+ Poëzie.


Volle maan steeg over de weide.
Onveranderlijke schitterende cirkel,glanst en is stil.
Bleke, bleke, bloeiende weide, duisternis van de nacht,
die er langs kruipt,rustend slapend.Het is eng om op pad te gaan.
Onduidelijk alarm onder de maan regeert.Hoewel je weet de
zon zal vroeg in de ochtend uit de mist komen.
Haar stralen zet bergen en dalen in het licht.


Een moderne vrouw. Drukte, maar zoals altijd goddelijk.
Laat een beetje moe, maar, zoals eerder, mooi.
Tot het einde is het onbegrijpelijk, niet onderhevig aan iemand.
Een moderne vrouw. Dat is triest en attent, het is licht en plechtig.
Bewijs zijn zwakheden, overwin het in onbeschaamdheid, het is
tevergeefs voor mensen om te proberen, tevergeefs hopen ze.
Niet opscheppen over macht. Alle kennis van de wereld,
alle tegenspoed uit het verleden. De mysterieuze moderne vrouw blijft...


Wat is mijn leven? Alleen verlangen en zorg. Van 's ochtends tot' s avonds hetzelfde werk. Honger en kou bewaken me. Zelfs in een droom hetzelfde harde werk, een handvol olijven en broodkorst. Waarom zou ik de bedreigende ork vrezen? Het is waar, aan de oevers van de acheron zal ik opnieuw werken en zal lijden. En, in slaap vallen in het klooster van de hel. Te denken dat ik voor zonsopgang moet opstaan.


IK HOU VAN VRIENDSCHAP...
Ik ben dol op vrienden, ik ben dol om ze te ontmoeten, ik hou van al mijn blogvrienden en vriendinnen(online). Ik hou ervan om te kijken en te bewonderen, zoals in de lucht een zwerm kraanvogels. Een grote mooie wig. Waar is het stil en warm, waar geen verdriet of verdriet is, waar het gezellig en licht is.


Onze tijd gaat schandelijk verloren!
We zijn gegroeid tot de pijn van onze wonden. Nee! Vaders hebben
ons niet opgevoed, we hebben de burgers niet voorbereid. Wraak niet
op onze moeder. Voor de beulen om in de tempel te bidden.
Over de senioren niet zingen voor onze zussen nee! onder het
juk van het kwaad. De gedachte aan vrijheid van de wieg, voor hen was
onbekend. En we zijn stil. En de tijd vergaat. We zijn niet bang voor
schaamt. En bidden voor de beulen in deze tijd.

 Uren verstreken, alleen internet ging in de zwarte hemel draden.
En dan zo memorabel vertrouwd. Het is duidelijk, ver weg
stem kwam. Ecce homo. De zwarte draden, was ik vrolijk en
gehoorzaam, ontwapend geserveerd. Maar het uur is
aangebroken. Remembering, dacht ik. Nee, ik ben niet een
dienaar. Dus val maar, de kleurenband. TV met veel sneeuw.


O koppige taal. Waarom alleen een boer, begrijp, zong voor mij
Belgie, mijn geboorteland. Maar ook van de Aalsterse carnaval.
Zo een thuisland en zo Rock and roll dat was overal.
Het carnaval vervreemden me dicht bij te ziene afstand, zeggen: "Kom
feest mee" Van alle carnavals van sterren. Niet voor niets ,
de duiven van het denderwater, ik heb mijn voorhoofd gezien.
Trots, mijn geboorteland Belgie en mijn geboorteplaats Aalst.
Ajuin Ajuin Ajuin.


Mijn vingers ruiken van wierook,
op geen enkele wijze,
worden mijn handen gebruikt
om vast te houden.
Aan de lucht en brei bundels van gedachten.
Uw palmen als een bot,
en de vingers aanleiding geven tot geluiden.
Vreemde geluiden.


Ik wil soms niet leven, en gewoon gaan liggen, in slaap vallen en
niet wakker worden. En in deze droom wil ik niet liefhebben,
weggaan bij iedereen, jezelf vergeten in de vergetelheid.
Maar als ik denk dat er meer is dan ooit, kan ik niet horen hoe de
vogels tsjilpen, en roze dromen zijn niet de dromen, wat ik zie de
ogen van hun kinderen, hoe om te groeien wat het leven zou zijn,
ze niet zoenen zelfs meer teder. Wat is er prettiger dan liefkozingen
van mama. En zo binnenin zal het hart knellen. En je zult beter en
beter willen leven. Ik kan alles doen, ik zal voor ze leven.
En voor mezelf een beetje, voor het geval dat. Ik hou te veel van
het leven om te gaan, ik mag niet beslissen wat, wanneer zal zijn.
En dit betekent dat we moeten blijven leven.
Niemand zal denken voor mijn gedachten.
|