| 
  Ergens klonken de golven. Golven vol droefheid. En als antwoord, fluistert de wind van passage.
 Zorgeloos, onbewust.
 Gefluister van de wind van migratie.
 Dat er geen verdriet in de wereld is.
 
 
 Niet vreugdevolle gewichtloosheid, geen bier op een vreemde feest, maar slechts gekwelde geweten
 duwt de papier en pen.
 Gedichten zijn samengesteld uit pijn
 En er is niet langer meer in de wereld van thema's
 Al het andere is slechts een achtergrond
 Dat zal van de muren worden gescheurd.
 
 
 Lente weer! vellen trillen weer vanaf de uiteinden van de berken en op de top van de wilg. Spring weer!
 opnieuw je trekken, opnieuw zijn mijnherinneringen
 levend. Lente! Lente! Oh, hoe het vastmaakt,
 zoals het leven ons leert te geloven in kracht! Laat ons goed,onze beste vriend slapen. In zijn graf versierde bloemen.
 Hij zegt: "Vrolijk ook u op: u kunt de zieke twee ziekten
  niet koesteren". Wanneer je bloemen naar hem draagt, verneder de sympathie van zijn vriend. We kunnen het verleden niet terugdraaien, de komende kan niet vertrouwd
 worden, hoewel de dood het betekent, maar toch is het noodzakelijk om te leven;
 En het woord: leven - het betekent: onderwerpen.
 
 |