| 
 Bomen in de sneeuw, en in de sneeuw thuis. Weken gaanna weken. Ik ben triest om afscheid van je te nemen,
 de winter, met vorst en sneeuwstormen. Het stond voor
 de rimpelingen in de ogen van wit en onthulde zijn prachtige
 schoonheid, en in die schoonheid nam niet één het
 spoor van het leven weg. zoals een ski-parcours.
 Misschien zal ik dit altijd vaarwel zeggen onder de sterren
 van wit. Ik knijp in je sneeuw om te knarsen,
 ik weet niet waarom ik dit doe.
 
  
 En bittere tranen vielen op de grond. En het was moeilijk en zo verdrietig voor mij, en toch
 begrepen we elkaar niet. U haastte zich naar
 verre landen, en al mijn dromen vervaagden
 zonder kleur, en opnieuw werd ik alleen
 overgelaten aan een hart zonder tederheid
 en groeten. En vaak ga ik soms naar de kerk.
 Ik ga naar de plaatsen van de gekoesterde date.
 En ik zie in mijn dromen mijn lieve imago.
 En ik hoor in de stilte melancholische snikken.
 
 |