| .
  
  Je bent vandaag ver van mij verwijderd. En je schrijftover je liefde bij bodemloosheid. En over het
 verlangen, gebrek aan slaap. Precies hetzelfde
 als wat ik schrijf. O, hoe horen we vaak gesprekken,
 dat zonder afscheiding, geluk niet gered kan worden.
 Wees niet apart, dus er was geen liefde en vergaderingen,
 en er waren alleen maar geschillen en onenigheid.
 Natuurlijk is dit misschien verstandig. En toch,
 ik weet niet waarom,
 ik wil, ondanks alles,
 om je te vertellen. Laten we niet gescheiden zijn.
 Ik denk dat je me zult begrijpen, op de schouder
 van de schouder, noch melancholiek noch koud. En als we
 ruzie maken, ja, de scheiding is nog steeds veel erger.
  
 
 
 De lente zal komen en zal opnieuw in mjn hart kijkenmet mooie ogen, het zal weer gemakkelijker worden
  in het hart, geluk zal vloeien in golven. Net als slangensnel.  Alle stromen langs de modderige straten.
 Nogmaals, willen lachen. Boven de domme soortgevoede kippen.En de kippen zitten vol, die mensen,
 wie geeft er niet om de zon, zitten als winkeliersachter hun toog en kijk naar het vuile raam.
 |