+Poëzie.


Ik weet niet hoe ik zou leven, als ik je niet had ontmoet. En onze ontmoeting werd niet aan het lot zelf gegeven. Ik weet niet hoe ik zou hebben geademd, als de ziel niet was opgewarmd. En die woorden zouden niet worden gevonden, Wat ik wilde horen. En hoe te geloven dat ik het zou kunnen ... Verspreidde mijn twijfels. Het lot bond ons twee samen en ze glimlachte naar ons. En vanuit het schijnsel van je ogen. In mijn ziel werd liefde wakker.



Laat een minuut vallen,
als een nieuwe elegante steek.
Om voor altijd de moeilijke toestand van
"als" te vergeten.
Zing dan mijn vriend dat
ik weet dat alles in orde is.


Ode aan 1418 ...
Ik loop over de oude landweg door overwoekerde velden. Geen gemaaid gras ergens, geen stapel, alleen een meeuw die met aarde is overwoekerd. Hier rijpten vroeger bieten en tarwe. Er was een geluid van knipperende auto's. Nu tsjirpen alleen vogels, en onderweg ga ik alleen. Verlaten boerderijen, en een oude tractor, gedumpt aan de kant van een rijbaan. Is het echt mijn Vlaanderen? Wat voor soort vijand heb je meegemaakt ? Maar hoe vaak ben je uit de as opgestaan, en hoe vaak stond je op via je knieën. In gevechten, in tegenspoed, België, werd je alleen maar sterker. En nu is de tijd voor verandering aangebroken. Ik geloof dat tarwe hier zal groeien, en een rijke oogst zal groeien. En mijn oude dorp zal herboren worden. En opnieuw zullen vrouwen bevallen. Verlaten boerderijen zullen openen, en in de velden zullen oogstmachines draaien. België! Je was en zal de eerste zijn. Met onze mensen die de barrières niet kennen.


Ik hou van slapen.
Veel mensen springen 's morgens op een wekker,
zelfs als ze nergens heen hoeven te haasten.
Ze beschouwen slaap als een verspilling van leven.
Maar het leek me altijd dat slapen, integendeel,
de beste manier is om tijd door te brengen.

Dank u, leven voor het feit dat de dag weer komt, dat brood rijpt en dat kinderen opgroeien. Bedankt, voor het leven, voor al je inheemse mensen die in zo'n enorm licht leven. Dank u, het leven, voor het feit dat deze gulle leeftijd, klonk in mij met vreugde, dan met pijn. Voor de breedte van je wegen, waarin een man, alles ervaren, zichzelf wordt. Voor het feit dat de rivier is zonder grenzen, voor uw elke lente en winter, voor alle vrienden en zelfs vijanden. Dank leven voor alles dank u. Voor tranen en voor het geluk van wakker worden, voor elk moment, waarin ik leef. Bedankt, leven, dat ben ik je verschuldigd. Voor het verleden en morgen voor kracht, voor al dat ik heb nog steeds tijd en ik kan, dank u, het leven, echt bedankt ...






Ergens, op een dag zullen we nog steeds vrienden zijn. Ergens kom ik op een dag zeker bij jou. Misschien, onder het geluid van sneeuwstormen, Of in het zonnige april, in het najaar en misschien in de zomer. Het belangrijkste is dat het was. wat het was.Jij en ik...
|