+Poëzie


Als je eenmaal geluk hebt, zal weer geluk in het leven elkaar ontmoeten. Vroeg of laat zul je vreugde, geluk en aardse liefde vinden. En hoop, je zult geloof hebben, en geloven in de goedheid van een heilige. Vroeg of laat zullen alle dromen uitkomen, als een prachtig moment, en in je bestemming zul je geloven, en in haar geluk. Het belangrijkste ding, niet verdwalen op de weg,
in het leven, immers, er zijn verschillende manieren, en rechte weg te gaan, en laat God ons hierbij helpen.


We hebben ijzeren daken,
elke tuin en schuur. elke crash luiken.
Op feestdagen vlees en kaas.
Geen wonder dat iedereen
graag bij ons blijven.


Gemakkelijk om iemand andersmasker op te zetten.
Gemakkelijk om iemand anders de rol te spelen.
Gemakkelijk om iemand te zien rijden in de verf.
Gemakkelijk te leveren met de
mensen hun pijn...


Om het leven te leiden waar je van houdt
en om van het leven dat je leeft te houden.
Moet je de limieten overschrijden die de maatschappij
voor jou heeft vastgesteld.
Voorbij het realisme.
Je moet wel klaar zijn om groot te dromen.


Geluk. "Geluk is wanneer je wordt begrepen." Geluk is tijdens het wachten en ontmoeten. Geluk is als je het vergeet. Gelukis als het volledig leeft. Geluk wordt alleen gegeven tegen de achtergrond van lijden. Geluk is wanneer nog vol van verlangens bent. Geluk wanneer dankbaar tot het lot. Geluk is wanneer je dankbaar bent. Geluk is wanneer je wint. Geluk is wanneer de elleboog van een buurman stevig is Geluk is wanneer je met liefde leeft. Geluk is wanneer je het warm opgeeft. Geluk is wanneer inspireert succes. Geluk is wanneer het verdeeld is in alles. Geluk is wanneer je iemand dierbaar bent. Wil je dat ik je geluk wens?


 Ik zou je alleen aanraken, ik zou alleen je gezicht zien, ik zou in je ogen duiken. Voorbij de geneugten van het huilen. Ik zou gewoon je stem horen, en een vluchtige blik vangen. Spanning tussen de vingers van het haar, En de weg zal teruggaan. Ik zal je zachtjes bij de schouders nemen. Bij kussen zal ik me verkleden en als ik je de gave van spreken ontzeg, zal ik de weg terug sluiten. Ik zal je wervelen met een wervelwind van verlangens. En bij de afgrond, op de rand, zal ik door de vreugde van het lijden leiden. ik zal mijn dorst te drinken geven. Lang, lang, dan droom ik, hoe ik je hand in mijn hand houd, als kussen de ogen en wimpers, en ik druk mijn wang tegen jou wang. Ik zou je alleen aanraken. Ik zou alleen je gezicht zien. Ik zou in je ogen duiken, en de geneugten van het huilen opvangen.



Samen stonden wij sterk.
En niemand kon ons breken.
We begrepen elkaar.
Zonder dat we het uit zouden spreken.
|