
In problemen ogen groen, niet vergeven, niet sparen. Met hoofd gebogen, schuldig en verborgen ogen. Ik verlaat het tedere veld en betaal mezelf. Wie heeft de pijn bedacht, en waarom heb ik deze pijn nodig. Ik weet het niet, het gebeurde gewoon zo, door het lot niet uit boosaardigheid. Heb je geen overhemd geborduurd, dus vind je mij leuk. En je bent niet bij mij bij de arm, je gaat naar huis van gasten. En ik kan zelfs geen wolk, zwem in de lucht boven je. In onze tijd hebben we elkaar nog niet ontmoet. Weddings speelde lang. Voor jou om de derde extra voor mij te zijn, voor eeuwig bestemd om te weten. Nachten, brandende nachten, slaapgrasgerits. In problemen ogen groen, meedogenloos kijken. Geluk wordt vaak geprezen voor mij in de mooiste woorden. Maar waar staat de rij voor geluk? Mensen, wie is de laatste? Ik volg je! Mensen! Wie is de laatste, mensen, wie is de laatste, wie zit er achter geluk? Mensen, ik volg je! Mensen! Wie is de laatste, mensen, wie is de laatste, wie zit er achter geluk? Mensen, ik volg je! Er is mij verteld dat geluk in onze macht ligt. Een beter adres zou worden genoemd! Ah, om een wachtrij voor geluk te vinden! Mensen, wie is de laatste? Ik volg je! Ik weet het: het is nutteloos om boos te zijn? daar heeft waarschijnlijk geen nut voor. De lijn voor geluk is eindeloos. Mensen, wie is de laatste? Ik volg je! Ik wou dat ik een ontmoeting had met geluk. Dan hadden we met hem gepraat. Ik neem een draai voor geluk, mensen, wie is de laatste? Ik volg je speler. De liedjes klinken "Het probleem is groene ogen."

|