ik blij met je zal zijn. Roze rozen, dromen van surfen. Het geurige vult het huis. Hoe ik rozen vind in het licht van goud. En de lente met een zachte kleur. Glimlachen naar de zon, ochtend, wolken. Op de bloemen van de liefde uw boodschap, bloemblaadjes valt op mijn voeten.


Er is een tovenares-winter, gekomen, verspreid in bosjes.
Hij hing aan de takken van eiken, heeft golvende tapijten gelegd.
tussen velden rondom heuvels. Met een roerloze rivier in
vergelijking met een mollige lijkwade. De vorst glinsterde en we zijn
blij met de winter.Winter rekwisieten.


|