|  Gezegend is hij die blind is in zijn jeugd. Wordt opgewarmd en
 met een zwaai. Hij legt zijn hoofd op het schavot. Maar wie,
 gespaard door het lot, leert het leven op die manier en niet
 om een eerlijke dood te vinden. Hij zal in de weg staan. In
 verwarring, in angst. En om te denken: het is stom om te
 sterven, om ze duidelijker te bewijzen. Dat alleen het
 pad stevig is, is verkeerd. Wanneer was een gek, liep
 met trots naar de dood, Wat was in uw gedachten.
 O openbaar! Eén idee. De jouwe zou het hoofd
 kunnen vasthouden: "Laten we eens kijken hoe
 hij zijn nek zal breken." Maar het leven is niet
 zo goedkoop. Ik zoek geen excuses, ik verwerp
 alleen je oordeel. Ik wil niet in schande leven,
 maar ik weet niet waarvoor ik moet sterven.
 
 
 |